Organismen (levende wezens) hebben levenskenmerken. Deze levenskenmerken zijn:
Ademhalen bewegen uitscheiden voeden voortplanten
waarnemen groei ontwikkeling en stofwisseling.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologyMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Levenskenmerken
Organismen (levende wezens) hebben levenskenmerken. Deze levenskenmerken zijn:
Ademhalen bewegen uitscheiden voeden voortplanten
waarnemen groei ontwikkeling en stofwisseling.
Slide 1 - Slide
De levensfases
In de biologie zijn er acht levensfases deze levensfases zijn:
baby, peuter, kleuter, schoolkind, puber, adolescent, volwassene en bejaarde.
Slide 2 - Slide
Kenmerken levensfase baby
De kenmerken die bij deze levensfase horen zijn :
0 t/m 1,5 jaar
Groeispurt
Leert zitten
Leert reageren op andere mensen
Slide 3 - Slide
Kenmerken levensfase peuter
De kenmerken die bij deze levensfase horen zijn :
1,5 t/m 4 jaar
Praten
Lopen
Torentje bouwen
Slide 4 - Slide
Kenmerken levensfase kleuter
De kenmerken die bij deze levensfase horen zijn :
4 t/m 6 jaar
fietsen
beeldscherm gebruiken
samen spelen
Slide 5 - Slide
Kenmerken levensfase schoolkind
De kenmerken die bij deze levensfase horen zijn :
6 t/m 12 jaar
lezen
schrijven
rekenen
Slide 6 - Slide
Kenmerken levensfase puber
De kenmerken die bij deze levensfase horen zijn :
groeispurt
borsten
baardgroei
schaamhaar
Slide 7 - Slide
Kenmerken levensfase adolescent
De kenmerken die bij deze levensfase horen zijn :
16 t/m 21 jaar
zelfstandig worden
Slide 8 - Slide
Kenmerken levensfase adolescent
De kenmerken die bij deze levensfase horen zijn :
16 t/m 21 jaar
zelfstandig worden
Slide 9 - Slide
Kenmerken levensfase volwassene
De kenmerken die bij deze levensfase horen zijn :
21 t/m 65 jaar
werken
kinderen krijgen
Slide 10 - Slide
Kenmerken levensfase oudere
De kenmerken die bij deze levensfase horen zijn:
65 jaar en ouder
lichamelijke problemen
soms geestelijke problemen
Slide 11 - Slide
levensfase
Slide 12 - Mind map
Chromosomen
In elke celkern in het lichaam zijn er chromosomen.
Chromosomen zijn lange dunne draden. De mens heeft in het lichaam 46 chromosomen. Tijdens een celdeling worden chromosomen zichtbaar. Een kind krijgt de helft van de chromosomen dit zijn er 23 van de moeder en de andere helft ook 23 van de vader.
Slide 13 - Slide
Dna
Voor alle erfelijke eigenschappen is er DNA nodig. DNA is een bepaald stofje dat nodig is voor erfelijke eigenschappen.