This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Economie
Paragraaf1.3
Slide 1 - Slide
§1.3 Wil je welvaart of welzijn?
H1 Inkomen en welvaart
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Je leert in deze paragraaf:
waarom het nodig is om prioriteiten te stellen
wat het betekent dat de meeste goederen schaars zijn
wat het verschil is tussen welvaart en welzijn
hoe je prijsveranderingen in procenten en met indexcijfers kunt laten zien
Slide 3 - Slide
In je behoeften voorzien
Slide 4 - Slide
Om in je behoeften te kunnen voorzien heb je middelen nodig. Welke middelen zijn er?
timer
0:30
A
Geld en ruimte
B
Ruimte en tijd
C
Tijd en gezondheid
D
Geld en tijd
Slide 5 - Quiz
Proefwerk volgende week
Hoge prioriteit
Lage prioriteit
Voetbalschoenen kopen voor training vanmiddag
Praktische opdracht overmorgen af
Maakwerk voor volgende week
Maakwerk voor morgenochtend
Werken op zaterdag
Slide 6 - Drag question
Welvaart en welzijn
Slide 7 - Slide
Wat hoort bij welzijn?
A
goed inkomen
B
hoge opleiding
C
gezond zijn
D
gelukkig zijn
Slide 8 - Quiz
In de economie gaat het vaak over welvaart, als Thijs door een verhoging van zijn loon nu vaker uit eten kan, wordt zijn welvaart , dit betekent dat je in meer kunt voorzien. Je kunt je welvaart ook vergroten door
Kies uit:
behoeften
zelfvoorziening
groter
kleiner
schaarste
goederen
Slide 9 - Drag question
Schaarste
Slide 10 - Slide
De manier waarop een bedrijf de verschillende marketinginstrumenten (de 6 P's) tegelijk gebruikt.
Woord dat je in de economie gebruikt wanneer bij het maken van het product (productie)middelen zijn gebruikt .
Is een specifieke groep mensen die een bedrijf wil bereiken om zoveel mogelijk te verkopen.
Met prioriteiten stellen wordt bedoeld dat je aan bepaalde zaken voorrang geeft.
Marketingmix
Schaars
Prioriteiten stellen
Doelgroep
Slide 11 - Drag question
Wat is een voorbeeld van zelfvoorziening?
A
een laptop kopen
B
in de moestuin werken
C
cupcakes zelf bakken
D
huiswerk maken
Slide 12 - Quiz
Wat is geen zelfvoorziening?
A
Het kopen van een frikandel broodje
B
Het bakken van een taart
C
Je fiets repareren.
Slide 13 - Quiz
Formule
Slide 14 - Slide
Een HP laptop kost bij Coolblue € 529. Bij Bol.com kost dezelfde laptop € 499. Bereken hoeveel procent de laptop bij Coolblue [duurder] is dan bij Bol.com.
Een prijsverschil in procenten berekenen
(nieuw - oud) : oud x 100
Let op! Als je prijzen moet vergelijken tussen winkels, kijk dan naar de vraagstelling. Moet je uitrekenen hoeveel iets duurder is? Dan moet de uitkomst van nieuw - oud een positief getal zijn. Moet je uitrekenen hoeveel iets goedkoper is? Dan moet de uitkomst van nieuw - oud een negatief getal zijn.
Slide 15 - Open question
7.4
Een jas kost normaal € 119. Tijdens een actie kost de jas € 95. Bereken hoeveel procent korting je krijgt.