What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
H5/6 wwspelling
1 / 15
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
15 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
80 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Boeken-
pitches
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Ik herhaal wat een samengestelde zin is.
Ik kan de persoonsvormen in een samengestelde zin vinden.
Ik kan bepalen of een werkwoord een pvtt, vd of od is.
Slide 3 - Slide
H5 Werwoordspelling
Persoonsvorm in samengestelde zinnen
Slide 4 - Slide
Samengestelde zinnen
Bevatten meerdere persoonsvormen
Verander de zin van tijd of getal.
Persoonsvormen veranderen van tijd / getal, andere werkwoorden niet.
Ik heb nooit geld meegenomen, want ik gebruikte altijd een pinpas -> Wij
hebben
nooit geld
meegenomen
, want wij
gebruikten
altijd een pinpas.
Maak de zin
nooit
vragend voor het vinden van de PV.
Slide 5 - Slide
Bepaal de persoonsvormen van de zin:
Als de planning wordt gehaald, wordt de nieuwe inrichting van de klaslokalen na de herfstvakantie geïntroduceerd.
Slide 6 - Open question
De krant meldt dat er niets bijzonders is gebeurd.
PV=
A
meldt
B
gebeurd
C
meldt + gebeurd
D
meldt + is
Slide 7 - Quiz
H6 Werkwoordspelling
PVTT, VD of OD?
Slide 8 - Slide
Onvoltooid deelwoord
Werkwoord dat aangeeft dat de handeling nog bezig is.
Hele werkwoord (infinitief) + d
Voorbeelden: lopend, lezend, grappend, spelend.
Slide 9 - Slide
PVTT of VD?
Soms klinken de werkwoorden hetzelfde, maar schrijf je ze anders op basis van de vorm.
Bepaal: pvtt of voltooid deelwoord!
Pvtt = ik-vorm + -t (Hij
verdient
veel geld bij de supermarkt).
Vd= verlengingsproef van het ww voor -d of -t: verdienen -> het verdien
de
geld. Hij heeft veel geld
verdiend
bij de supermarkt.
Slide 10 - Slide
Pvtt of vd?
Hoewel het heel erg mist, landt het vliegtuig op Schiphol.
A
mist = pv landt = vd
B
mist = vd landt = pv
C
mist = pv landt = pv
D
mist = vd landt = vd
Slide 11 - Quiz
Heeft je vader je levend onterfd, omdat jij hem verwaarloost?
A
levend=od onterfd=vd verwaarloost=pvtt
B
levend=od onterfd=pvtt verwaarloost=pvtt
C
levend=vd onterfd=vd verwaarloost=pvtt
D
levend=od onterfd=vd verwaarloost=vd
Slide 12 - Quiz
Is de overvaller die jou heeft ...... (beroven), ...... (veroordelen) tot een half jaar cel?
Slide 13 - Open question
Het is toch jammer dat die verwarring tussen een -d of een -t bij werkwoorden snel .... (gebeuren) als je niet goed oplet.
Slide 14 - Open question
Huiswerk 25 mei
Lees
: herhaling theorie in De Brug over grammatica woordsoorten: zelfstandige, hulp- en koppelwerkwoorden op pag. 264
Maak
: De Brug grammatica woordsoorten, opdracht 3 op pag. 265
Slide 15 - Slide
More lessons like this
2vb H3 - 6 ww-spelling
November 2021
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
persoonsvorm in samengestelde zinnen
December 2021
- Lesson with
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
NN7 - Spelling §12 - Persoonsvormen in een samengestelde zin - 2V
September 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2K - Spelling H6: pvtt of vd?
May 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Spelling - werkwoordspelling pvtt/pvvt/od/vd
April 2021
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H6 Spelling ww
January 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 2
September 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Werkwoordspelling
May 2023
- Lesson with
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2