Module 2 - 12/13 december

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Module 2 - les 3

"Wie schrijft, die blijft"

Nodig voor deze les:

• -

Programma

Lezen

Planning

Breng het personage naar het boek

Theorie prentenboek

Werken aan schrijfplan / eindproduct

Taalverzorging 

Lezen

Breng het personage naar het boek

Werkvorm

Cum laude

-niet geweest? In Cum Laude vind je bij periode 1.2 de reader

-lees dit eerst voor jezelf, vragen?> straks tijdens zelfstandig werken

Planning

Week	Week	Onderdeel	Les
47	18 - 22 november		1
48	25 - 29 november
49	2 - 6 december		2
50	9 - 13 december		3
51	16 - 20 december		4
52 en 01	23 december - 5 januari	Kerstvakantie
02	6 - 10 januari		5
03	13 - 17 januari		6
04	20 - 24 januari	Stageweek
05	27 - 31 januari	Bijzondere lesweek	30 januari 11.59u inleveren

Opdrachten Starttaal Online taalverzorging 

• Eind periode 3 wordt de eindtoets taalverzorging afgenomen.
• Ook thuis oefenen is ook raadzaam.

Schrijfplan

• Je hebt al een eerste opzet gemaakt.
• Hierna vind je nog meer inspiratie en tips voor het uitwerken van je schrijfplan.
• Kijk mee en voeg eventueel nog iets toe. 

Onderwerp/thema

Probeer te kijken (en te denken) als een kind. 

Wat ziet een kind, waar wordt een kind blij van of juist verdrietig?

Activiteiten/thema's

Onderwerpen

• Seizoenen (zomer, lente, herfst, winter)
• Tijd (klok kijken, geschiedenis)
• Feestdagen (Kerst, Pasen, Sinterklaas)

• Houd het gezellig... (dus geen oorlog, drugs, geweld, discriminatie, enge monsters, draken, heksen, etc...) 

Ieder personage heeft een aantal basiskenmerken die je eigenlijk wel (voor jezelf) moet weten. Denk hierbij aan:

Mens, dier of ding

Geslacht

Leeftijd

Hebben ze een naam

Uiterlijke kenmerken

Wat vinden ze (niet) leuk

Wat hebben ze aan

Welke emotie(s) hebben ze / laten ze zien (verlegen, bang, gemeen)

Motieven

Talent

Tekortkoming

Personages

Locaties

De speeltuin

De school

De tuin

Een pretpark

In de straat / op het plein

Het park

Het strand

Het bos

……..

Gevoelens

Boos

Jaloers

Blij

Bang

Verdrietig

Schaamte

Schuld

Verbazing

Verlegen

Woede

Liefde

De regel van 'drie'

Nog wat laatste tips:

• Wees creatief in je opening.
  Dus niet: “In een ver donker bos was een verdwaald varken de weg kwijt.”
  Maar: “Help ik ben verdwaald”, knorde het varkentje, terwijl hij weer tegen dezelfde boom opliep.
  
  
• Het einde van het verhaal is de ontknoping. Het geeft de oplossing op de vraag of het probleem. De hoofdpersoon lost het probleem zelf op.
  
• Gebruik actie en ga niet beschrijven. Dus niet: “de koe was blij”, maar “de koe maakte vier bokkensprongen in de wei”. 
  
• Het verhaal wordt geïllustreerd. Ga niet vertellen wat je ziet (of kan zien op de prenten). 
  

Schrijfplan (vervolg)

• Ontwikkel de personages. Noteer de karakters met een beknopte beschrijving.
• Denk na over het conflict of probleem dat je hoofdpersonage zal tegenkomen.  

Stap 1 t/m 4 doorlopen dan eerst akkoord krijgen van je docent.

Stappenplan

Stappenplan schrijven prentenboekverhaal

Aantal woorden: minimaal 500

Tip:

Hou het aantal woorden in je achterhoofd en schrijf gewoon op wat je wilt vertellen.

Kijk daarna pas wat je kunt schrappen.

Aan de slag schrijfplan/eindproduct

Schrijfplan klaar?

Docent leest het door en geeft mogelijk akkoord

Prentenboek

-rubric beoordelingseisen

Taalverzorging

Denk aan je actieplan/reflectie van module 1

   -> Hoe zorg jij dat je aan het eind van periode 3 klaar bent voor de eindtoets?

   -> Wat ga jij zelf doen?

   -> Wat heb je nodig van je docent? 

N.B.: Docent bepaalt hier zelf waar de klas op dit moment aan toe is. De PPT geldt als een suggestie

Afsluiting & evaluatie

Ik ben lekker bezig!

Eh.....bezig? Wat moet ik doen dan?

Nou, ik heb inmiddels een idee wat ik wil gaan doen. Geef me nog even wat tijd.

Best wel. Ik heb een beginnetje gemaakt.

Ja hoor. Nog niet klaar, maar ik ben echt wel lekker bezig.

Absoluut! Ik ga als een trein!