Brits kolonialisme in Amerika les 2

Het Britse Rijk (1585 - 1900)
Brits kolonialisme in Amerika (1585-1833) 
les 2
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het Britse Rijk (1585 - 1900)
Brits kolonialisme in Amerika (1585-1833) 
les 2

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
1. Ik kan uitleggen hoe de Verenigde Staten van Amerika ontstonden.
2. Ik kan uitleggen hoe de slavenhandel en de slavernij werden afgeschaft.



Slide 2 - Slide

Opdrachten
1. Noteer de lesdoelen in jouw schrift.
2. Lees het PDF - document: Brits kolonialisme in Amerika (1585-1833) grondig door vanaf De Amerikaanse onafhankelijkheid t/m Afschaffing van slavenhandel en slavernij
3. Bekijk de filmpjes. 
3. Maak de quizvragen.
4. Beantwoord de lesdoelen in jouw schrift.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Wanneer werd de onafhankelijk van Amerika uitgeroepen
A
4 juli 1776
B
8 augustus 1773
C
26 november 1776
D
30 februari 1776

Slide 5 - Quiz

Wat was de strijdkreet van de kolonisten, bij de eerste voorzichtige opstand tegen de koning van Engeland?
A
No taxation
B
No taxation without representation
C
Gods own country
D
Thank God I'm free, free at last

Slide 6 - Quiz

Waar staan de gebeurtenissen op juiste volgorde van tijd?
A
Boston Tea Party - Boston Massacre - Eerste Continental Congress
B
Boston Massacre - Eerste Continental Congress - Boston Tea Party
C
Boston Massacre - Boston Tea Party - Eerste Continental Congress
D
Eerste Continental Congress - Boston Massacre - Boston Tea Party

Slide 7 - Quiz

Verlichte denkers zagen volkssoevereiniteit als alternatief voor absolute vorsten.
Maar wat betekent volkssoevereiniteit?
A
Een kleine groep mensen heeft de macht namens het volk .
B
Het volk heeft alle macht.
C
Het volk heeft de hoogste macht en bepaalt wie de bestuurders zijn.
D
Het volk wijst één leider aan dat namens hen gaat besturen.

Slide 8 - Quiz

Waarop was de gedachte van volkssoevereiniteit gebaseerd?
A
De renaissance
B
De wetenschappelijke revolutie
C
De verlichting
D
De Franse revolutie

Slide 9 - Quiz

Trias Politica betekent ...
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 10 - Quiz

Welke 'macht' hoort niet in de driehoek van trias politica thuis?
A
Rechterlijke
B
Wetgevende
C
Uitvoerende
D
Monarchistische

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Welke producten werden op de plantages verbouwd?
A
Suiker, mais, bloemkool en aardappelen
B
Suiker, hout, katoen en aardappelen
C
mais, suiker, koffie en graan
D
Mais, suiker, koffie en katoen

Slide 13 - Quiz

Europeanen brachten Europese producten naar Afrika. Van Afrika brachten zij slaven naar Amerika. Van Amerika brachten zij plantageproducten naar Europa. Deze handel heet:
A
De trans-atlantische handel
B
De driehoekshandel
C
De slavenhandel
D
De internationale handel

Slide 14 - Quiz

Noordelijke staten waren tegen slavernij, omdat ....
A
bedreiging vrije arbeiders
B
teveel concurrentie van zuidelijke staten
C
overlast gevluchte slaven
D
ze waren niet tegen, maar voor slavernij

Slide 15 - Quiz

Waarom was de Verlichting van belang voor de afschaffing van de slavernij?
A
Omdat de koning alle macht had
B
Omdat alle mensen gelijk geboren zijn
C
Omdat ze slavernij goed vonden
D
Omdat de verlichting door veel slaven werd gebruikt.

Slide 16 - Quiz

Het strijden voor gelijke rechten of het krijgen van gelijke rechten heet:
A
Feminisme
B
Emancipatie
C
Algemeen Kiesrecht
D
Censuskiesrecht

Slide 17 - Quiz

Deze afbeelding past
bij...
A
absolutisme
B
verlicht absolutisme
C
hofstelsel
D
abolitionisme

Slide 18 - Quiz

Deze opdracht gaat over ideeën over slavernij.

Welke zin is onjuist?
A
Christenen waren tegenstanders van slavernij, want de Bijbel verbiedt het.
B
De verlichting gaf aanleiding tot de afschaffing van de slavernij.
C
Het abolitionisme streefde naar afschaffing van zowel slavernij als slavenhandel.
D
Geen van de zinnen is onjuist

Slide 19 - Quiz

In welk jaar was slavernij in de V.S. officieel beëindigd?
A
1807
B
1865
C
1833
D
1787

Slide 20 - Quiz

Wat waren oorzaken voor het uitbreken van de Amerikaanse burgeroorlog?
A
Onenigheid over slavernij.
B
Onenigheid over Lincoln als president.
C
Onenigheid over de afscheiding van de zuidelijke staten.
D
Onenigheid over invoerrechten.

Slide 21 - Quiz

Deze vraag gaat over de afschaffing van de slavernij. Gebruik de vier zinnen over slavernij in de Verenigde Staten.

Welke uitspraak is juist?
A
De slavernij werd in de hele Verenigde Staten in 1865 in één keer afgeschaft.
B
In de grondwet van de Verenigde Staten stond dat alle mensen gelijk waren, behalve slaven.
C
In de noordelijke staten was de invloed van de abolitionisten het grootst.
D
Voor de noordelijke staten was de slavernij economisch zeer belangrijk.

Slide 22 - Quiz

Deze opdracht gaat over onderzoeksvragen die je over de slavernij kunt stellen.

Welke vraag is een voorbeeld van een VERKLARENDE onderzoeksvraag?
A
Welke argumenten voerden de abolitionisten aan voor de afschaffing van de slavernij?
B
Waarom werd de slavernij door Nederland dertig jaar later afgeschaft dan door Groot-Brittannië?
C
Welke economische gevolgen had de afschaffing van de slavernij voor het zuiden van de VS?
D
Zou het goed zijn als de Nederlandse regering de nakomelingen van de slaven excuses zou aanbieden?

Slide 23 - Quiz

Bron: Door de slavernij
'Door de slavernij gingen Europeanen hun ras beter vinden. Mede daardoor gingen ze over tot de verovering en kolonisatie van Afrika in de 19e eeuw. Dit gevoel van meerderwaardigheid woekert nog steeds in ons midden'.

Lees bovenstaande bron. Waarover gaat deze bron?
A
over een directe oorzaak van slavernij
B
over een gevolg op kort termijn van slavernij
C
over een indirecte oorzaak van slavernij
D
over gedrag en ideeën van mensen in het verleden.

Slide 24 - Quiz