1. Aan het einde van de les kan de student het verschil uitleggen tussen een beperking, een stoornis, een aandoening en een ziekte
2. Aan het einde van de les weet de student welke vormen van beperkingen er zijn
3. Aan het einde van de les weet de student hoe hij/zij deze periode af kan sluiten
Slide 3 - Slide
Doelen van deze lessen:
Meer kennis over het (werken met) mensen met een verstandelijke- en/of lichamelijke beperking.
Slide 4 - Slide
Wat is een stoornis?
Slide 5 - Open question
Stoornis
- Er ontbreekt een orgaan of lichaamsfunctie.
- Er wijkt een orgaan of lichaamsfunctie af.
- Er is een beschadiging aan orgaan of lichaamsfunctie.
Kan ernstig of licht zijn en tijdelijk of blijvend. Ze kunnen verergeren, verbeteren, ook stabiel blijven
Slide 6 - Slide
Is het syndroom van down een stoornis?
Slide 7 - Open question
Is epilepsie een blijvende- of tijdelijke stoornis?
Slide 8 - Open question
Voorbeelden van stoornissen
- Syndroom van Down.
- Hartafwijking bij geboorte, na operatie niet meer.
- Verkouden.
- Dementie.
- Epilepsie
Slide 9 - Slide
Indelingen van stoornissen:
- Stem-, spraak- en taalstoornis
- Orgaanstoornis
- Gehoor- en evenwichtsstoornis
- Stoornis in het bewegen
- Huid- en gevoelsstoornis (waaronder pijn)
- Verstandelijke stoornis
- Psychische en psychiatrische stoornis
Slide 10 - Slide
Beperkingen
Een beperking is een moeilijkheid of onmogelijkheid om bepaalde normale menselijke activiteiten uit te voeren
Slide 11 - Slide
Indeling van beperkingen
- leren en toepassen van kennis
- communicatie
- mobiliteit
- zelfverzorging
- huishouden
- tussenmenselijke interacties en relaties
- maatschappelijk leven
Slide 12 - Slide
Mensen met een beperking gebruiken vaak hulpmiddelen, voeg een afbeelding toe van een hulpmiddel voor mensen met een beperking en leg uit waarvoor dit gebruikt kan worden
Slide 13 - Open question
Slide 14 - Video
00:00
Voorbeeld:
Stoornis -> beperking
Slide 15 - Slide
Handicap
Slide 16 - Mind map
Beperking/stoornis/handicap?
Een beperking of aandoening is pas een handicap als iemand niet in staat is deel te nemen aan de samenleving (participatieprobleem)
Slide 17 - Slide
Welke voorzieningen ken je voor mensen met en beperking?
Slide 18 - Mind map
Ziekte
Sprake van een verstoorde werking van een of meer organen
Meestal: begin, een bepaald verloop en een - gunstig of ongunstig - einde.
Slide 19 - Slide
Bij sommige chronische ziekten is er geen sprake van begin - eind. Welke ziekten kunnen dat zijn?
Slide 20 - Open question
Aandoening
overkoepelend voor het geheel van symptomen, ziekteverschijnselen, ziekten, beperkingen en letsels.
Slide 21 - Slide
Wat is een niet-aangeboren beperking?
Slide 22 - Mind map
Doelen behaald?
1. Aan het einde van de les kan de student het verschil uitleggen tussen een beperking, een stoornis, een aandoening en een ziekte
2. Aan het einde van de les weet de student welke vormen van beperkingen er zijn