8 - Paul Van Ostaijen

ken jij... ?
1 / 71
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 71 slides, with text slides and 4 videos.

Items in this lesson

ken jij... ?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Poëzie - Paul van Ostaijen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Doel van deze les
We maken kennis met de figuur Paul Van Ostaijen, de literaire stroming waartoe hij behoort en zijn iconische gedicht Bezette stad
Fasen:
  1. Korte kennismaking met Paul Van Ostaijen.
  2. De slimste onderzoeker: verdiep je in één aspect door middel van een bronnenonderzoek
  3. Presenteer je bevindingen aan je klasgenoten. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

1. Van Ostaijen voor beginners
Korte kennismaking

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Link

This item has no instructions

Persoonlijk leven
  • Hij was een ... die gretig van het Antwerpse nachtleven (en cocaïne) proefde. 
  • Hij stierf op ... - jarige leeftijd aan ...

Leven

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijk leven
  • Hij was een taalkunstenaar die het ... introduceerde in de Vlaamse letteren. 
  • Hij schreef poëzie in ... : zijn gedichten waren ... en voelden bijna aan als muziek. 
  • Hij vond dat poëzie in eerste plaats ... moest worden. 


Visie op poëzie

Slide 10 - Slide

expressionisme
beelden

Persoonlijk leven
  • Music - Hall - jeugdwerk over het Antwerpse ...
  • Het Sienjaal
  • Bezette stad - over Antwerpen in oorlogstijd
Werken / poëziebundels

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Paul van Ostaijen
  • 1896 - 1928 Antwerpen
  • typische dandy
  • flamingant
  • Schrijft anoniem voor activistisch tijdschrift (WO1) Vlaams Courant
  • 1918 - veroordeeld tot gevangenisstraf 
  • sterft op jonge leeftijd (32) aan tuberculose (longziekte)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

visie op poëzie
  • avant-garde: nieuwe visie op kunst
  • aangetrokken tot dadaïsme, expressionisme
  • geïnspireerd door ritme van jazz -> muzikaliteit in poëzie
  • klank: hardop gelezen
  • vrije vers
  • beelden (vorm van woorden) 
  • experimenteren met typografie

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

dichtbundels
  • Music - Hall: jeugdwerk over het Antwerpse nachtleven
  • Bezette stad - over Antwerpen in oorlogstijd

terugkerende thema's:
  • de moderne stad
  • uitgaan en plezier
  • afzetten tegen verveling
  • oorlog en vernietiging

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijk leven
  • letterlijk: "voorhoede" -> term uit de oorlog
  • 1916: groep controversiële, anarchistische kunstenaars  
  • vernieuwende en experimentele kunst 
Literaire stroming:
avant-garde

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Fase 1
De slimste onderzoeker

Eigen materiaal

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Groepswerk
Verdiep je in één aspect over Paul van Ostaijen door middel van bronnenonderzoek:
  1. Het leven van Paul van Ostaijen
  2. De unieke kernmerken van zijn poëzie
  3. Bezette stad: over de bundel en een gedicht onder de loep

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Paul van Ostaijen - de slimste onderzoeker
Fase 1 - informatie verzamelen
  • Neem per groep de richtvragen door
  • Bezoek de links naar het materiaal voor jouw groep (Dit zijn zowel teksten als luisterfragmenten of video's)
  • Ga doelgericht op zoek: gebruik lees- en kijkstrategieën
  • Vermeld je bronnen
Google Classroom - Thema 8
  • Groepswerk de slimste onderzoeker

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Criteria
Bronnen gebruiken



Informatie selecteren
  • Je gebruikt de juiste bronnen om de vragen te beantwoorden. Je bent nauwkeurig, volledig en je voegt een correcte verwijzing toe. 
  • Je kan probleemloos relevante informatie identificeren in alle geraadpleegde bronnen.
/ 2,5
/ 2,5
/ 5

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Fase 2
Presenteer je bronnenonderzoek


Eigen materiaal

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Paul van Ostaijen - Presentaties
Neem de correctiesleutels door. 



