Week 19 (week 4 2025) klas 4 Woots, Sprechen: 3 onderwerpen voor mondeling, en gatenvragen

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Guten Tag

Wie geht es euch?

• jas in de kluis of op de kapstok
• muts/capuchon/pet af
• oortjes uit
  
• boek/schrift/pen/laptop op tafel
  

Was machen diese Stunde?

Hören und Sehen

Lernziel:

Je bent in staat een eenvoudige kijk- en/of luisterfragmenten te begrijpen

An die Arbeit!

An die Arbeit: 

Was?   woots.nl:  Kijk- en luistertoets Duits | 2018/2019|

                               vmbo gt | skilllevel 2 | digitaal  

Wie?   selbstständig, am Laptop

Hilfe    Fragen? Hand hoch!

Zeit?   25 Minuten

Fertig? Examenwoordenschat oefenen (StudyGo)

Heb ik de leerdoelen behaald?

* ben ik in staat om eenvoudige (kijk- en) luisterfragement te begrijpen?

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

Tschüss!

Bis zum nächsten Mal!

Guten Tag

Wie geht es euch?

• jas in de kluis of op de kapstok
• muts/capuchon/pet af
• oortjes uit
  
• boek/schrift/pen/laptop op tafel
  

Was machen diese Stunde?

Sprechfertigkeit

Lernziele:

Am Ende dieser Stunde: 

• ben je in staat goed verstaanbaar Duits te spreken 
• kun je de uitspraakregels in het Duits correct toepassen
• kun je praten over vakantieplannen
• ben jein staat strategieen te gebruiken als je een woord niet weet

Aber zuerst.....ein Filmchen!

www.zdf.de

An die Arbeit!

Thema 1:    Hobbys und Freizeit

Vragen:

• Was machst du in deiner Freizeit?
  
• Spielst du ein Instrument oder machst du Sport?
  
• Wie oft trainierst du oder übst du?
  

Voorbeeldantwoorden:

• Ich spiele Fußball und treffe mich oft mit Freunden.
  
• Ja, ich spiele Gitarre. Ich übe jeden Tag eine halbe Stunde.
  
• Ich trainiere zweimal pro Woche und am Wochenende  

     haben wir ein Spiel. 

An die Arbeit!

Thema 2. Reisen und Urlaub

Vragen:

• Wohin bist du letztes Jahr im Urlaub gefahren?
  
• Mit wem warst du dort?
  
• Was hast du dort gemacht?
  

Voorbeeldantwoorden:

• Ich war in Spanien, an der Costa Brava.
  
• Ich war mit meiner Familie dort, und wir hatten viel Spaß.
  
• Wir sind oft am Strand gewesen und haben in der Stadt einkaufen

      gegangen. 

An die Arbeit!

Thema 3: Ausbildung und Zukunft

Vragen:

• Was möchtest du nach der Schule machen?
• Hast du schon eine Idee, welche Ausbildung oder welchen Beruf  du wählen willst?
• Wo siehst du dich in fünf oder zehn Jahren?

Voorbeeldantwoorden:

• Nach der Schule möchte ich eine Ausbildung als Mechaniker  machen.
• Ja, ich möchte Krankenpfleger werden, weil ich gerne Menschen helfe.
• In zehn Jahren möchte ich eine eigene Firma haben oder in einer großen Firma arbeiten.

An die Arbeit!

Tips:

• Stel open vragen, zodat de ander meer kan vertellen;
• Gebruik bekende woorden en eenvoudige zinnen;
• Geef een antwoord van minstens 2 tot 3 zinnen om het                    gesprek op gang te houden.
• Stel vervolgvragen, zoals „Warum möchtest du diesen                         Beruf wählen?"
• Gebruik zinnen met toekomende tijd, zoals „Ich werde…“                            of „Ich möchte…“.
• Bespreek ook eventuele twijfels, bijvoorbeeld: „Ich bin                             mir noch nicht sicher.

An die Arbeit!

An die Arbeit: 

Was?   Kies een thema en bereid een gesprek voor en 

             oefen dit

Wie?  zuzweit (in tweetallen)

Hilfe    die Sprachmittel auf Seite 267/268 + woordenboek

Zeit?    25Minuten

Fertig? StudyGo examenwoordenschat leren

Lernziele erreicht?

• ben je in staat goed verstaanbaar Duits te spreken? 
• kun je de uitspraakregels in het Duits correct toepassen?
• kun je praten over vakantieplannen"?
• ben jein staat strategieen te gebruiken als je een woord niet weet?

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

Hallo

Stunde 2

• jas uit, pet/muts af, oortjes uit
• mobiel in de wandtas
  
• laptop dicht op tafel
• boek/schrift/pen op tafel

Was machen wir heute?

1.  Lesefertigkeit

Lernziele:

Am Ende dieser Stunde: 

- kan ik  uitleggen wat een gatenvraag is;

- weet ik welke leesstrategieën je nodig hebt om een gatenvraag te

   beantwoorden

- ben ik in staat om signaalwoorden te herkennen en het verband aan te

  geven

- kan ik de strategie globaal lezen toepassen;

- kan ik de strategie nauwkeurig lezen toepassen.

Aber zuerst.....ein Filmchen!

een gatenvraag...

... is een vraag waarbij je van  een woord  in de tekst is weggelaten . 

... is een vraag waarbij je het weggelaten woord uit de context moet halen

en bij een gatenvraag...

... is weggelaten woord is vaak een signaalwoord

... gaat het om het verband in de zin of tussen twee alinea's

Het is dus belangrijk dat je de tekst vóór en na het 'gat' goed begrijpt!

leesstrategie...

... Lees de alinea eerst globaal;

...vervolgens lees je de zinnen voor en na het 'gat'; 

Je moet begrijpen om wat voor soort verband het gaat:

Moet er bijvoorbeeld iets positiefs of iets negatief ingevuld woorden?

of gaat het om een tegenstelling? 

de signaalwoorden zijn belangrijk: deze geven verbanden aan!

An die Arbeit!

An die Arbeit:

Was?    Macht Aufgabe 28, 29, 30 und 31 auf Seiten 150- 152

Wie?     selbsständig, in deinem Buch oder online

Hilfe?    ein Wörterbuch

Zeit?     35 Minuten
Fertig? wir kontrolieren die Antworte zusammen

LET OP: onderstreep  of markeer in de tekst waar jij het 

                antwoord denkt te vinden!!

Lernziele erreicht?

- kan ik uitleggen wat een gatenvraag is

- weet ik welke leesstrategieën je nodig hebt om een gatenvraag te

   beantwoorden

- ben ik in staat om signaalwoorden te herkennen en het verband aan te

  geven

- kan ik de strategie globaal lezen toepassen?

- kan ik de strategie nauwkeurig lezen toepassen?

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

Tschüss!

Bis zum nächsten Mal!