Toets; huid, cel en weefsels

Toets; huid, cel en weefsels
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Toets; huid, cel en weefsels

Slide 1 - Slide

Wat is de kleinste functionele eenheid van het leven?
A
weefsel
B
cel
C
orgaan
D
molecuul

Slide 2 - Quiz

Welke structuur in de cel regelt wat erin en eruit gaat?
A
Mitochondriën
B
Ribosomen
C
Celmembraan
D
Celkern

Slide 3 - Quiz

A) Celkern: Functie: De celkern bevat DNA, Het regelt alle processen in de cel en bepaalt welke eiwitten worden aangemaakt.

B) Celmembraan: Het regelt welke stoffen de cel in en uit gaan en beschermt de cel tegen de omgeving.

C)Mitochondriën: worden de "energiecentrales" van de cel genoemd. Ze zetten voedingsstoffen om in energie (ATP) die de cel nodig heeft om te functioneren.

D) Ribosomen zijn verantwoordelijk voor de aanmaak van eiwitten (eiwitsynthese), die nodig zijn voor groei en herstel van de cel.

Slide 4 - Slide

Waar bevindt zich het DNA in een menselijke cel?
A
celkern
B
celmembraan
C
mitochondriën
D
cytoplasma

Slide 5 - Quiz

Welke cellen vervoeren zuurstof door het lichaam?
A
Witte bloedcellen
B
Zenuwcellen
C
Rode bloedcellen
D
Spiercellen

Slide 6 - Quiz

Wat gebeurt er als cellen zich ongecontroleerd blijven delen?
A
Ze sterven sneller
B
Ze veranderen in stamcellen
C
Ze worden zenuwcellen
D
Ze kunnen tumoren vormen

Slide 7 - Quiz

Welke laag van de huid bevat de meeste bloedvaten?
A
Opperhuid (epidermis)
B
Onderhuids bindweefsel (hypodermis)
C
Lederhuid (dermis)
D
hoornlaag

Slide 8 - Quiz

A) Opperhuid (Epidermis) Beschermt tegen bacteriën, virussen, UV-straling en uitdroging. 

B) Lederhuid (Dermis): stevigheid en elasticiteit (door collageen en elastine)
Bevat bloedvaten die zuurstof en voedingsstoffen naar de huid vervoeren
Bevat zenuwuiteinden, talgklieren en zweetklieren voor huidverzorging en temperatuurregeling

C) Onderhuids bindweefsel (Hypodermis)Zorgt voor isolatie en temperatuurregeling door vetweefsel Werkt als schokdemper en Verbindt de huid met onderliggende structuren 

D) Hoornlaag :Bovenste laag van de epidermis
Bestaat uit dode, verhoornde cellen die de huid beschermen

Slide 9 - Slide

Wat is de belangrijkste functie van bindweefsel in de huid?
A
Vocht vasthouden
B
Stevigheid en elasticiteit
C
bescherming tegen UV straling
D
zenuwsignalen doorgeven

Slide 10 - Quiz

Wat is de functie van talgklieren in de huid?
A
zweet produceren
B
bescherming tegen bacteriën en uitdroging
C
pigment aanmaken
D
nieuwe huidcellen aanmaken

Slide 11 - Quiz

Welke vier hoofdtypen weefsels zijn er in het menselijk lichaam?
A
Spierweefsel, botweefsel,zenuwweefsel, vetweefsel
B
Epitheelweefsel, bindweefsel,spierweefsel, zenuwweefsel
C
Bloedweefsel, kraakbeenweefsel,vetweefsel, spierweefsel
D
Huidweefsel,bloedweefsel,botweefsel,spierweefsel

Slide 12 - Quiz

Wat is de belangrijkste functie van epitheelweefsel?
A
beweging mogelijk maken
B
signalen doorgeven aan de hersenen
C
bescherming en bedekking van organen
D
opslag van vet en energie

Slide 13 - Quiz

Wat is de belangrijkste functie van spierweefsel
A
Stevigheid geven aan organen
B
signalen sturen naar de hersenen
C
voedingsstoffen opslaan
D
samentrekken om beweging mogelijk te maken

Slide 14 - Quiz

Welk weefsel geleidt elektrische signalen door het lichaam?