Fase 2 - presenteer je bevindingen
  • Je presenteert in je groep de informatie die je hebt gevonden.
  • Verdeel de informatie en bepaal een logische opbouw
  • Bij deze presentatie ligt de focus op structuur
Google Classroom - Thema 8
  • correctiesleutels groepswerk

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Presentatievaardigheden: de opbouw van een presentatie

Eigen materiaal

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

1. Kop
“Vertel wat je gaat vertellen. Vertel het. Vertel wat je verteld hebt.”
Nadat de inhoud van de presentatie bepaald is, kan je de inhoud structureren. De meest voor de hand liggende structuur is kop, romp, staart

Een goede inleiding (kop) heeft drie functies:
  1. De aandacht van het publiek trekken.
  2. Het onderwerp inleiden.
  3. Het publiek in een luisterstemming krijgen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Een goede opening
1. De aandachtstrekker:
  • een citaat
  • een anekdote (uit je persoonlijke leven)
  • een prikkelende stelling of vraag aan het publiek
  • een grap
  • een thema uit de actualiteit
2. Het doel van de presentatie en een inleiding op het onderwerp
3. Een introductie van jezelf als spreker (inclusief je eigen expertise op het gebied van het onderwerp waarover je spreekt)
4. Ga in op de structuur van de presentatie, zodat de luisteraar weet wat hij/zij kan verwachten.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

2. Romp
 Overgangszinnen helpen de verbanden tussen de verschillende onderdelen van je presentatie te benadrukken en te verhelderen:


  1.  Deze zinnen bevatten signaalwoorden zoals ten eerste, daarnaast, ook.
  2. Ze bestaan vaak uit twee delen: in het eerste deel wordt het vorige deelonderwerp samengevat en afgesloten. In het tweede deel wordt een nieuw deelonderwerp geopend. Bv. Nu we hebben gezien wat de voordelen van … zijn, gaan we kijken naar de nadelen.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

2. Romp
Zorg voor duidelijke taal 
In presentaties pas je je taalgebruik aan aan je luisteraars. Met jargon kan je drie dingen doen:





Betrek je publiek


  1. Je kan jargon gebruiken en nadien uitleggen.
  2. Je kan jargon gebruiken zonder het uit te leggen wanneer je publiek voldoende voorkennis heeft.
  3. Je kan het gebruik van jargon vermijden.

  • Open of gesloten vragen stellen en de antwoorden in je verhaal gebruiken.
  • Een directe aanspreking te gebruiken.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

3. Staart
1. Kondig het slot aan




2. Vat samen en concludeer 
  • Zorg voor een duidelijk signaalwoord (kortom, dus) of overgangszin (Ik wil graag afsluiten door).
  • Daarna herhaal je het presentatiedoel. Zo kan je publiek je conclusie beter volgen.

  • Geef eerst een samenvatting: vertel in maximaal 4-5 zinnen wat je verteld hebt.
  • Na je samenvatting geef je een conclusie, liefst met expliciete signaalwoorden zoals concluderend of mijn conclusie is dan ook… De conclusie sluit aan bij het doel van je presentatie.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Een goede slotzin
Een goede slotzin is het laatste moment om het publiek te imponeren. 
  • Maak het verhaal rond: Het is steeds boeiend als een element uit de opening weer terugkomt bij de afronding.
  • Een belofte of een positieve afsluiter.
  • Een vraag om begrip of om je publiek aan het denken te zetten.
  • Een prikkelende stelling (met ruimte voor discussie)
  • Een oproep tot actie … 

Eindig steeds met je publiek te bedanken.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

VOORBEREIDING
Orden de informatie uit je voorbereiding zodat het in de kop - romp - staart structuur past.  
  • Gebruik de hand-out in je opdracht voor de juiste opbouw. 
  • Werk samen aan één presentatie. Verdeel de informatie eerlijk: wie zegt wat? 
Google Classroom - 8 - Paul van Ostaijen
Voorbereiding presentatie

