Herhaling naamvallen

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

HERHALING NAAMVALLEN

Pak je hulpboek en ga naar p.127

3 minuten naamvallen leren

Sleep naar de bijbehorende naamval

Nominativus

Genitivus

Dativus

Accusativus

Ablativus

Vocativus

Lijdend voorwerp

Vertalen met 'met/door/in'

vertalen met 'van'

Vertalen met 'aan/voor/tegen'

Onderwerp

wie/wat je aanspreekt 

Naamval	Vertalen
Nominativus	Onderwerp
Genitivus	'van'
Dativus	'aan/voor/tegen'
Accusativus	Lijdend voorwerp
Ablativus	'met/door/in'
Vocativus	wie/wat wordt aangesproken

'Turba' wordt verbogen volgens de...

1. us-groep
2. a-groep
3. um-groep
4. restgroep

'Dolor, dolores' wordt verbogen volgens...

1. us-groep
2. a-groep
3. um-groep
4. restgroep

'Bellum' wordt verbogen volgens...

1. us-groep
2. a-groep
3. um-groep
4. restgroep

4 groepen

1. us-groep

2. a-groep

3. um-groep

4. restgroep

> Hoe weet je tot welke groep een woord behoort?

> Waarom is het belangrijk dat je dat weet?

Hoe goed ken je de rijtjes?

Bij de volgende opdrachten is soms meer dan één antwoord mogelijk. Geef alle mogelijke antwoorden. 

Voor iedere vraag heb je 20 seconden.

In welke naamval staat: 'ducem' (woordenlijstvorm = dux)

1. nom. ev
2. gen. ev
3. abl. ev
4. acc. ev

In welke naamvallen staat: 'filiae'
(woordenlijstvorm = filia)

1. nom. ev
2. gen. ev
3. dat. ev
4. nom. mv

Wat is de gen. mv. van 'dominus'?

1. dominorum
2. dominum
3. domini
4. dominus

Welk woord staat NIET in de abl. ev.?

1. filia
2. dominis
3. rege
4. servo

Bij onzijdige woorden zijn de nom. en acc. altijd hetzelfde

1. Juist
2. Onjuist

'Marcus tubam viro tradit' = 'hij overhandigt de trompet van de man'
Welk woord is verkeerd vertaald?

1. Marcus
2. Tuba
3. Viro

Hoe goed ken je de rijtjes al?

0100