This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Introductie Burgers en Stoommachines
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Introductie
Leerdoelen bespreken
Uitleg
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Herhaling regels en verwachtingen
Als ik praat of mijn hand op steek, is het stil
We komen zonder jas of oortjes het lokaal in
We blijven van elkaars spullen af
We gaan met respect met elkaar om
Schelden met ziektes, daar stoppen we mee in mijn les
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Welke leerdoelen?
Ik kan uitleggen waarom er in de industriële revolutie uitvindingen zijn uitgevonden.
Ik kan uitleggen welke uitvindingen na elkaar zijn uitgevonden.
Ik kan uitleggen waarom elke uitvinding elkaar opvolgt.
Welke werkdoelen?
De industriële revolutie
Maak de vragen over de tekst
Maak de vragen over de machines
Begin met opdracht 1 van missie trede 8
Slide 5 - Slide
Deadline missie trede 8
Op 10 februari moet alles op Itslearning ingeleverd zijn.
Let op! We werken aan de missie in de workshops, tijdens de workshops kun je het afronden!
Slide 6 - Slide
Er komen 3 herhalingsvragen aan...
Herhaling van de vorige les
Slide 7 - Slide
Welk begrip hoort bij deze betekenis: Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie
Slide 8 - Quiz
Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.
Slide 9 - Quiz
In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland
Slide 10 - Quiz
Maak aantekeningen
Slide 11 - Slide
Video
Histoclips: uitvindingen uit de negentiende eeuw (2:17)
Let op! Schrijf op welke uitvindingen je ziet.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Welke uitvindingen zag je in deze video?
Slide 14 - Mind map
Schietspoel
1733
Om sneller kleding te maken, moet je sneller kunnen weven.
De Engelsman John Kay vond de schietspoel uit. Hiermee kun je veel sneller weven dan met de hand.
De schietspoel was nog geen échte machine: het bedienen ging met de hand.
Slide 15 - Slide
Spinning Jenny
1764
Als je sneller kunt weven, heb je ook meer draad nodig.
Met de Spinning Jenny van James Hargreaves kon je 8 en later 16 draden tegelijk spinnen
Slide 16 - Slide
Cotton Gin
1793
Omdat het spinnen en weven veel sneller ging was er ook meer katoen nodig.
Om de zaden sneller uit katoenpluizen te halen vond de Amerikaan Eli Whitney de Cotton Gin uit ("Katoen motor").
Slavernij neemt toe: er zijn veel meer slaven nodig om de katoen te plukken...
Slide 17 - Slide
Stoommachine
Stoommachine van James Watt
Begin van de industriële revolutie.
Slide 18 - Slide
Hoogovens
Door steenkool op een speciale manier te verhitten ontstaat cokes.
Met cokes krijg je een betere verbranding. Hierdoor kun je ook ijzererts beter verhitten.
Om ijzer nog sterker te maken, werd er gebruik gemaakt van hoogovens: ovens die zo warm worden dat het ijzer zuiver wordt.
Omdat zuiver ijzer zich beter laat bewerken, nemen ook de toepassingen ervan toe: zo zie je steeds meer bouwwerken van ijzer. Zoals bijvoorbeeld bruggen, maar ook de Eiffeltoren
Slide 19 - Slide
Video
Histoclips: op stoom (3:44)
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Video
Noem één voordeel en één nadeel van een stoommachine
Slide 22 - Open question
Wat kun je allemaal met een stoommachine doen?
Slide 23 - Open question
Er komen 3 controlevragen aan...
Ter controle van de leerdoelen
Slide 24 - Slide
Welk begrip hoort bij deze betekenis: Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie
Slide 25 - Quiz
Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.
Slide 26 - Quiz
Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector
Slide 27 - Quiz
In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland
Slide 28 - Quiz
Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1740, sneller weven?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het weefgetouw
Slide 29 - Quiz
Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1760 sneller spinnen?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het spinnewiel
Slide 30 - Quiz
Tijd over? video
Histoclips: De industriële revolutie (14:27)
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Video
Deadline missie trede 8
Op 10 februari moet alles op Itslearning ingeleverd zijn.
Let op! Je kan nu aan opdracht 1 beginnen!
Slide 33 - Slide
Workshop Burgers en Stoommachines
Slide 34 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Introductie
Zelf aan het werk: opdracht 1 missie
Afsluiting
Slide 35 - Slide
Welke leerdoelen?
Ik kan uitleggen waarom er in de industriële revolutie uitvindingen zijn uitgevonden.
Ik kan uitleggen welke uitvindingen na elkaar zijn uitgevonden.
Ik kan uitleggen waarom elke uitvinding elkaar opvolgt.