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Criteria
Technisch spreken



Lichaamstaal
  • Je varieert voldoende in toonhoogte. Je spreekt elk woord correct en duidelijk uit. Je spreekt niet te luid, niet te stil. Je spreekt niet te traag, niet te snel. Je stokt of hapert zelden.
  • Je toont een zelfzekere houding. Je ogen zijn op je publiek gericht. Je staat rechtop. Je beweegt zonder te overdrijven. Je ondersteunt je boodschap met functionele handgebaren.
/ 2,5
/ 2,5
/ 15

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Criteria
Taalgebruik



Presentatie: structuur
  • Je hanteert een gepast register, afgestemd op je doelpubliek. Je spreekt in volledige zinnen. Je gebruikt zelden stopwoorden, onnodig Engels of vakjargon.
  • Je presentatie volgt de kop-romp-staart structuur. De opening is creatief en trekt onmiddellijk de aandacht van het publiek. De kern is logisch en goed gestructureerd. De afronding biedt een heldere samenvatting en conclusie. Er wordt creatief afgesloten
/ 2,5
/ 2,5
/ 15

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Criteria
Vlotheid



Ondersteunend materiaal



  • Je gebruikt heldere signaalwoorden om je presentatie te structureren. De verschillende onderdelen van de presentatie vloeien naadloos in elkaar over met overgangszinnen. 
/ 2,5
/ 15
  • Het visuele materiaal is helder, duidelijk en past perfect bij de inhoud van de presentatie. Het is een sterke blikvanger.
/ 2,5

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Presentaties uitvoeren

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Verwerking

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Music Hall





We passen de kenmerken toe op een gedicht uit Music Hall

Paul van Ostaijen wilde de kunst vernieuwen, en slaagde hierin met glans. Zijn eerste dichtbundel was Music Hall, verschenen in 1916 in volle oorlogstijd. Van Ostaijen was toen twintig. Met deze bundel zette hij zich af tegen de traditionele poëzie van bijvoorbeeld Guido Gezelle.

oefeningen - thema 8 - Music Hall

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Bezette Stad





We passen de kenmerken toe op een gedicht uit Bezette Stad

De bekendste dichtbundel van Paul van Ostaijen is zonder twijfel Bezette Stad, die uitkwam in 1921. Na de oorlog ontvluchtte van Ostaijen Antwerpen omdat hij van collaboratie werd verdacht. In Berlijn schreef hij de dichtbundel Bezette Stad waarvoor Antwerpen model stond. 
oefeningen - thema 8 - Boem Paukeslag

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Hand-out 
Alle informatie over dit thema staat in deze hand-out
Smartschool - Nederlands - documenten -
8 - Paul van Ostaijen- Paul van Ostaijen

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Link

This item has no instructions

BOEM Paukeslag 
  • Kennen jullie dit gedicht?
  • Waarover gaat het?

Slide 44 - Slide

 licht toe dat er een quiz wordt georganiseerd over Paul
van Ostaijen en Bezette Stad. De leerlingen voeren tijdens deze les hun
eigen onderzoek op basis van de collectie van het Letterenhuis.
Tijdens het uitvoeren van deze opdracht leren ze omgaan met
bronnen: bronnen selecteren, analyseren en vermelden
pg.239

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Video

This item has no instructions

Slide 47 - Video

This item has no instructions

Slide 48 - Video

This item has no instructions

Slide 49 - Link

This item has no instructions

Slide 50 - Link

This item has no instructions

Slide 51 - Link

This item has no instructions

Slide 52 - Link

This item has no instructions

Opdracht
onderzoek online bronnen + boeken o.b.v. specifieke richtvraag
  • Maak notities bij de teksten 
  • Korte samenvatting schrijven: informatie uit verschillende bronnen verzamelen
  • samenvattingen worden gebundeld (leerstof)
  • voorstellen aan de hand van pecha kucha

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Onderzoeksvragen
  1. De gedichten van Van Ostaijen lijken op rebussen. Leg dit uit aan de hand van het gedicht "zeppelin". 
  2. Waarom past PvO in de avant garde?
  3. Hoe past de metafoor van de "militaire voorhoede" in het werk van de avant gardische schrijvers zoals PvO?

