OB Spelling blok 5 en 6

Welkom bij Nederlands!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Slide

Wat was opvallend nieuws voor jou afgelopen week?

Slide 2 - Open question

Wat was er leuk in jouw leven afgelopen week?

Slide 3 - Open question

Wat vind je niet leuk ?

Slide 4 - Open question

1. In Londen is een ballenbak ……………(openen) die niet voor kinderen is, maar voor volwassenen.

Slide 5 - Open question

2. Dit ……………(melden) het NOS Jeugdjournaal.

Slide 6 - Open question

3. Volgens de baas van de ballenbak ……………..(gebeuren) er iets geks bij de volwassenen.

Slide 7 - Open question

4. Weet jij of ik volgende week ook op die receptie verwacht … (worden)?

Slide 8 - Open question

5. In de winter ………....(reizen) Dennis altijd naar Afrika.

Slide 9 - Open question

6. Ben je helemaal naar Canada ……. (reizen) om je broer te bezoeken?

Slide 10 - Open question

7. Franciscus van Assisi was de zoon van een rijke koopman. Hij is in grote rijkdom ………………………... (opgroeien).

Slide 11 - Open question

8. Dat dier had veel mensen ………………... (aanvallen).

Slide 12 - Open question

9. Franciscus van Assisi is op 4 oktober ………………………….(sterven).

Slide 13 - Open question

10. Daarom wordt nu op die dag Dierendag ………………………. (vieren).

Slide 14 - Open question

11. De stratenmaker legt klinkers in de ……………………..(verbreden) straat.

Slide 15 - Open question

12. De kok serveerde …………………... (aanbranden) gehaktballen.

Slide 16 - Open question

13. De …………………………. (vergeten) tas stond eenzaam op het perron.

Slide 17 - Open question

14. Wat is het verkleinwoord van cake?

Slide 18 - Open question

15. Wat is het verkleinwoord van jongen?

Slide 19 - Open question

16. Wat is de afkorting van: 'mevrouw'?

Slide 20 - Open question

17. Wat is de afkorting van: 'in plaats van'?

Slide 21 - Open question

18. Wat is de afkorting van: 'België, Nederland en Luxemburg'?

Slide 22 - Open question