Zijn er vragen over het huiswerk van vandaag? Zo ja, type het nummer in. Deze bespreken we na deze LessonUp.
1 / 23
next
Slide 1: Open question
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Zijn er vragen over het huiswerk van vandaag? Zo ja, type het nummer in. Deze bespreken we na deze LessonUp.
Slide 1 - Open question
Leerdoelen bij 5.4
Je kunt aan de hand van de oplosbaarheidstabel voorspellen of een neerslagreactie plaats zal vinden;
Je kunt de reactievergelijking geven van een neerslagreactie.
Slide 2 - Slide
Wat is de verhoudingsformule van natriumwaterstofcarbonaat?
timer
0:20
A
Na2CO3
B
NaHCO2
C
NaHCO
D
NaHCO3
Slide 3 - Quiz
Wat is de verhoudingsformule van calciumfosfaat ?
timer
0:20
A
Ca3(PO4)2
B
Ca(PO4)3
C
Ca2(PO4)3
D
Ca3PO42
Slide 4 - Quiz
Wat is de verhoudingsformule van bariumsulfiet?
timer
0:20
A
BaSO4
B
BaS
C
BaSO3
D
Ba(SO4)
Slide 5 - Quiz
Welke verhoudingsformule is onjuist?
timer
0:20
A
AlPO4
B
Mg(CH3COO)2
C
Ag2O
D
AlSO4
Slide 6 - Quiz
Wat is de verhoudingsformule van natriumcarbonaat?
timer
0:20
A
NaCO3
B
Na(CO3)2
C
Na2CO3
D
NaCO32
Slide 7 - Quiz
Is natriumcarbonaat goed oplosbaar in water? (Gebruik Binas tabel 45A)
timer
1:00
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quiz
Geef de oplosvergelijking van natriumcarbonaat (geef ladingen aan met ^)
timer
1:30
Slide 9 - Open question
Slide 10 - Video
Neerslagreactie
In een zoutoplossing bevinden zich: losse ionen.
Bij samenvoegen van zoutoplossingen, ontstaat er soms een: slecht oplosbaar zout.
Dit komt omdat sommige ionen in de oplossing: ionbindingen vormen
Er ontstaat een: suspensie (=troebel vloeibaar mengsel).
Dit noemen we een neerslagreactie.
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
00:03-00:09
oplossing kaliumjodide met K+ en I- ionen
oplossing loodnitraat met Pb2+ en NO3- ionen
Slide 13 - Slide
00:09-00:15
Pb2+ en I- vormen het slecht oplosbare zout lood(II)jodide
Pb2+ (aq) + 2 I- (aq) -> PbI2 (s)
lood(II)jodide is geel (Binas 65B)
Slide 14 - Slide
TOA-Ted druppelt met een pasteurpipet een calciumnitraat-oplossing in een bekerglas gevuld met kaliloog.
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Thomas giet een oplossing van zilvernitraat bij een oplossing van natriumchloride. Geef de RV van de vorming van de neerslag.
Slide 17 - Open question
Zijn er vragen over het huiswerk van vandaag? Zo ja, type het nummer in. Deze bespreken we na deze LessonUp.
Slide 18 - Open question
Ontstaat er een neerslag? Een oplossing van kaliumnitraat wordt toegevoegd aan een oplossing van natriumchloride
A
Ja
B
Nee
Slide 19 - Quiz
Pieter giet een oplossing van magnesiumchloride bij een oplossing van kaliumfosfaat. Geef de RV van de vorming van de neerslag.
Slide 20 - Open question
De TOA doet een schep calciumcarbonaat in een RB en voegt 5 mL water toe. Wat is de juiste uitspraak?
A
De inhoud van de RB wordt troebel, er ontstaat een neerslag
B
De inhoud van de RB blijft helder, er ontstaat een neerslag
C
De inhoud van de RB wordt troebel, het zout lost niet op.
D
De inhoud van de RB wordt helder, het zout is goed oplosbaar.
Slide 21 - Quiz
Geef de RVs van de neerslagreacties: 1) oplossingen van calciumchloride en natriumcarbonaat 2) oplossingen van aluminiumsulfaat en natriumfosfaat 3) oplossingen van aluminiumfluoride en calciumjodide