Week 20 - interviews nakijken, start Meer dan lezen, vanaf §3

Week 20 - interviews nakijken, start Meer dan lezen, vanaf §3
1 / 47
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Week 20 - interviews nakijken, start Meer dan lezen, vanaf §3

Slide 1 - Slide

Welkom th1b!
Telefoon thuis of in je kluis? Ga dan lekker zitten en leg klaar:

 - je schrift en pen;
  - je leesboek
 - Nieuw Nederlands

Laat je laptop nog even je tas. 









maandag 30 september 2024
Maandag 13 januari 2025

Slide 2 - Slide

Lesdoelen, na deze les:
  • heb je feedback gekregen op je interviewartikel;
  • weet je wat je moet aanpassen in je interviewartikel.
Planning van deze les :

  • Lezen in je leesboek
  • Taalvoutje van de week
  • Feedback geven op elkaars interviewartikel.


Slide 3 - Slide

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Taalvoutje van de week
Gecondoleerd!

Slide 5 - Slide

Eindopdracht Thema D Helden - Interview je held

Vandaag 13 januari: iedereen heeft uitgewerkt interview ingeleverd in Teams. Tijdens de les werken we aan de verbetering.  Je geeft feedback op elkaar interviewartikel.

Maandag 20 januari: inleveren verbeterd interview                   
LET OP: dit is een GEPRINTE versie van jouw interview!

Slide 6 - Slide

Feedback geven interviewartikel, hoe doe je dat?
Open Nieuw Nederlands op blz. 274
1. Feedback geven en ontvangen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Zelf aan de slag
WAT?            Ruil je interviewartikel op je laptop met je buur of een andere                                  klasgenoot. Lees het door en vul het feedbackformulier voor                                 elkaar in. Wees kritisch!
HOE?            Noteer wat aangepast kan worden op het formulier van je buur. 
HULP?          Lees blz. 274 van Nieuw Nederlands              
TIJD               15 minuten.
UITKOMST? Nu weet je wat je moet aanpassen voor komende maandag            KLAAR?        Start met aanpassen van je eigen interviewartikel 



TIJD?        15 minuten       
KLAAR?           


timer
15:00

Slide 12 - Slide

Evaluatie
Je hebt feedback gekregen op je interviewartikel;
Je weet nu wat je moet aanpassen in je interviewartikel.
Maandag 20 januari geprint inleveren.

Slide 13 - Slide

Volgende les woensdag 15 januari
  • We gaan starten met cursus 5 Grammatica.
  • Neem ook je leesboek mee!

  • Lees het krantenartikel Smartphone in de ban in klaslokaal RSG Enkhuizen dat is uitgedeeld in de les van donderdag 9 januari. We gaan het artikel in de les bespreken, dus neem je leesmapje mee.






Slide 14 - Slide

Welkom th1b!
Telefoon thuis of in je kluis? Ga dan lekker zitten en leg klaar:

 - je schrift en pen;
  - je leesboek
 - Nieuw Nederlands

Laat je laptop nog even je tas. 









maandag 30 september 2024
Woensdag 15 januari 2025

Slide 15 - Slide

Lesdoelen, na deze les:
  • heeft iedereen  feedback gekregen op het interviewartikel;
  • kun je de persoonsvorm en de zinsdelen van een zin vinden
Planning van deze les :
Dit lesuur
  • Lezen in je leesboek
  • Uitleg cursus 5 Grammatica, §2
  • Opdrachten maken §2 
6e uur
  • Laatste mogelijkheid feedback geven op elkaars interviewartikel.
  • Bespreken woorden uit krantenartikel Smartphone in ban.. 


Slide 16 - Slide

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.
timer
10:00

Slide 17 - Slide

Na thema D Helden komt...






blz. 198-199 in Nieuw Nederlands

Slide 18 - Slide

Cursus 5  - Grammatica
Planning komende weken:  
  • We doen paragrafen 2,4, 6 en 8 over Zinsdelen.
    §2 - Persoonsvorm en zinsdelen
    §4  - Onderwerp
    §6 - Werkwoordelijke gezegde
    §8 - Lijdend voorwerp

  • Woensdag 29 januari: s.o. over Zinsdelen. De week ervoor oefentoets.


Slide 19 - Slide

Vandaag: §2 - Persoonsvorm en zinsdelen
blz. 202 in Nieuw Nederlands
Leerdoelen:
  • Aan het einde van de les kan ik de 
      persoonsvorm in een zin aanwijzen.
  • Aan het einde van de les kan ik een 
      zin in zinsdelen verdelen.



Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

De persoonsvorm (pv)
In elke zin staan één of meer werkwoorden. Eén van die werkwoorden is de persoonsvorm (pv).
Bekijk bijvoorbeeld deze zin: De jongen gaat om tien uur slapen.

  • De persoonsvorm kun je op twee manieren vinden: met de tijdproef en de vraagproef
    Manier 1: met de tijdproef
    Zet de zin in een andere tijd: De jongen ging om tien uur slapen.
    Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.
  • Manier 2: met de vraagproef
    Maak van de zin een vraag met precies dezelfde woorden: Gaat de jongen om tien uur slapen? Het werkwoord dat vooraan staat, is de persoonsvorm.

Slide 22 - Slide

 Zinsdelen
Zinsdeel : één woord of een groepje woorden die bij elkaar horen. Voor de persoonsvorm staat maar één zinsdeel.
De zinsdeelproef: Welke woorden kun je samen vóór de persoonsvorm zetten?

Krul stond gisteren in het doel bij het Nederlands elftal.
Gisteren/ stond/ Krul/ in het doel/ bij het Nederlands elftal.
In het doel/ stond/ Krul/ gisteren/ bij het Nederlands elftal.
Bij het Nederlands elftal/ stond/ Krul/ gisteren/ in het doel.

Slide 23 - Slide

Zelf aan de slag
WAT?                Maak opdracht 1 t/m 5 van §2 Persoonsvorm en zinsdelen
HOE?               Op je laptop Cursus 5 Grammatica -> §2 ZD Persoonsvorm en                                 zinsdelen
HULP?            Lees theorie blz. 202 van Nieuw Nederlands              
TIJD                 15 minuten.
UITKOMST?  Nu weet je hoe je de persoonvorm en zinsdelen van een zin                                     kunt vinden. 
KLAAR?          Lees theorie §4 -  Onderwerp
 



TIJD?        15 minuten       
KLAAR?           

timer
15:00

Slide 24 - Slide

Evaluatie
  • Je kent nu de betekenis van nieuw woorden uit het krantenartikel
  • Je kunt nu de persoonsvorm in een zin aanwijzen.
  • Je kunt een zin in zinsdelen verdelen.

Slide 25 - Slide

Volgende les 6e uur

  • Laatste mogelijkheid feedback geven op elkaars         interviewartikel.
  • Bespreken woorden uit krantenartikel Smartphone in ban.. 

Slide 26 - Slide

Huiswerk voor vandaag was: aan de slag met krantenartikel Smartphone in de ban in klaslokaal RSG Enkhuizen

Markeer de onbekende woorden uit het artikel en zoek deze met een woordenboek of online  op. Schrijf de betekenis op in je woordenschatlijst in je leesmapje. 

Start nu je laptop en ga naar Lessonup.app



Slide 27 - Slide

Van welke onbekende woorden heb je de niet de betekenis kunnen vinden?

Slide 28 - Mind map

Tips bij opzoeken in woordenboek


- Zoek het hele werkwoord, i.p.v. de vervoeging.
- Rookbeleid niet gevonden? Zoek dan op deel van het woord 
    -> beleid
 - Nog niet gevonden? Zoek het online op bij synoniemen.net

Slide 29 - Slide

Van welke woorden heb je de betekenis gevonden? Noteer deze woorden en de betekenis.

Slide 30 - Mind map

Zelf aan de slag
WAT?            2 mogelijkheden: 
1. feedback krijgen op je interviewartikel van je buur als je dat maandag nog niet had gekregen. Gebruik feedbackformulier.
2. opdrachten 1 t/m 5 §2 Persoonvorm en zinsdelen afmaken 

TIJD               15 minuten.
KLAAR?        Pas je eigen interviewartikel aan of lees de theorie §4 -                                              Onderwerp en maak opdrachten 1 en 2



TIJD?        15 minuten       
KLAAR?           


timer
15:00

Slide 31 - Slide

Volgende les donderdag 16 januari
Maak opdracht 1 t/m 5 van §2 Persoonsvorm en zinsdelen
Neem weer je spullen mee voor Nederlands!

We gaan verder met §4 van cursus Grammatica.

Slide 32 - Slide

Volgende les donderdag 16 januari
Geen huiswerk, wel al je spullen mee voor Nederlands!

We gaan verder met §4 en §6 van cursus Grammatica.

