Carnavalsquiz klas 3

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo b, k, t
• Leerjaar 1,2

Carnaval quiz

Hoeveel is 11 x 11

1. 110
2. 22
3. 121
4. 111

Wat betekent het woord carnaval?

1. Vaarwel feest
2. Vaarwel bier
3. Vaarwel vlees
4. Vaarwel

Wanneer werd carnaval voor het eerst gevierd?

1. Gouden eeuw
2. Middeleeuwen
3. prehistorie
4. 1950

Waar wordt carnaval in Nederland het meest gevierd?

1. Overal in Nederland.
2. In Cuijk
3. In het zuiden van Nederland.
4. In Den Bosch

Wat zijn de drie kleuren van carnaval op volgorde?

1. geel, groen en rood
2. rood, geel en groen
3. rood, groen en geel
4. groen, geel en rood

Fabrizio

Big Benny

Beppie Kraft

Op welke dag is carnaval afgelopen?

1. zondag
2. dinsdag
3. maandag
4. woensdag

Joost drinkt 12 halve liters bier
Hoeveel liter bier heeft Joost gehad?

1. 12
2. 8
3. 24
4. 6

Wat zingen ze in het refrein?
'Sie hatte...

1. ze heeft geen schoenen meer aan
2. ze heeft nu schoenen aan
3. ze heeft geen schoenen
4. ze heeft alleen nog schoenen aan

Wie is de baas tijdens carnaval?

1. raad van elf
2. alle kinderen
3. Prins Carnaval
4. Prinses Carnaval

Hoe groet je iemand tijdens carnaval?

1. Hello, hello
2. Goedendag
3. Alaaf!
4. hihahahi

Waar vier jij carnaval?

1. Cuijk
2. Nijmegen
3. Ergens anders
4. Ik vier geen carnaval

In welke taal (behalve NL) worden de meeste carnavalsliedjes gezongen?

1. Engels
2. Frans
3. Duits
4. Belgies

Wat zijn carnavalkrakers?

1. Dan wordt er gekraakt bij carnaval.
2. Liedjes die je heel veel hoort tijdens carnaval.
3. Dan hoor je je botten kraken als je danst.

Hoe noem je de woensdag na carnaval

1. Kruisjeswoensdag
2. Haringhapwoensdag
3. Aswoensdag
4. Waswoensdag

Wat doe je na carnaval?

1. Uitkateren
2. Bidden
3. Vasten
4. Naar de kerk gaan

Met welk feest wordt de vastenperiode afgesloten?

1. Pasen
2. Hemelvaart
3. Pinksteren
4. Kerst

Houdt meneer Goedhart van carnaval?

1. Ja
2. Nee

Wij houden van carnaval!

Als welk figuur was ik verkleed op de vorige foto?

1. piraat
2. opa
3. popeye
4. kapitein

Vier jij carnaval (normaal gesproken)?

1. Ja
2. Nee

Wat ga je doen in deze vakantie?

Ik wens jullie allemaal een fijne carnavalsvakantie!

Allemaal een hele fijne vakantie