Taalverzorging: koppelteken en trema

Taalverzorging
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Taalverzorging

Slide 1 - Slide

Lesdoel


Aan het eind van de les weet jij wanneer je een trema (") of 

een koppelteken (-) moet gebruiken



Slide 2 - Slide

Terugblik samenstellingen

Een samenstelling is:
Twee woorden die samen één begrip vormen. De woorden zijn aan elkaar geplakt. 
Je hebt geleerd dat je soms tussenletters moet gebruiken. 


Slide 3 - Slide

Bekijk de woorden. Wat valt op?
autoonderdelen - poezie - logoontwerp - gftafval - ruine - wcdeur - studieuren - yas

Slide 4 - Open question

Trema (") kort samengevat

In sommige woorden schrijf je een trema. Je voorkomt zo dat je een woord verkeerd uitspreekt.


Het trema maakt duidelijk dat het om twee klinkers gaat,

en niet om één klank.


poëzie / zeeën / beëindigen 

Slide 5 - Slide

Koppelteken (-) kort samengevat

In sommige woorden schrijf je een koppelteken. Je voorkomt zo dat je een woord verkeerd uitspreekt. 

familie-uitje / auto-expert / maar knieoperatie

Het koppelteken schrijf je tussen twee delen van een samenstelling:


1. Als de samenstelling verkeerd uitgesproken kan worden

2. In aardrijkskundige aanduidingen

3. Voor of na een hoofdletter

4. Na een cijfer, afkorting of symbool


Slide 6 - Slide

Waarom heeft het woord een trema?
geïnteresseerd
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 7 - Quiz

Waarom heeft het woord een trema?
hindoeïsme
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 8 - Quiz

Waarom heeft het woord een trema?
onhygiënisch
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 9 - Quiz

Waarom heeft het woord
een koppelteken?
elite-eenheid
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 10 - Quiz

Waarom heeft het woord
een koppelteken?
Zuid-Europa
A
Het woord is een aardrijkskundige aanduiding of afleiding hiervan
B
Het woord is een samenstelling die je anders verkeerd zou uitspreken
C
Het woord is een samenstelling waarin een cijfer, symbool of afkorting voorkomt
D
Het woord is geen samenstelling en anders zou je het verkeerd uitspreken

Slide 11 - Quiz

Neem het onderstreepte woord over en zet een trema of koppelteken waar dat moet.
Jasper heeft een filmpje over junkfood geupload naar YouTube.
_________

Slide 12 - Open question

Neem het onderstreepte woord over en zet een trema of koppelteken waar dat moet.
Heb jij een eigen stereoinstallatie op jouw kamer?
_______________

Slide 13 - Open question

Neem het onderstreepte woord over en zet een trema of koppelteken waar dat moet.
Hebben jullie nog ideeen voor het afscheid van Liz?
_______

Slide 14 - Open question

Neem het onderstreepte woord over en zet een trema of koppelteken waar dat moet.
Yvet denkt dat ik haar naaap met mijn nieuwe kapsel.
______

Slide 15 - Open question

Neem het onderstreepte woord over en zet een trema of koppelteken waar dat moet.
Jasmina's vader ging naar de BMWdealer voor een proefrit.
___________

Slide 16 - Open question

diploma + uitreiking =

Slide 17 - Open question

niet + roker =

Slide 18 - Open question

vakantie + ellende =

Slide 19 - Open question

Lesdoel


Aan het eind van de les weet jij wanneer je een trema (") of 

een koppelteken (-) moet gebruiken



Slide 20 - Slide