Engelse werkwoorden les Marije

Nederlands

HICOHO3F

1 / 28

Slide 1: Slide

NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands

HICOHO3F

Slide 1 - Slide

Lesdoelen

Je kunt vormen van Engelse werkwoorden correct spellen.

Slide 2 - Slide

Engelse werkwoorden

Filmpje

Theorie

Quiz

Aan de slag

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Engelse werkwoorden

Ik heb jaren als webdesigner ... (freelancen)

gefreelancet

gefreelanct

gefreelanced

gefreelancd

Slide 18 - Quiz

Engelse werkwoorden

Hij ... (racen-vt)

racte

racette

racde

racete

Slide 19 - Quiz

Engelse werkwoorden

Wij hebben ... (basketballen)

gebasketballd

gebasketbald

gebasketballt

gebasketballet

Slide 20 - Quiz

Engelse werkwoorden

Jij ... (stressen-tt)

stresst

strest

stresd

stressd

Slide 21 - Quiz

Engelse werkwoorden

Hij ... (lunchen-vt)

lunchte

lunchde

lunchete

lunchede

Slide 22 - Quiz

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:

Hij heeft de hele dag gegamed.

Hij heeft de hele dag gegamet.

Hij heeft de hele dag gegamt.

Hij heeft de hele dag gegamd.

Slide 23 - Quiz

Engelse werkwoorden

Schrijf je als de Nederlandse zwakke werkwoorden

De ik-vorm heeft vaak dezelfde vorm als de stam

ik-vorm: ik pass hij-vorm: hij passt

ik-vorm: ik skate verleden tijd: ik skatete

Slide 24 - Quiz

Engelse werkwoorden

Jij ... (deleten-tt)

deletete

delet

deletet

delete

Slide 25 - Quiz

Engelse werkwoorden

Hij ... (timen-vt)

Hij timde.

Hij timdde.

Hij timete.

Hij timede.

Slide 26 - Quiz

Engelse werkwoorden

Hij ... (barbecueën-vt)

barbecuedde

barbecuede

barbecuete

barbecuette

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide