Physical Computing - Intro

IoT: Internet of Things
1 / 18
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

IoT: Internet of Things

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Voor de volgende keer:
De ventilatoren werken moeizaam, sommigen zijn niet goed aangedraaid.
De experimenten zijn goed te doen
Eigen idee: goed om vanuit een experiment te werken en dit uit te breiden. Dit levert minder punten op dan een hele eigen creatieve opdracht.
Experimenten maken betekent dat er dingen fout zullen gaan. Dit kan frustrerend zijn, maar hoort erbij. Soms moet je andere keuzes maken, als een bepaald keus niet werkt.
Jullie krijgen hulp, maar je wordt niet aan het handje genomen. Je moet het in principe zelf oplossen!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Periode 4:
Physical computing:
  • Basisopdrachten (geeft al een voldoende): In tweetallen
  • Eindopdracht (voor de liefhebbers van knutselen): Groepjes van max 4 leerlingen
Security:
  • Basisopdrachten 
  • Eindopdracht: Kiezen uit
  • Spel/escaperoom: Groepsopdracht, groepjes van 4 leerlingen
  • Werkstuk: Individuele opdracht

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Basisopdrachten, die elk groepje maakt
  • Hotelschakeling (1pt)
  • Verkeerslicht met timer (2pt)
  • Dodemansknop met timer (1,5pt) 
  • Of: aardappelspel met meer micro:bits met radiogolven (2 pt)

Uitbreiding: 3pt
  • Uitbreiding verkeerslicht
  • Eigen idee (1pt extra)

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Je werkt per tweetal met een inventors 'kit en een micro:bit
Plak een sticker met jullie namen op het doosje.
In principe ontmantel je het systeem niet aan het eind van de les, zet het in de kast op het doosje
Per opdracht maak je:
  1. Toestandsdiagram
  2. Pseudocode
  3. Werkend programma
  4. Filmpje van werkend systeem

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Je gaat circuitjes maken. Die worden aangestuurd met sensoren, zoals bv. een knop
De actuatoren reageren daarop, bv door een geluidje te laten horen, of een lichtje te laten branden.
Een lichtje is dus een actuator.
Je kunt zeggen:
Sensoren verwerken de input
Actuatoren zorgen voor de juiste outpu.
Beide moeten geprogrammeerd worden!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

We gaan de inhoud van het doosje bekijken:
  • Breadboard: Het plankje, wat vroeger een broodplankje was, waarop spullen gesoldeerd moesten worden. Door dit plankje te gebruiken kun je spullen verbinden met het zg. breakoutboard, waar de micro:bit in gestoken wordt. Let op: Niet ondersteboven, die micro:bit
  • Weerstanden, kabeltjes, lichtjes, een piezobuzzer voor geluid, knopjes, een ventilator, etc. Op p. 4 van het boekje staat wat er allemaal in zit.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Op p. 6 zie je hoe de breadboard in elkaar zit.
Onderin zijn metalen stripjes bevestigd, waar stroom doorheen kan.
De rijen en kolommen geven aan hoe deze stripjes lopen. Hier maak je verbinding mee.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Het boekje:
De achterkant is belangrijk om af en toe te raadplegen.
Hier zie je via welke pin je button A of B aanstuurt

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Op het plaatje zie je de verbindingen, die je met de micro:bit kunt maken. Je ziet:
GND: Ground: 0volt. Hier gaat de stroom heen
3V: De stroom, die de micro:bit krijgt via de computer
Er moet dus een circuit komen van + naar -, van de 3V naar de 0V.
Hoe je de onderdelen verbindt, zie je op p.6 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Physical computing gaat over computersystemen, die werken met sensoren en actuatoren.
De sensoren kun je vergelijken met zintuigen. Ze nemen de wereld waar.
Wat er waargenomen wordt, bv. beweging, licht, geluid, wordt in een programma verwerkt en geeft een output. Die output triggert een actuator.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

We gaan ons verdiepen in kleine systemen.
Elk systeem kan zich in een beperkt aantal toestanden bevinden.
Stel je voor je hebt een sensor, die beweging detecteert, en als gevolg daarvan een lamp aanzet, dan bevindt dit systeem zich in 1 van de 2 mogelijke toestanden: De lamp is aan of de lamp is uit.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Om zo'n systeem te bouwen, wordt de volgende aanpak gebruikt:
  1. Je maakt een toestandsdiagram: Een tekening van alle mogelijke toestanden EN de mogelijkheden om van de ene naar de andere toestand te komen
  2. Vanuit het toestandsdiagram maak je pseudocode
  3. Dit kun je omzetten naar een programma voor de micro:bit

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Kennismaken met een toestandsdiagram: Een bewaker in een game
Je bekijkt het filmpje en schrijft op in welke toestanden de bewaker zich kan bevinden. Hij is geprogrammeerd, dus hij kan maar een beperkt aantal dingen

Slide 14 - Slide

Bewaker in game: https://youtu.be/it9t0whAyPg

Wikiwijs: https://maken.wikiwijs.nl/135422/Cyclus_1#!page-4855353
Stel je voor dat je deze toestanden ongeveer hebt gevonden.

  1. Waakzaam, rondkijkend
  2. Alert, klaar voor actie, rondkijkend
  3. Gealarmeerd, achter vijand aan lopend
  4. Verdwaasd, rondlopend
  5. Dood

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Toestanden worden cirkels, overgangen pijlen. De begintoestand wordt met een inkomende pijl aangegeven

Slide 16 - Slide

https://maken.wikiwijs.nl/135422/Cyclus_1#!page-4913221
Dat lijkt allemaal op robotica en dat is het ook.
Een goed artikel over de veranderingen, die ons te wachten staan of al gaande zijn, vind je hier.
March is een project van de TU Delft, waar een exoskelet wordt ontwikkeld.

Slide 17 - Slide

https://www.nrc.nl/nieuws/2017/10/23/maak-kennis-met-de-cobot-13636147-a1578325?t=1643369014

Laten lezen aan begin van de les?
Inloggen met mraasveldt@hotmail.com; NRChammet00

https://www.projectmarch.nl/nl/march-vi-exoskeleton

Slide 18 - Slide

This item has no instructions