Grammatica EFGH

Bonjour à tous !
On va répéter E,F,G,H 
1 / 32
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bonjour à tous !
On va répéter E,F,G,H 

Slide 1 - Slide

Le planning
- Les verbes au pluriel
- les voyelles qui se cognent
- les infinitifs
- le négatif
- le vocabulaire

Slide 2 - Slide

Le but: Ik begrijp alle grammatica !!!!

Slide 3 - Slide

Les verbes au pluriel
Eindigt bijna altijd op -> -ent
Behalve: vont, font, sont & ont 

Slide 4 - Slide

Maak het meervoud:
est

Slide 5 - Open question

Maak het meervoud:
vole

Slide 6 - Open question

Maak het meervoud:
commence

Slide 7 - Open question

Wat is goed?
*meerdere antwoorden mogelijk
A
deux personnes frappent
B
deux personnes mange
C
deux personnes font
D
deux personnes a

Slide 8 - Quiz

Maak het meervoud:
va

Slide 9 - Open question

Les verbes au pluriel
Sommige werkwoorden eindigen op -ent maar worden net iets anders geschreven dan het enkelvoud:
écrit - écrivent
veut - veulent
dort - dorment 

Slide 10 - Slide

Maak het meervoud:
dit

Slide 11 - Open question

Ik vind les verbes au pluriel nog best moeilijk
A
Moi
B
Pas moi

Slide 12 - Quiz

Vind je het moeilijk ? Geeft niets!!
Ik zal op quizlet ook de werkwoorden zetten dan kun je het meervoud van alle werkwoorden oefenen. Deze moet je namelijk weten voor de toets!

Slide 13 - Slide

Les voyelles qui se cognent
Klinkers die botsen. 
Haal de klinker/stomme h weg en zet er een apostrof ´ bij!

Slide 14 - Slide

Il ne a pas de ami ici
(schrijf de hele zin goed op)

Slide 15 - Open question

Welke is goed? Meerdere antwoorden mogelijk
A
L´été
B
le été
C
il va aller
D
il v´a aller

Slide 16 - Quiz

Ik vind les voyelles qui se cognent moeilijk.
A
Moi
B
pas moi

Slide 17 - Quiz

Lastig? Vraag dan aan mij een extra oefenformulier!

Slide 18 - Slide

Les infinitifs
De hele werkwoorden -> eindigt vaak op -r

Slide 19 - Slide

Vul in: La classe va ..... Madame maintenant
A
pleurer
B
écouter
C
chanter

Slide 20 - Quiz

Il va ... au foot maintenant
A
jouer
B
rire
C
sauter

Slide 21 - Quiz

Il peut ... vite
A
courir
B
pleurer
C
dormir

Slide 22 - Quiz

Ik vind les infinitifs nog best lastig
A
Moi
B
Pas moi

Slide 23 - Quiz

Je trouve que c´est difficile
Wanneer je het nog lastig vindt kun je een extra oefenblad vragen !

Slide 24 - Slide

Le négatif
De ontkenning.

Slide 25 - Slide

Welk woord komt er op de puntjes tussen ne...pas
A
Het vervoegde werkwoord
B
De infinitif

Slide 26 - Quiz

Het vervoegde werkwoord!
De infinitif komt na ´pas´
Je ne veux pas regarder Netflix.

Slide 27 - Slide

Maak de zin ontkennend:
Michel a un pansement sur son dos

Slide 28 - Open question

Maak ontkennend:
Michel sait jouer au basket-ball

Slide 29 - Open question

Le négatif est difficile pour moi
A
Oui
B
Non

Slide 30 - Quiz

Encore difficile ?
Vraag om extra oefenopdrachten!

Slide 31 - Slide

Blooket !
Over de woorden van E,F,G,H 

Slide 32 - Slide