Biologie examentraining hoofdstuk 3 -tm 3.11 bloemen

Biologie
Examen training hoofdstuk 3

1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 42 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Biologie
Examen training hoofdstuk 3

Slide 1 - Slide

instructie lever
  • groot bruin orgaan (na de huid het grootste orgaan)
  • bevindt zich direct onder het middenrif, soort vlies dat scheidt de borstholte (met hart en longen) van de buikholte (verteringsorganen)

Slide 2 - Slide

functies nieren /urinewegen
- uitscheiding overtollig water
overtollige zouten, afvalstoffen
(ureum) en schadelijke stoffen
dit heet urine
samenstelling wisselend 
afhankelijk van inwendig milieu

Slide 3 - Slide

dwarsdoorsnede van nier
nierschors/niermerg; vorming urine
nierbekken; verzamelen urine
urineleiders; afvoer urine -> blaas
urineblaas; tijdelijke opslag
urinebuis; afvoer urine -> plassen
sluitspier; zo blijft urine tijdelijk in blaas
nierslagader; bloed van aorta naar nier
nierader; gezuiverd bloed  ->onderste holle ader

Slide 4 - Slide

hoofdstuk 3 - 3.3 skelet dieren

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

- 3.4 zool-, teen-, hoefgangers

Slide 7 - Slide

- 3.4 zool-, teen-, hoefgangers

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Onderdelen plantencel

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

14 keer de lichaamslengte

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

- 3.5 aanpassingen om voedsel te verteren

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

- 3.6. aanpassingen bij vogels

Slide 20 - Slide

Amfibieën
Amfibieën veranderen tijdens hun leven niet alleen van uiterlijk, maar ook van ademhalingsorgaan. In het eerste deel van hun leven lijken amfibieën op vissen. De jonge kikkers (kikkervisjes) leven in het water en halen adem met kieuwen. Ook nemen ze door de huid zuurstof op uit het water.
Volwassen amfibieën leven in het water en op het land. Volwassen kikkers hebben poten, hun staart is verdwenen en er zijn longen ontstaan  Ze halen adem met de longen en door de huid.

Slide 21 - Slide

Insecten
Een insect heeft buisjes in zijn lichaam. Die buisjes heten tracheeën. Ze hebben een open verbinding met de buitenlucht. Door de tracheeën gaat lucht naar alle delen van het insect. De zuurstof gaat dan gelijk van de lucht naar de weefselvloeistof en daarna naar de cellen. In de cellen vindt verbranding plaats. Hierdoor ontstaat koolstofdioxide. Het koolstofdioxide wordt via de weefselvloeistof afgegeven aan de lucht in de tracheeën.
In de huid van een insect zitten openingen die naar de tracheeën gaan. Zo’n opening heet stigma.
Stigma’s zitten meestal in het achterlijf van een insect. Als je een bij ziet zitten, trilt zijn achterlijf. Hierdoor stroomt er lucht in en uit de stigma’s. Vanaf de stigma’s stroomt de verse lucht door de tracheeën. Zo halen insecten adem.
Tracheeën
Stigma

Slide 22 - Slide

- 3.7 - hoe halen dieren adem?

Slide 23 - Slide

Hoe vervoeren insecten stoffen?
• Het bloed vervoert de voedingsstoffen en de afvalstoffen
• 1 groot bloedvat
• Aan de achterkant het hart: een aantal kamers achter elkaar
• Samentrekken : bloed stroomt van achter naar voren
• Bloedvat eindigt in de kop
• Uit het bloedvat en stroomt vrij door het lichaam(open bloedsomloop)

Slide 24 - Slide

- 3.8. hoe vervoeren dieren stoffen door hun lijf?

Slide 25 - Slide

- 3.9 - hoe planten dieren zich voort?

Slide 26 - Slide

- 3.9 - hoe planten dieren zich voort?

Slide 27 - Slide

- 3.9 - hoe planten dieren zich voort?

Slide 28 - Slide

- 3.10 - aanpassingen bij planten

Slide 29 - Slide

- 3.11 - insecten- en windbloemen

Slide 30 - Slide

Stempel, stijl vruchtbeginsel

Slide 31 - Slide

Meeldraden

Slide 32 - Slide

- 3.12 - bloemen

Slide 33 - Slide

- 3.12 - bloemen
b.     3, 4 en 5 samen =stamper.

c.     7 en 8 samen = meeldraad

Slide 34 - Slide

- 3.12 - bloemen

Slide 35 - Slide

Fotosynthese

Slide 36 - Slide

transport in de plant

Slide 37 - Slide

van de wortels, door de stengels, tot in de blaaderen lopen vaatbundels.  
-bastvaten (liggen aan de buitenkant van de stengel en vervoeren water met opgeloste suiker naar beneden)

- houtvaten ( vervoeren water met opgeloste mineralen omhoog)

Slide 38 - Slide

Vruchten en zaden

Slide 39 - Slide

- 3.12 - bloemen

Slide 40 - Slide

huiswerk - examentraining
- Oefen examens maken.

- samenvatting boek doornemen

Dank jullie wel voor jullie aandacht!


Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide