H8

Hoofdstuk 8 Deel 1
Verhoudingen
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 8 Deel 1
Verhoudingen

Slide 1 - Slide

Planning
- Opstart (5 min.)
- LessonUp (20 min.)
- Huiswerk maken (15 min.)
- Afsluiting (5 min.)

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
- Ik weet wat een verhouding is
- Ik kan een verhoudingstabel invullen
-  Ik kan berekeningen maken met verhoudingen

Slide 3 - Slide

Instapopdracht:
5 muffins kosten 3 euro. Wat kosten 15 muffins?
A
3 euro
B
6 euro
C
9 euro
D
12 euro

Slide 4 - Quiz

Verhoudingen
Een verhouding bestaat uit twee of meer getallen. Je komt verhoudingen tegen bij hoeveelheden, prijzen en aantallen.

Bijvoorbeeld: 
In 1 pak zitten 24 rollen wc-papier
Dit is een verhouding tussen het aantal 
pakken wc-papier en het aantal rollen wc-papier.

Slide 5 - Slide

In 2 uur leg je 12 kilometer af.
Vul in: Dit is een verhouding tussen ......... en ...........

Slide 6 - Open question

Je koopt 3 appelflappen voor €2,40
Vul in: Dit is een verhouding tussen ......... en ...........

Slide 7 - Open question

Verhoudingstabel
Je kunt verhoudingen in een verhoudingstabel zetten. Je schrijft in elke rij van de tabel een ander getal uit de verhouding. 

Slide 8 - Slide

Verhoudingstabel

Slide 9 - Slide

Vul in:

Slide 10 - Open question

Vul in (ook de linkerkant):

Slide 11 - Open question

Rekenen met verhoudingen
Om met verhoudingen te rekenen, kun je een verhoudingstabel gebruiken. Om met een verhouding te vergroten, moet je beide getallen in de verhouding met hetzelfde getal vermenigvuldigen.

Slide 12 - Slide

Rekenen met verhoudingen

Slide 13 - Slide

3 kg peren kost €1,50. Hoeveel kost 6 kg peren? Schrijf ook je berekeningen op.

Slide 14 - Open question

4 dozen aardbeien kosten €6. Hoeveel kosten 16 dozen? Schrijf ook je berekeningen op.

Slide 15 - Open question

2 bioscoopkaartjes kosten €16. Hoeveel kosten 10 bioscoopkaartjes? Schrijf ook je berekeningen op.

Slide 16 - Open question

Rekenen met verhoudingen
Je kunt met een verhouding ook verkleinen. Je moet dan beide getallen in de verhouding door hetzelfde getal delen.

Slide 17 - Slide

Rekenen met verhoudingen

Slide 18 - Slide

6 meter stof kost €36. Hoeveel kost 2 meter stof? Schrijf ook je berekeningen op.

Slide 19 - Open question

Je hebt 1 liter melk nodig voor 16 pannenkoeken.
Hoeveel liter melk heb je voor 8 pannenkoeken nodig? Schrijf ook je berekeningen op.

Slide 20 - Open question

Geef aan hoe goed je dit snapt
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Aan de slag!
Hoe?
Zelfstandig
Ik loop rond voor vragen
Blz.
Hoofdstuk 8.1 & 8.2
begint op blz. 160

Opdr.
1 t/m 11
Er moet een berekening bij.

Klaar?
Iets voor jezelf doen op je laptop, waarbij je niemand anders stoort. 


Slide 22 - Slide