A1C H1 les 7

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Bonjour!

H1   Coucou les copains!           

Comment ça va ?

ça va super! 

je suis fatigué(e)

ça va mal ! 

ça va comme-ci

comme-ça

A

begroet

Vraag hoe B heet

Vraag hoe het gaat?

Vraag waar B woont? 

Wat is ..............................?

Neem afscheid

B

A1C

les devoirs pour mercredi

leren voor de so 

SO  H1   donderdag 22/9

leren: voc A + B f-n en n-f (woordjes en zinnen) 

Bron D: het lidwoord p. 32

de getallen van 0 t/m 20 f-n en n-f

à la fin du cours

je hebt geoefend met het leerstof van de so

correction ex 18 p. 34/ ex 10 p. 35

il y a une tente

il y a une guitare

il y a une famille avec un garçon et une fille

il y a une piscine et un supermarché 

wat is het verschil tussen :
1. j'aime le tennis
2. je préfère le tennis

vertaal:
il y a une piscine à Marseille

vertaal: tot ziens

Vertaal in het Frans

1. en
2. in
3. het meisje
4. altijd
5. alstublieft (iets vragen)
6. het is
7. ik zoek
8. groot

1. et
2.  dans
3.  la fille
4.  toujours
5. s'il vous plaît
6. c'est
7. je cherche
8. grand

Wat betekent: de rien

Beantwoord de vraag:
Comment tu t'appelles?

Beantwoord de vraag:
Tu habites où?

kies het juiste lidwoord:
..................chat

1. le
2. la
3. l'
4. les

kies het juiste lidwoord:
..................chats

1. le
2. la
3. l'
4. les

Kies het juiste lidwoord:
..........école s'appelle de Lagewaard

1. le
2. la
3. l'
4. les

La plage de Scheveningen, c'est..........plage géniale!

1. un
2. une
3. des

schrijf uit in letters

20 - 4 = 16

13 + 1 = 14

11 + 7 = 18

schrijf uit in letters

• 20 - 4 = 16    vingt - quatre = seize
• 13 + 1 = 14     treize + un = quatorze
• 11 + 7 = 18     onze + sept = dix-huit

Grandes Lignes

ga naar H1

ga naar slim stampen en klik op :

1. grammaire D overhoren

2. phrases clés C overhoren

eerder klaar oefen met de woordjes 

Au travail!

gebruik de kaartjes

zet de stapel met de nl vertaling erboven

schrijf de Franse vertaling op in je schrift

pak de volgende kaart

als je 10 kaartjes hebt gedaan, kijk na met andere kleur pen

zet links wat je goed had, rechts wat je moet verbeteren

ga door met de 10 volgende kaarten

Objectifs

Qu'est-ce que tu as appris aujourd'hui?

Wat heb je vandaag geleerd/ herhaald?