Tutoring: Present Perfect and Modal Verbs

1 / 11
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Today's Lesson
Goal: I can use the modal verbs can, could, should and have to in a sentence
  •  Question round: How'd go last week?
  • Grammar: Present Perfect and Modal verbs (can, could, should, have to)
  • Irregular verbs (3e kolom)
  • Grammar practice: Present Perfect and Modal verbs
  • Practice: Present Perfect and Modal Verbs

Slide 2 - Slide

Present Perfect

De present perfect heeft alles te maken met het verleden en het nu. Voor het verleden ken je al de past simple en de past continuous, tijden die je gebruikt voor iets dat al is afgelopen of al is gebeurd.

De present perfect heeft ook nu nog invloed of is nog steeds bezig. Het is de voltooid tegenwoordige tijd, dus aan de ene kant is het al voltooid (in het verleden), maar is het ook nog bezig of heeft het nog invloed (in het heden).

Slide 3 - Slide

Present Perfect

De volgende zinnen zeggen iets over het verleden en zijn ook nu nog bezig:

- Celine, our newborn baby, has slept since she was born.
- Graham has lived in London since the summer of 2010.
- I have played football for three years.

Slide 4 - Slide

Present Perfect

De volgende zinnen zeggen iets over het verleden en hebben nu nog invloed:

- We have never been to that restaurant.
- I have seen this movie six times already.
- Robert has lost his keys.

Slide 5 - Slide

Present Perfect

Signaalwoorden, woorden waaraan je ziet dat het ook nu nog van invloed is of nog steeds bezig is, zijn for, since, already, ever en never.

Hieronder zie je één zin in de tijden die je tot nu toe hebt geleerd, zodat je de verschillen van deze tijden goed kunt vergelijken:

- I learn English. --> present simple --> Feit
- I am learning English. --> present continuous --> Nu
- I learned English. --> past simple --> Afgelopen
- I was learning English. --> past continuous --> Afgelopen
- I have learned English. --> present perfect --> Het is gebeurd (voltooid) en heeft ook nu nog invloed.

Slide 6 - Slide

Present Perfect

How do you make a present perfect?


I
He
She
It
They
We
You

Slide 7 - Slide

Present Perfect

How do you make a present perfect?


I
Jason
Emily
The dog
The twins
The group of friends
All three girls
To Walk
To Run
To Drink
To Bark
To Cry
To Dance
To Laugh

Slide 8 - Slide

Modal Verbs

Slide 9 - Slide

Modal Verbs

Can:
- Mogelijkheden
- Wat je kan doen
- Toestemming

Could:
- Mogelijkheden in de toekomst
- wat je kan doen in het verleden
- Toestemming in het verleden




Should:
- Advies

Have to:
- Verplichtingen
- Keuzes (in combinatie met not)

Slide 10 - Slide

Modal Verbs

Slide 11 - Slide