3.7 Nederland: land zonder een echt grote stad

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Telefoons weg!

+ Spullen op tafel

1. Nabespreken en nakijken par. 7

Nederland: land zonder een echt grote stad

par. 7

H3 Van hier tot Tokyo

Steden

V3

Lesdoel

Aan het eind:

• kan je de ontwikkeling van steden in Nederland benoemen en uitleggen.
• kan je de drempelwaarde, de reikwijdte en het verzorgingsgebied van voorzieningen beschrijven. 

In welke stad bevindt dit gebouw zich?

1. Amsterdam
2. Utrecht
3. Rotterdam
4. Den Haag

Wat is de functie/taak van Amsterdam?

Welke stad zie je op de afbeelding?

1. Amsterdam
2. Utrecht
3. Rotterdam
4. Den Haag

Wat is de functie/taak van Utrecht?

In welke stad bevindt het gebouw op de afbeelding zich?

1. Amsterdam
2. Utrecht
3. Rotterdam
4. Den Haag

Wat is de functie/taak van Den Haag?

Welke stad is op de afbeelding te zien?

1. Amsterdam
2. Utrecht
3. Rotterdam
4. Den Haag

Wat is de functie/taak van Rotterdam?

Nakijken

1

a. 

b. A - 3

     B - 2

     C - 4

     D - 1

Ontwikkeling stad naar stedelijk gebied verloopt in 3 fasen:

Verstedelijking

Suburbanisatie

Vervlechting

Nakijken

2

  a.  Brabantse stedenrij

  b.  Bevolkingsgroei stadsgewest Eindhoven 

  c.  Urbanisatie 

  d.  Een hoog vestigingsoverschot en een hoog geboorteoverschot 

  e.  De randgemeenten groeien veel sneller. 

   f.  De mate van stedelijkheid wordt hier aangegeven door het aantal adressen dat zich binnen            een straal van een kilometer bevindt. 

Nakijken

3a. Het suburbane gebied van Groningen en             Leeuwarden is veel groter.

  b. Het gebied van Groningen en Leeuwarden           is veel dunner bevolkt. Dat zie je aan de                 lagere adressendichtheid.

  c. Zeeland bestaat uit een aantal eilanden die         lange tijd geïsoleerd van elkaar lagen. 

       Hier heeft zich nooit een grote stad 

       kunnen ontwikkelen. 

Opdracht:

• Maak een tabel met vier kolommen in je schrift/op een blaadje
  
• beantwoord de volgende vragen voor jezelf/je familie in de eerste kolom. Noteer de plaatsnaam. 

Opdracht

Kijk nog eens naar je antwoorden.

Noteer voor jezelf:

1. Een voorziening waarvoor je niet bereidt bent ver te reizen.

2. Een voorziening waarvoor je wel bereidt bent ver te reizen. 

3. Kan je hier een verklaring voor geven?

Opdracht

Noteer boven de andere kolommen de begrippen: 

• reikwijdte
• drempelwaarde
• verzorgingsgebied

Noteer per voorziening of de reikwijdte groot/klein is, de drempelwaarde hoog/laag is en het verzorgingsgebied groot/klein is. 

Nakijken

4.

 1 Ook

 2 de drempelwaarde

 3 reikwijdte

 4 Het gevolg

 5 het verzorgingsgebied

Nakijken

5

   a.  De auto op weg naar het outletcentrum

   b.  De stadsdeelwinkels, want daar zijn er de minste van.

   c.  De buurtwinkels

   d.  Hoogste drempelwaarde -> binnenstad.

         In de binnenstad komen veel mensen winkelen, uitgaan enzovoort. De               drempelwaarde voor tal van voorzieningen wordt dan sneller gehaald.

Nakijken

6

  a.  De grens van het verzorgingsgebied van de ziekenhuizen in Leeuwarden en Drachten

  b.  Meer naar het zuiden. De ambulance kan met sirene sneller rijden dan een gewone auto. De          relatieve afstand voor de ambulance is dus korter. 

  c.  Er is een dichter wegennet, de bereikbaarheid van het ziekenhuis is dus groter. 

  d.  De Randstad is veel dichter bevolkt, zie GB 54A/GB 49A. De drempelwaarde voor een                          ziekenhuis wordt dus veel sneller gehaald en daardoor daalt de afstand tot het ziekenhuis.