2.2 Hoe wonen mensen in de stad?

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Ik weet wat voorzieningen zijn

Ik ken het ontstaan en de opbouw van steden

Ik ken de begrippen urbanisatie en suburbanisatie

Lesboek bladzijde 26 en 27

Werkboek bladzijde 27 en 28

Aardrijkskunde

Lesboek bladzijde 26 en 27

Werkboek bladzijde 27 en 28

Opdracht 1 tot en met 9

Opdracht 1 tot en met 9

Elke tijd zijn eigen wijk

• In steden zijn wijken uit verschillende tijden:

1. Voor 1870: gebouwen bestaan uit hout en baksteen, vaak te vinden in de binnenstad.

2. Na 1870: gebouwen bestaan uit beton, er zijn veel rijtjes huizen met meerdere verdiepingen. 

Daarnaast trekken er veel mensen naar de stad, dit heet: urbanisatie.

3. Na WOII: in steden meer rijtjesflats met tuin.

4. Na 1970: grotere huizen met tuin en veel parkeerruimte, veel mensen gingen buiten de stad wonen. Dit heet suburbanisatie. 

Na WOII (na 1945).

Na 1970

Urbanisatie

De mensen trekken naar de stad omdat er werk te vinden is. Hierdoor groeit een stad.

Iedereen een passende woning

• Welke mensen er in welke wijken wonen heeft te maken met:

     - Prijzen van de huizen

     - Ligging bij de voorzieningen

• Opgeknapte binnensteden:

   - Duur, dichtbij voorzieningen

    - Jonge, rijke mensen

• Oude (flat)wijken, niet opgeknapt:

   - Goedkoop

   - Mensen met een laag inkomen

• Nieuwste wijken

  - Hier wonen rijke mensen en is erg duur

Suburbanisatie

Mensen vertrekken uit de stad naar platteland, omdat het te druk wordt in de stad.

Er zijn steeds meer kleine huizen en appartementen in de stad. Hoe kan dit?

1. Mensen hebben steeds minder geld.
2. Mensen hebben steeds minder ruimte nodig.
3. Mensen wonen met minder mensen in één huis.

Aan de slag

Lesboek bladzijde 26 en 27

Werkboek bladzijde 27 en 28

Opdracht 1 tot en met 9

Gemaakt?

Nu nabespreken

Daarna nog een quiz....

Heb je al het werk af?

1. ja
2. nee

Hoe wonen mensen in de stad?

Waar zou jij het liefst wonen?

1. Een huis van voor 1870
2. Een vooroorlogs huis
3. Een naoorlogs huis
4. een huis in een moderne buitenwijk

Flats zijn vaak goedkoper. Waarom?

1. Het is klein
2. Er zijn weinig voorzieningen
3. Flats zijn verouderd
4. Het ligt te ver van het centrum

Jonge mensen wonen graag in de binnenstad. Waarom?

1. Sfeervol
2. Goedkoop
3. Dicht bij voorzieningen
4. Rustig

Waarom is het in de binnenstad moeilijk parkeren?

1. Omdat het volgebouwd met huizen is.
2. Omdat er vroeger geen auto's waren.
3. Omdat er te veel parkjes zijn.

Welke voorziening is bij jou in de buurt die nog niet bestond toen je opa en oma jouw leeftijd had?

Waarom zijn oude huizen vaak goedkoper dan nieuwe huizen?

Is een appartement in dit gebouw duur denk je?

1. Ja
2. Nee

Is dit een duur huis?

1. ja
2. nee

Welk woord hoort niet in dit rijtje thuis:
tot 1870-verschillende huizen-flats-binnenstad

1. Tot 1870
2. Verschillende huizen
3. Flats
4. Binnenstad

Welk woord hoort niet in dit rijtje thuis:
Suburbanisatie-auto-kromme straten-fabrieken

1. Suburbanisatie
2. Auto
3. Kromme straten
4. Fabrieken

Welk woord hoort niet in dit rijtje thuis:
Oude wijken-Turkse bakker-Ouderen-Werklozen

1. Oude wijken
2. Turkse bakker
3. Ouderen
4. Werklozen

Waarom wonen in oude wijken vaak armere mensen en in nieuwere wijken vaak rijkere mensen?

Stelling: Mensen in goedkope huizen hebben vaak een slechtere gezondheid. Waarom zou dit zijn?