Slide 33 - Slide

Welkom th1b!
Telefoon thuis of in je kluis? Ga dan lekker zitten en leg klaar:

 - je schrift en pen;
  - je leesboek
 - Nieuw Nederlands

Laat je laptop nog even je tas. 









maandag 30 september 2024

Slide 34 - Slide

Lesdoelen, na deze les:
  • kun je de persoonsvorm (pv) en de zinsdelen (zd)van een zin vinden;
  • kun je het onderwerp (ow) van een zin vinden.
Planning van deze les :

  • Lezen in je leesboek
  • Herhaling persoonsvorm en zinsdelen §2
  • Opdrachten nakijken §2 
  • Uitleg over het onderwerp, §4
  • Maken opdrachten §4 


Slide 35 - Slide

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.
timer
10:00

Slide 36 - Slide

Cursus 5  - Grammatica
Planning komende weken:  
  • We doen paragrafen 2,4, 6 en 8 over Zinsdelen.
    §2 - Persoonsvorm en zinsdelen
    §4  - Onderwerp

    §6 - Werkwoordelijke gezegde
    §8 - Lijdend voorwerp

  • Woensdag 29 januari: s.o. over Zinsdelen. De week ervoor oefentoets.


Slide 37 - Slide

Vandaag: 


  • herhaling §2 - Persoonsvorm en zinsdelen
  • uitleg §4 - Onderwerp

Slide 38 - Slide

§2 - De persoonsvorm (pv)
De jongen gaat om tien uur slapen.
De persoonsvorm kun je op twee manieren vinden: met de tijdproef en de vraagproef

Manier 1: met de tijdproef
Zet de zin in een andere tijd: De jongen ging om tien uur slapen.
Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm.

Manier 2: met de vraagproef
Maak van de zin een vraag met precies dezelfde woorden: Gaat de jongen om tien uur slapen? Het werkwoord dat vooraan staat, is de persoonsvorm.
pv
pv

Slide 39 - Slide

§2 - Zinsdelen
Zinsdeel: één woord of een groepje woorden die bij elkaar horen. 
Voor de persoonsvorm staat maar één zinsdeel.
Hoe weet je nou welke woorden van een zin bij elkaar horen? Met andere woorden: hoe weet je uit welke zinsdelen een zin bestaat?

Daar hebben we een trucje voor!
De zinsdeelproef: Welke woorden kun je samen vóór de persoonsvorm zetten?


Slide 40 - Slide

§2 - Zinsdelen
1. Zet eerst de persoonsvorm (pv) tussen streepjes
Krul /stond/ gisteren in het doel bij het Nederlands elftal.
            pv
2. Verander de volgorde van de zin:
Gisteren/ stond/ Krul in het doel bij het Nederlands elftal.
In het doel/ stond/ Krul gisteren bij het Nederlands elftal.
Bij het Nederlands elftal/ stond/ Krul gisteren in het doel.

3. Welke stukjes  blijven bij elkaar? 
Krul /stond/ gisteren/ in het doel/ bij het Nederlands elftal.

Slide 41 - Slide

 Nakijken 
opdracht 1 t/m 5 van §2 Persoonsvorm en zinsdelen

Slide 42 - Slide

§4 - Onderwerp (ow)
Het onderwerp van de zin is een mens, dier of ding. Het onderwerp en de persoonsvorm horen bij elkaar (beide enkelvoud of beide meervoud) .
Je kunt het onderwerp vinden door te vragen: wie of wat + persoonsvorm? Bijvoorbeeld: 
Stan leest zijn e-mail.
Vraag: Wie leest? Antwoord: Stan. Het onderwerp is Stan.

Soms bestaat het onderwerp uit meer woorden. Bijvoorbeeld:
Op zolder staan mijn oude fietsen.
Vraag: Wat staan? Antwoord: mijn oude fietsen. Het onderwerp is mijn oude fietsen.

Slide 43 - Slide

Let op
Onderwerp (ow) van een zin niet verwarren met onderwerp van een tekst! 

Slide 44 - Slide

Zelf aan de slag
WAT?           Maak opdrachten 1, 2 en 3 
                      Opdracht 1 doen we samen  
HULP?        Theorie blz. 206/ online staat de theorie bij de opdrachten 
TIJD               15 minuten.
KLAAR?        Ga verder met opdrachten 4 en 5 van §4




KLAAR?           


timer
15:00

Slide 45 - Slide

Evaluatie
  • Je kunt nu de persoonsvorm (pv) in een zin aanwijzen.
  • Je kunt een zin in zinsdelen (zd) verdelen.
  • Je kunt nu het onderwerp (ow) van een zin vinden

Slide 46 - Slide

Volgende les maandag 20 januari
  • Inleveren geprint interviewartikel. Zie huiswerk bij 20 januari in Magister.
  • Neem je spullen voor NE mee!

Slide 47 - Slide