Lezen, 3.5 A.



Lezen, 3.5 A.


1 Planning en agenda
2 Vraagstuk op vrijdag
3 Quizje
4 Nabespreken 3.4 B
5 Zelfstandig nakijken
























m.marinus@singelland.nl


6 Samen beginnen: 3.4 C
7 Pauze
8 Nabespreken 3.4 C
6 Afsluiten met Plenda!



Welkom!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson



Lezen, 3.5 A.


1 Planning en agenda
2 Vraagstuk op vrijdag
3 Quizje
4 Nabespreken 3.4 B
5 Zelfstandig nakijken
























m.marinus@singelland.nl


6 Samen beginnen: 3.4 C
7 Pauze
8 Nabespreken 3.4 C
6 Afsluiten met Plenda!



Welkom!

Slide 1 - Slide

Vraagstuk op Vrijdag
 Hoogopgeleiden moeten subsidie krijgen om sneller en meer kinderen te kunnen maken.

Slide 2 - Slide

Verwijswoorden...
A
geven een verband aan in de tekst.
B
geven een eigenschap aan.
C
geven aan dat iets van iemand is.
D
verwijzen naar iets in de tekst.

Slide 3 - Quiz

Een verwijswoord kan verwijzen naar:
A
één woord
B
een paar woorden
C
antwoord A, B en D zijn goed
D
een hele zin

Slide 4 - Quiz

Wat is geen verwijswoord?
A
de
B
deze
C
zodat
D
dat

Slide 5 - Quiz

De verwijswoorden: "zij/ze, hun"
verwijzen naar....
A
1 persoon of ding
B
meerdere personen of dingen

Slide 6 - Quiz

Hier, daar,er zijn verwijswoorden. Ze verwijzen naar:
A
een plaats
B
de-woord in het enkelvoud
C
woorden in het meervoud
D
het-woord in het enkelvoud

Slide 7 - Quiz

Verwijswoorden
Geen verwijswoorden
ze
kijkt
rond
hij 
mompelt
kleur

Slide 8 - Drag question

Slide 9 - Link

Zelfstandig nakijken

  • Antwoorden vrij bij 100%.
  • Vragen? Vragen!

timer
10:00

Slide 10 - Slide

Aan de slag!

Maak de vragen van Over Taal 3.4 C. Na 10 minuten kijken we deze gelijk even na.


  • Overleggen mag (op fluistertoon).
  • Heb je een vraag, hand omhoog!
  • Ik maak rondjes door de klas en kijk ook via learnbeat/cloudwise met jullie mee.
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Pauze
    Pauze 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Informerende en uitleggende  teksten
Informerende teksten en uitleggende teksten lijken op elkaar, maar zijn toch anders.


tekstdoel
tekstsoort
tekstvorm
informeren: de lezer iets nieuws vertellen
informerende tekst
nieuwsbericht, tijdschriftartikel, verslag, werkstuk, folder
uitleggen: de lezer uitleggen hoe iets zit of hoe je iets doet
uitleggende tekst
schoolboektekst, recept, handleiding, gebruiksaanwijzing

Slide 14 - Slide

Aan de slag!

Maak de vragen van Lezen, 3.5 A, vraag 1 t/m 8.
Verder werken? 3.5 helemaal.


  • Overleggen mag (op fluistertoon).
  • Heb je een vraag, hand omhoog!
  • Ik maak rondjes door de klas en kijk ook via learnbeat/cloudwise met jullie mee.
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Agenda - Plenda
Huiswerk:
Maak de vragen van Lezen, 3.5 A, vraag 1 t/m 8.



Slide 16 - Slide