Slide 54 - Slide

This item has no instructions

Quiz

Slide 55 - Slide

This item has no instructions

Een gedicht onder de loep

Slide 56 - Slide

This item has no instructions

En avant ... garde!
pg.239

Slide 57 - Slide

This item has no instructions

Slide 58 - Link

This item has no instructions

Slide 59 - Link

This item has no instructions

pg.241

Slide 60 - Slide

This item has no instructions

pg.241
Vernieuwende kunst wordt ook wel als "moeilijke" en "vervreemdende" of provocerende kunst beschouwd.

Slide 61 - Slide

This item has no instructions

woordenlijst 
Duo's:
Je krijgt een woordenlijst te zien. 
Probeer de woorden gedurende 1 minuut te onthouden. Nadien probeer je deze zo goed mogelijk te reconstrueren. 

Slide 62 - Slide

This item has no instructions

woordenlijst 
mythisch – tuberculose – expressionisme – dandy – controversieel – anarchistisch – pacifistisch – burgerlijk – moraal – dadaïsme – poëticaal – banaal – associatie – humanitair – collaboratie – evoceren – nihilisme
timer
1:00

Slide 63 - Slide

This item has no instructions

woordenlijst 
Duo's:
Probeer de woorden zo goed mogelijk te reconstrueren. 
timer
1:00

Slide 64 - Slide

This item has no instructions

pg.237
timer
2:00
  • Verklaar de woorden aan de hand van de volgende video

Slide 65 - Slide

This item has no instructions

Slide 66 - Link

This item has no instructions

Persoonlijk leven
WO1 + het interbellum

We bekijken een documentaire over deze periode. Nadien zoomen we in op enkele kunstvormen die hierin voorkomen. 
pg.239
Historisch-literaire context

Slide 67 - Slide

This item has no instructions

pg.239 - 240
experssionisme
dadaïsme
surrealisme
visie op de kunst
groepen / kunstenaars
beeldende kunst
letterkunde

Slide 68 - Slide

3x
  1. gewoon kijken (volgen)
  2. noteren
  3. controleren
expressionisme
dadaïsme
surrealisme
visie op de kunst
afkeer van de academische kunst

tegen klassieke schoonheidsideaal

gevoelens uitdrukken
radicale breuk met bestaande kunst: de nonsense en het waardeloze boven holle woorden

burgerlijke moraal uitlachen + lak aan leugens die "beschaving" in stand houden: afkeer + walging van WO1 
-> afbraakwoede
Na chaos oorlog: nieuwe wereld opbouwen 

Revolutionaire levenshouding: nieuwe domeinen v.d. menselijke geest verkennen + bevrijden van banden en belemmeringen

technologisch denken verbinden met gevoelsleven + fantasie
pg.239 - 240

Slide 69 - Slide

This item has no instructions

experssionisme
dadaïsme
surrealisme
groepen / kunstenaars
Duitse groep "die bruche" (de brug) = verbinding revolutionaire stromingen in de kunst. 

Vlaanderen: tweede Latemse school
Marcel Duchamps (urinoir)

Parijs, Zurich, NY
André Breton
pg.239 - 240

Slide 70 - Slide

This item has no instructions

experssionisme
dadaïsme
surrealisme
beeldende kunst
schilderkunst: felle contrasten + kleuren
vervormingen
forse figuren
Vlaamse plattelandsleven
"ready made" = alledaags voorwerp - kunstwerk
letterkunde
poëzie + drama: geen metrum, geen rijm 

nieuwe associaties: grafische poëzie + autonomie van het woord
pg.239 - 240

Slide 71 - Slide

This item has no instructions