2.2 Communisme / Kapitalisme

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

2.2 Communisme / Kapitalisme

Leerdoelen

1. Ik kan argumenten verzinnen bij mijn mening. 
2. Ik kan uitleggen wat het verschil is tussen een planeconomie en een kapitalistische vrijemarkteconomie. 

Discussiëren en debatteren

Deze periode gaan we discussiëren en debatteren.

De belangrijkste vaardigheden

luisteren

reageren

beargumenteren

In Nederland is er heel veel geld. Wat vind jij belangrijker: Dat iedereen zelf zijn eigen geld verdiend of dat het geld eerlijk verdeeld wordt?

• Schrijf voor jezelf op wat jij vindt en minstens 3 redenen waarom je dit vindt.
• Vergelijk dan je antwoord met een klasgenoot. Hebben jullie dezelfde mening en wat zijn diens argumenten. 
• Als jullie dezelfde mening hebben verzin dan samen ook argumenten voor de andere kant. 
• We gaan als klas de beste argumenten voor beide kanten verzamelen. 

Stappenplan deze les.

• Lees eerst de tekst bij paragraaf in je boekje. 
• Bekijk de filmpjes en maak de vragen in de lessonup.
• Beantwoord de vragen in het boekje. 
• Werk het leerdoel bij deze les uit in je schrift. 

Wie is Karl Marx?

1. De bedenker van het Communisme
2. De leider van de Sovjet Unie
3. De president van Amerika
4. De winnaar van de beste baarden wedstrijd

In welke tijd bedacht Karl Marx het communisme.

1. tijdens de Tweede Wereldoorlog
2. tijdens de Industriële Revolutie.
3. tijdens de Middeleeuwen
4. tijdens de Verlichting.

Wat vond Marx oneerlijk?

1. Dat de directeuren sigaren konden roken
2. Dat de arbeiders moesten werken
3. Dat er sigaren waren.
4. Dat dat directeuren veel meer geld hadden dan de arbeiders.

Bij het communisme:

1. Zijn er grote verschillen tussen arm en rijk.
2. Wordt gestreefd naar een maatschappij van gelijkheid.
3. Worden andere rassen als minderwaardig gezien.
4. Zijn bedrijven in handen van particuliere ondernemers.

Wie moesten er volgens Marx de bedrijven in handen hebben?

1. de staat
2. de mensen
3. de directeuren
4. de rijke mensen

Als de staat de bedrijven in handen heeft dan zou (volgens Marx):

1. mensen niet meer hoeven werken
2. iedereen een baan hebben.
3. het geld eerlijker verdeeld worden.
4. er grote verschillen komen in inkomen.

In welk jaar en door wie kwam het communisme in de Sovjet Unie.

1. 1917, Lenin
2. 1945, Stalin
3. 1917, Gorbatsjov
4. 1945, Marx

Leg uit of het communisme in de Sovjet Unie werkte zoals Marx het bedoeld had.

Schrijf nu in je eigen woorden op wat het communisme is.

Waar draait kapitalisme om.

1. eerlijkheid
2. vrijheid
3. geld
4. werken

Wie beschreef als eerste het kapitalisme?

1. Karl Marx
2. Adam Smith
3. Lenin
4. Uncle Sam

Wat is de drijfveel van alle mensen volgens Adam Smith.

1. vrijheid
2. geld
3. goede cijfers halen
4. eigenbelang

Wat is een vrije markt economie

1. dat iedereen zelf mag bepalen wat hij produceert en de beste verdient het meeste geld.
2. dat de staat bepaald wat er wordt geproduceerd en iedereen evenveel verdient.

Moet de overheid zich in een vrije markt economie bemoeien met de economie?

1. ja
2. nee

Wat is het probleem dat kan ontstaan in het kapitalisme

1. vrijheid
2. geen vrijheid van meningsuiting
3. ongelijkheid
4. vies brood

Schrijf nu in je eigen worden op wat het kapitalisme is.

Welke van de onderstaande soorten economie  hoort bij het communisme en welke hoort bij het kapitalisme?

Planeconomie

Vrijemarkteconomie

Communisme

Kapitalisme

COMMUNISME

KAPITALISME

VRIJHEID

GELIJKHEID

SMITH

MARX

Waarvoor zou je kiezen communisme of kapitalisme? Leg je antwoord uit.