Grammer, werkwoorden vervoegen

Grammar
Werkwoorden to be en to have
1 / 26
next
Slide 1: Slide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grammar
Werkwoorden to be en to have

Slide 1 - Slide

to be & to have
Jullie kennen de woorden.
Dit is een herhaling uit jullie boek.
Het is géén toets. 
Maar wel goed om te oefenen!

Slide 2 - Slide

De werkwoorden /to be/ & /to have/
Jullie hebben met Anke de werkwoorden /zijn/ en /hebben/ al geoefend in het Nederlands.
Nu gaan jullie met Anke & Hans die woorden oefenen in het Engels.
Het zijn belangrijke woorden. Ze worden veel gebruikt.

Slide 3 - Slide

Voor deze les kun je thuis inloggen
Dan heb je nodig:
Een computer om de les te volgen.
En een ander apparaat (mobiele telefoon of I-pad) om antwoorden in te voeren.
LUKT DAT NIET? GEEN PUNT! DAN VIA DE CHAT IN TEAMS!

Slide 4 - Slide


DIT IS EEN VOORBEELDVRAAG
Kies het goede antwoord
/Hond/ is in het Engels
A
Cat
B
Cow
C
Dog
D
Bird

Slide 5 - Quiz


DIT IS NOG EEN VOORBEELD
Soms zijn meerdere antwoorden goed.
/Poes/ is in het Engels
A
Cat
B
Cow
C
Dog
D
Pussycat

Slide 6 - Quiz

Wat betekent deze zin?
'I have a black dog'.
A
Ik ben een zwarte hond
B
Ik neem een zwarte hond
C
Ik wil een zwarte hond
D
Ik heb een zwarte hond

Slide 7 - Quiz

'Ik heb een zwarte hond',
schrijf je in het Engels als...
A
I am a black dog
B
I 've got a black dog
C
I have a black dog
D
I want a black dog

Slide 8 - Quiz

Opa is een oude man...

A
He is very old
B
They is very old
C
I is very old
D
We is very old

Slide 9 - Quiz

Had je het goede antwoord?
Hij is erg oud.
A
He is very old
B
They is very old
C
I is very old
D
We is very old

Slide 10 - Quiz

Let op, nu ik....
Ik ben erg oud.
A
He is very old
B
They is very old
C
I am very old
D
We is very old

Slide 11 - Quiz

Let opnieuw goed op!
Ik ben erg oud.
A
I 's very old
B
I is very old
C
I am very old
D
I'm is very old

Slide 12 - Quiz

Kijk eens goed naar mij...
Hoe zie ik er uit?
Welke zin klopt NIET?
A
I have grey hair
B
I am a baby
C
I 'm 58 year old
D
I 've got earrings

Slide 13 - Quiz

Maar nu gaan we oefenen met...
/To be/ & /to have/

Slide 14 - Slide

Kies het goede antwoord:
/Hebben/ is in het Engels
A
to be
B
to have
C
to do
D
to like

Slide 15 - Quiz

Kies het goede antwoord:
/Zijn/ in het Engels is
A
to be
B
to have
C
to do
D
to like

Slide 16 - Quiz

Welke zin is goed?
Let op, goed lezen!
A
I am a nice room
B
They has a nice room
C
He has a nice room
D
We am a nice room

Slide 17 - Quiz

DIT IS EEN VOORBEELD!
Welke woorden in de blauwe vakjes horen bij de woorden in de rode vakjes?
Sleep een blauw vakje naar een rood vakje.
I
You
He, she, it
We
You
They
am
are
is
are
are
are

Slide 18 - Drag question

Welke woorden in de blauwe vakjes horen bij de woorden in de rode vakjes?
I
You
He, she, it
We
You
They
are
are
are
is
am
are

Slide 19 - Drag question

En als we de woorden korter maken? 
Welke letters in de blauwe vakjes horen bij de woorden in de rode vakjes?
I
You
He, she, it
We
You
They
're
're
're
's
'm
're

Slide 20 - Drag question

Welke woorden in de blauwe vakjes horen bij de woorden in de rode vakjes?
I
You
He, she, it
We
You
They
have
has
have
have
have
have

Slide 21 - Drag question

En als we de woorden korten maken?
Welke letters in de blauwe vakjes horen bij de woorden in de rode vakjes?
I
You
He, she, it
We
You
They
've
's
've
've
've
've

Slide 22 - Drag question

Kijk eens goed naar meneer Hans.
Denk goed na...
Meerdere antwoorden mogelijk
Wat klopt NIET?

A
He's our Englisch teacher
B
He is a girl
C
He's deaf
D
He's got earrings

Slide 23 - Quiz

Ik heb met deze les meer geleerd over de Engelse werkwoorden /to be/ en /to have/.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

De volgende keer wil ik graag meer oefenen met ...

Slide 25 - Mind map

Ik vind het thuiswerken met LessonUp...
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll