week 48 lntroductie en voorkeur aangeven

Bienvenidos
¿Qué vamos a hacer?

  • Start periode 2
  • voorkeur aangeven
  • Bijvoeglijk naamwoord
  • vocabulario
  • los deberes
Semana 48
1 / 34
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Bienvenidos
¿Qué vamos a hacer?

  • Start periode 2
  • voorkeur aangeven
  • Bijvoeglijk naamwoord
  • vocabulario
  • los deberes
Semana 48

Slide 1 - Slide

Spaanse overheid werkt aan nieuwe gids voor burgerbescherming bij militaire conflicten
Wat is het?
II Nationale Strategie voor Civiele Bescherming: een breed scala aan maatregelen gericht op de bescherming van burgers in noodsituaties, variërend van natuurrampen tot veiligheidsrisico’s zoals oorlog.

Wat staat erin?
Een gedetailleerde lijst met praktische richtlijnen en adviezen. Denk hierbij aan het aanleggen van voedsel- en watervoorraden, het beschikbaar hebben van zaklampen en batterijen en het in kaart brengen van nooduitgangen in woonwijken. De gids sluit aan bij bestaande instructies voor andere risico’s, zoals overstromingen of aardbevingen, maar legt nu expliciet de nadruk op voorbereiding in het geval van gewapende conflicten.
Wat is de aanleiding?
  • De huidige geopolitieke situatie, waaronder de oorlog in Oekraïne en de spanningen tussen Rusland en het Westen, hebben geleid tot een hernieuwde focus op nationale veiligheid. 
  • Natuurramp DANA
Waar nog meer?
Andere Europese landen hebben al vergelijkbare initiatieven. Zweden heeft bijvoorbeeld de gids “If Crisis or War Comes”, waarin wordt uitgelegd hoe burgers zichzelf kunnen beschermen bij een aanval. In Duitsland en Oostenrijk wordt gebruikgemaakt van digitale overlevingshandleidingen, en in Denemarken worden e-mails gestuurd met duidelijke waarschuwingen en tips.

Slide 2 - Slide

Los deberes
Leer: woorden 1 en 2 en bijvoeglijke naamwoorden
Maak: 
LE: 2.20 Tm 2.26

Slide 3 - Slide

Estás en tu casa
  • Unidad 2 Espacio Joven 360 
  • Leerdoelen
  • Planning
  • PTD Spaans
  • vocabulario y gramática
  • escuchar, escribir, leer
Periode 2

Slide 4 - Slide

Vocabulario blok 1 
de vriend/de vriendin
Voor mij
het monument
Wie zijn deze jongens (en meisjes)?
Wie?
met vakantie zijn
estar de vacaciones
el monumento
¿Quiénes son estos chicos?
el amigo/ la amiga
para mí
¿quién?

Slide 5 - Drag question

Vocabulario blok 1 
de stad
Wie?
toch?
de foto
met vakantie zijn
de vriend
el amigo
¿Verdad?
la foto
la ciudad
¿Quién?
estar de vacaciones

Slide 6 - Drag question

Vamos a empezar
Introducción unidad 2
LA p. 32-33

Slide 7 - Slide

Hablar de las preferencias
  • Vul je woordenlijst van blok 2 in.
  • We kijken samen na.
  • Maak nu opdracht 1 van página 34 
uit je LA.
Klaar?
Vraag je klasgenoot naar zijn/haar
favoriete sport/eten/land etc. bij opdracht 2


lEERDOEL: VOORKEUR AANGEVEN

Slide 8 - Slide

Hablar de preferencias
¿Cuál es tu _______favorito/a?
Wat is jouw favoriete _______?

Mi ______favorito/a es ______
Mijn favoriete _____ is ______

Slide 9 - Slide

¿Cuál es tu ............ favorita?
A
deporte
B
país
C
número
D
comida

Slide 10 - Quiz

¿Cuál es tu libro........?
A
favorito
B
favorita

Slide 11 - Quiz

¿Cuál es tu deporte favorito?
A
la paella
B
el baloncesto
C
Inglaterra
D
el perro

Slide 12 - Quiz

¿Cuál es tu ............. favorito?
A
número
B
nombre
C
deporte
D
asignatura

Slide 13 - Quiz

¿Cuál es tu asignatura favorita?
A
el queso
B
el pez
C
Matemáticas
D
baloncesto

Slide 14 - Quiz

?Cuál es tu comida favorita?
?Cuál es tu pais favorito?
?Cuál es tu número favorito?
?Cuál es tu deporte favorito?
?Cuál es tu música favorita?
?Cuál es tu asignatura favorita?
Pop latina
quince
geografía
el baloncesto
Alemania
espaguetis

Slide 15 - Drag question

¿Cuál es tu ... favorito/a?
Pak je woordenlijst bij 1.4 en bedenk zelf 3 vragen in het Spaans wat iemand zijn/haar favoriete ... is. En geef daarop antwoord. 

Slide 16 - Slide

Gramática
Bekijk het filmpje of lees de 
  uitleg op blz 18,19 van je 
librito.   
lEERDOEL: bijvoeglijk nw.
Helder?
Maak uit je LA pág. 38 ej. 1, 2, 3, 4
Nog niet helemaal duidelijk?
Volg de uitleg op blz. 18 en 19 . 

Slide 17 - Slide

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
Een woord dat een eigenschap benoemt.
B
Het woord aan het begin van de zin.
C
Een woord dat iets zegt over het zelfstandig naamwoord.
D
Het woord wat achter het lidwoord staat

Slide 18 - Quiz

het bijvoeglijk naamwoord staat........
A
achter het zelfstandig naamwoord
B
vooraan in de zin
C
voor het zelfstandig naamwoord
D
achteraan in de zin

Slide 19 - Quiz

Bijvoeglijke naamwoorden.
Las chicas
A
simpáticos
B
simpatíca
C
simpáticas
D
símpatico

Slide 20 - Quiz

Vul het juiste bijvoeglijke naamwoord in

...... museos
A
pocos
B
pocas
C
poces
D
poca

Slide 21 - Quiz

Vul het juiste bijvoeglijke naamwoord in

...... libros
A
muchas
B
mucho
C
muches
D
muchos

Slide 22 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoord:

Mi cama es ...
A
blanco
B
blanca
C
blancas
D
blanque

Slide 23 - Quiz

Het bijvoeglijk naamwoord:

Mi armario es...
A
rojo
B
roje
C
rojas
D
rojos

Slide 24 - Quiz

Pepe vive en una calle pequeña. 
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord
Onderwerp
Werkwoord
Lidwoord
vive
Pepe
calle
pequeña
una

Slide 25 - Drag question

Clara tiene un perro blanco.
Bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord
Onderwerp
Werkwoord
Lidwoord
tiene
Clara
perro
blanco
un

Slide 26 - Drag question

Traduce
  1. Wat is je favoriete muziek?
  2. Mijn favoriete muziek is.....
  3. Wat is je favoriete eten?
  4. Mijn favoriete eten is....
  5. Wat is je favoriete sport?
  6. Mijn favoriete sport is.... 

Slide 27 - Slide

Traduce
  1. ¿Cuál es tu música favorita?
  2. Mi música favorita es.....
  3. Cuál es tu comida favorita?
  4. Mi comida favorita es....
  5. ¿Cuál es tu deporte favorito?
  6. Mi deporte favorito es.... 

Slide 28 - Slide

A trabajar
Maak uit je LA: pág 38 ej. 1, 2, 3, 4 
LE: 2.20 TM 2.26
Klaar?
Leer de woorden van blok 1 en 2.




Leerdoel: bijvoeglijk naamwoord
timer
15:00

Slide 29 - Slide

Los adjetivos 
Wat je moet weten:
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans bijna altijd achter het zelfstandig naamwoord.
  • Bijvoeglijke naamwoorden richten zich naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)
Módulo pág. 17 y 18

Slide 30 - Slide

1. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o
 bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk),   pequeño (klein)

Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het bijvoeglijk naamwoord bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 
vb: el libro bonito (het mooie boek)
    la casa bonita (het mooie huis)

Slide 31 - Slide

2. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)
    la chica inteligente (het intelligente meisje)

Slide 32 - Slide

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
  bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)


Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker veranderen niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 
vb: el coche azul (de blauwe auto)
    la carpeta azul (de blauwe map)

Slide 33 - Slide

Meervoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker krijgen in het meervoud een -s.
vb: el chico inteligente --> los chicos inteligentes
    la casa grande          --> las casas grandes
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker krijgen in het meervoud -es.
vb: el profesor genial --> los profesores geniales
    la situación difícil --> las situaciones difíciles

VERGEET NIET HET LIDWOORD OOK IN HET MEERVOUD TE ZETTEN!!!

Slide 34 - Slide