Extra verdieping opdracht Topklas

H3 Ordening
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H3 Ordening

Slide 1 - Slide

Huiswerk controleren 
H3 ordening basisstof 8 geleedpotigen
Maken opdracht 1 t/m 3 (blz. 224) 
Topklas 230

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Waar ging de vorige les over?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Na deze les kun je: 
Een indeling maken van de verschillende groepen binnen het dierenrijk. 

Slide 6 - Slide

Prokaryoten en Eukaryoten 
AL het leven op aarde wordt eerst verdeeld
in twee hoofdgroepen: 
Pro = voor....Voordat er kernen waren
Karyon = Kern

prokaryoten = zonder kern
eukaryoten = met kern.                                                  


Slide 7 - Slide

Welke 7 rijken waren er ook alweer?

Slide 8 - Mind map

Zeven rijken
Eukaryoten
Prokaryoten

Slide 9 - Slide

Geef de juiste volgorde van het systeem van ordening.
Soort
Stam
Klasse
Orde
Rijk
Geslacht
Familie

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

Steeds kleinere groepen
Rijke (1) 
Spanjaarden (2) 
Krijgen (3) 
Op (4)
 Familiefeesten (5) 
Grote (6) 
Steaks (7)

Slide 12 - Slide

B1: Steeds kleinere groepen
Bij de verdere indeling onstaan steeds kleinere groepen

Slide 13 - Slide

kenmerken
Symmetrie
Voorwerpen (of dieren) die
je in twee gelijke helften kunt
verdelen.

  • Tweezijdig symmetrisch
  • Veelzijdig symmetrisch
  • Niet symmetrisch

Slide 14 - Slide

Stevigheid dieren
Inwendig skelet: 
Skelet zit aan de binnenkant vb. de mens
Uitwendig skelet:
Skelet zit aan de buitenkant vb. de krab
Geen skelet:
Geen skelet vb. de kwal
Inwendig skelet
Uitwendig skelet
Geen skelet

Slide 15 - Slide

Indeling van dieren
  1. Sponsen
  2. Neteldieren
  3. Weekdieren
  4. Stekelhuidigen
  5. Geleedpotigen 
  6. Gewervelden
  7. (wormen)

Slide 16 - Slide

Gewervelden
Gewervelden hebben een inwendig skelet

Slide 17 - Slide

Gewervelden

klassen
  • Vissen
  • Amfibieën
  • Reptielen
  • Vogels
  • Zoogdieren 


Slide 18 - Slide

geleedpotigen
indelen op basis van de volgende kenmerken;
  • aantal poten

Slide 19 - Slide

Aan de slag! 
Schrijf je naam op je werk.

Vul de tabellen volledig in en maak het vertakkingsschema. 
!Lever je werk aan het einde van de les in! 

Slide 20 - Slide

H3 Ordening

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

7 Rijken

Slide 23 - Slide

Schimmel
Celkenmerken
Schimmels hebben een celkern
Ze hebben ook een celwand
Ze hebben geen bladgroenkorrels. 

Ze bestaan uit lange, dunne draden die je schimmeldraden noemt.  

Als er schimmel op je boterham zit, zie je die schimmeldraden als 'pluisjes'

Slide 24 - Slide

Schimmels
Schimmels bestaan uit lange schimmeldraden.

Ze planten zich voort met sporen die groeien aan het einde van een schimmeldraad of in een speciaal voortplantingsorgaan: de !paddestoel!

Slide 25 - Slide

Nut en schade
Schimmels voeden zich vaak met de resten van dode organismen = nuttig voor de natuur. 

Slide 26 - Slide

Nut en schade 
 Schimmels worden gebruikt voor biotechnologie: 
  • Brood, bier, wijn en kaas.
Schimmels worden gebruikt om geneesmiddelen te maken.
  • Penicilline


Slide 27 - Slide

Antibiotica wordt gemaakt van penicilline (schimmel)

Slide 28 - Slide

Nut en schade
Schimmels kunnen ook schadelijk zijn, wanneer ze ons voedsel bederven. 


Slide 29 - Slide

Belangrijke Celkenmerken bacteriën
Alle prokaryoten
hebben:
  • Geen celkern
  • Celwand 
  • Celmembraan

Slide 30 - Slide

Bacteriën hebben GEEN .....
A
celwand
B
celkern
C
celmembraan
D
DNA

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Voortplanting bacteriën

Bacteriën planten zich voort door deling

Slide 33 - Slide

Nut en schade
Bacteriën zitten overal op en in je lichaam -> wel miljarden goede bacteriën. 

Ze helpen bij het verteren van voedsel.
Ze beschermen je tegen ziekteverwekkers. 

Slide 34 - Slide

Dieren
Planten
Schimmels
Bacteriën 

Slide 35 - Drag question

Huiswerk 
Basisstof 5 opdracht 1, 3, 8 + 9 (blz. 209)
Basisstof 6 opdracht 1, 4, 7, +9 (blz. 214) 

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

A4= indeling dieren 
dus 1 = krokodil --> gewervelde
 --> reptiel
A4= zelf verzonnen dier
(voldoet aan kenmerken groep)

A3= plattegrond
(verantwoording welke dieren
je naast elkaar hebt gezet
en waarom? 

Slide 38 - Slide

Afspraken in de klas 
1. Ik behandel anderen zoals ik zelf behandeld wil worden. 
2. Ik neem mijn verantwoordelijkheid als leerling (bv. huiswerk maken, afspraken nakomen enz)
3. Als iemand aan het woord is ben ik stil. 
4. We focussen op onszelf zodat iedereen zich kan concentreren. 

Slide 39 - Slide