A
zenuwweefsel
B
epitheelweefsel
C
spierweefsel
D
bloedweefsel

Slide 15 - Quiz

Waar bevindt zich kraakbeenweefsel?
A
In de hersenen
B
tussen de botten en in de neus en oren
C
In de lever
D
In de wanden van de bloedvaten

Slide 16 - Quiz

Wat is de belangrijkste functie van bindweefsel?
A
Signalen doorgeven tussen zenuwcellen
B
Het lichaam ondersteunen, beschermen en verbinden
C
Voedsel afbreken en opnemen
D
zuurstof vervoeren

Slide 17 - Quiz

Welke spierweefselsoort is niet willekeurig aan te sturen?
A
hartspierweefsel
B
skeletspierweefsel
C
Dwarsgestreept spierweefsel
D
alle spierweefsels zijn willekeurig aan te sturen.

Slide 18 - Quiz

Welk type weefsel bekleedt de binnenkant van organen en bloedvaten?
A
spierweefsel
B
bindweefsel
C
epitheelweefsel
D
zenuwweefsel

Slide 19 - Quiz

Wat is het sterkste type bindweefsel in het lichaam?
A
kraakbeen
B
vetweefsel
C
botweefsel
D
spierweefsel

Slide 20 - Quiz

Hoe heet het bindweefsel dat spieren met botten verbindt?
A
pezen
B
ligamenten
C
kraakbeen
D
spiervezels

Slide 21 - Quiz

Wat is een belangrijke functie van vetweefsel?
A
Signalen doorgeven aan de hersenen
B
Opslag van energie en isolatie
C
Bloedcellen produceren
D
Stevigheid geven aan organen

Slide 22 - Quiz

Welk weefsel geneest het slechtst na beschadiging?
A
bindweefsel
B
spierweefsel
C
epitheelweefsel
D
zenuwweefsel

Slide 23 - Quiz

Welke drie lagen heeft de huid?
A
Epidermis, dermis, hypodermis
B
Hoornlaag, talgklieren, haarzakjes
C
Epitheel, bindweefsel, bloedvaten
D
Dermis, spierweefsel, botweefsel

Slide 24 - Quiz

wat is de rol van zweetklieren in de huid?
A
warmte vasthouden
B
vocht vasthouden
C
het lichaam afkoelen
D
de huid verstevigen

Slide 25 - Quiz

Wat gebeurt er met de huid als we ouder worden?
A
Ze wordt dikker en steviger
B
Ze wordt dunner en minder elastisch
C
Ze krijgt meer haarzakjes
D
Ze maakt meer talg aan

Slide 26 - Quiz

Wat is de functie van melanocyten in de huid?
A
De huid stevig maken
B
Pigment (melanine) produceren om UV-straling te absorberen
C
Bloedvaten aanmaken
D
Nieuwe huidcellen produceren

Slide 27 - Quiz

Welke lichaamsdelen lopen het meeste risico op decubitus?
A
handpalmen en voetzolen
B
ellebogen en knieën
C
bovenarmen en buik
D
stuit, hielen en heupen

Slide 28 - Quiz

Hoeveel stadia van decubitus bestaan er?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 29 - Quiz

Wat gebeurt er in stadium 3 van decubitus?
A
Alleen een rode huid die niet verdwijnt
B
Oppervlakkige huidbeschadiging, soms met blaarvorming
C
Spieren en botten zijn zichtbaar
D
Diepere wond waarbij het vetweefsel zichtbaar is

Slide 30 - Quiz

Welke factoren vergroten het risico op smetplekken?
A
Droge huid en koude temperaturen
B
Overmatig zweten, wrijving en vochtige huidplooien
C
Regelmatig bewegen en een gezonde huidverzorging
D
Blootstelling aan zonlicht en frisse lucht

Slide 31 - Quiz