Moleculen en atomen

Moleculen en atomen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 75 min

Items in this lesson

Moleculen en atomen

Slide 1 - Slide

lesdoelen
Aan het einde van deze les kan/ken ik...
- uitleggen hoe moleculen zijn opgebouwd aan de hand van de woorden indexcijfer en coëfficiënt
- de scheikundige naam geven van een molecuulformule
- de molecuulformule geven bij een scheikundige naam
(Kan je met het massagetal en het atoomnummer het aantal protonen, neutronen en elektronen van een atoom uitrekenen*)

Slide 2 - Slide

waarom is dit onderwerp belangrijk?
  • zorgt voor meer kennis van de objecten om ons heen
  • geeft je een indruk van hoe scheikunde er in de volgende jaren uit gaat zien

Slide 3 - Slide

hoe je de theorie gaat verwerken
  • Je luistert naar de uitleg 
  • Je pakt de reader erbij en gaat de tekst doorlezen en opdrachten maken
  • je gebruikt het internet om de leerdoelen tot je te nemen
  • Je gaat aan het werk met de Applet om een beeld te vormen van molecuulbouw
  • https://phet.colorado.edu/en/simulations/build-a-molecule

Slide 4 - Slide

lesinhoud
Verwondersessie: uitleg atoombouw
Workshopsessie: Phet bouwen atomen + huiswerk maken
Communicatiesessie: Quiz via LessonUp

Slide 5 - Slide

Atomen
Moleculen zijn opgebouwd uit atomen.

Er bestaan ongeveer 100? soorten atomen.
Elk atoomsoort heeft een symbool.

Omdat atomen basis zijn voor alle stoffen worden ze ook wel elementen genoemd. 

Slide 6 - Slide

Waaruit bestaan moleculen?
Moleculen zijn opgebouwd uit nog kleinere deeltjes.
Deze kleinste deeltjes noemen we atomen.

Er bestaan meer dan 100 verschillende atomen.

Alle atomen van één soort zijn gelijk aan elkaar.
2 of meer atomen bij elkaar bouwen een molecuul.


Slide 7 - Slide

Index
Index = een getal dat het aantal atomen van elke soort in een molecuul.

 Index 1 wordt weggelaten. 
Koolzuurgas

Slide 8 - Slide

Systematische naamgeving

Slide 9 - Slide

Wat is hier de index?

4O2
A
2
B
4

Slide 10 - Quiz

geef de systematische naam voor:
N2O4
A
stikstofoxide
B
distikstoftetrazuurstof
C
distikstoftetraoxide
D
distikstoftrioxide

Slide 11 - Quiz

Wat is de index van 4 CO2
A
4
B
2
C
C
D
O

Slide 12 - Quiz

Wat is de systematische naam voor CO2
Wat is de systematische naam voor CO2
A
di-koolstof-oxide
B
koolstof-mono-oxide
C
koolstof-di-oxide
D
zuurstof

Slide 13 - Quiz

Wat is de systematische naam van:
CF4
A
Koolstoftetrafosfide
B
Koolstofpentafluoride
C
Koolstoftetrafluoride
D
Monokoolstoftetrafluoride

Slide 14 - Quiz

Wat is de index van 6 O2?
A
6
B
1
C
0
D
2

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Protonen


Neutronen


Elektronen
Plaats                               Lading

Slide 17 - Slide

atoombouw
massagetal = aantal protonen + neutronen
atoomnummer = aantal protonen
massagetal - atoomnummer = aantal neutronen

Slide 18 - Slide

Aantal:

protonen

neutronen

elektronen

Slide 19 - Slide

p

n

e
p

n

e

p

n

e
p

n

e

Slide 20 - Slide

Wat is een atoom?
A
Een molecuul
B
Een bouwsteen van een molecuul
C
Onderdeel van een ion
D
Een stof

Slide 21 - Quiz

Een atoom:
A
ruim honderd soorten
B
meer dan 30 miljoen soorten

Slide 22 - Quiz

Wat is een atoom
A
Bouwstof van speelgoed
B
Bouwstof van een molecuul
C
Bouwstoffen van een element
D
Bouwstoffen

Slide 23 - Quiz

Hoeveel elektronen heeft 4He?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 24 - Quiz

Wat is de atoommassa van 4He?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 25 - Quiz

Hoeveel elektronen heeft Li?
A
3
B
5
C
8
D
11

Slide 26 - Quiz

Hoeveel neutronen heeft Li?
A
3
B
5
C
8
D
11

Slide 27 - Quiz