BS 3: verandering in pubertijd

Aan welke geslachtskenmerken kun je het verschil zien tussen jongens en meisjes?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Aan geen van beiden
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Aan welke geslachtskenmerken kun je het verschil zien tussen jongens en meisjes?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Aan geen van beiden

Slide 1 - Quiz

In de puberteit ontstaan secundaire geslachtsorganen ....
A
door hormonen
B
door ouder worden
C
door medicijnen
D
door groeien

Slide 2 - Quiz

Borstgroei en baardgroei zijn...
A
Geen geslachtskenmerken
B
Primaire geslachtskenmerken
C
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 3 - Quiz

Primair geslachtskenmerk.
Secundair geslachtskenmerk.
Borsten
Bredere heupen
Schaamhaar
Baardhaar
Balzak
Schaamlippen
Vagina
Penis

Slide 4 - Drag question

Een penis en een vagina zijn...
A
Geen geslachtskenmerken
B
Primaire geslachtskenmerken
C
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 5 - Quiz

Lange benen en bruin haar zijn...
A
Geen geslachtskenmerken
B
Primaire geslachtskenmerken
C
Secundaire geslachtskenmerken

Slide 6 - Quiz

Welke geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte zichtbaar?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Primaire en secundarie geslachtskenmerken
D
Geen van beide

Slide 7 - Quiz

In de puberteit verander je,
dit komt door....
A
De groeispurt
B
Hormonen
C
School
D
de primaire geslachtskenmerken

Slide 8 - Quiz

Wat is het vrouwelijk geslachtshormoon?
A
Progesteron
B
Testosteron
C
Adrenaline
D
Oestrogeen

Slide 9 - Quiz

Wat regelen de geslachtshormonen?
A
Primaire geslachtskenmerken
B
Secundaire geslachtskenmerken
C
Tertiaire geslachtskenmerken
D
Puberteit

Slide 10 - Quiz

Een follikel is een opengebarsten eicel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
tijdens de ovulatie
C
Vlak na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie

Slide 12 - Quiz

Wordt het slijmvlies van de baarmoeder tijdens de menstruatie dikker?
A
ja, tijdens de menstruatie
B
nee, na de menstruatie

Slide 13 - Quiz

Hoe noem je de
4 tot 7 dagen
vóór de pijl?
A
Ovulatie
B
Menstruatie
C
Periode van vruchtbaarheid
D
Masturbatie

Slide 14 - Quiz

Vinden bij een zwangere vrouw menstruatie plaats? En ovulatie?
A
Zowel menstruatie als ovulatie
B
Wel menstruatie maar geen ovulatie.
C
Wel ovulatie maar geen menstruatie.
D
Geen menstruatie en geen ovulatie.

Slide 15 - Quiz