3.3 Energierijke stoffen

H3 Planten en dieren
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3 Planten en dieren

Slide 1 - Slide

3.3 Energierijke stoffen

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe een plant de energierijke stof glucose maakt door fotosynthese.
  • Je kunt beschrijven hoe een plant energie vrijmaakt uit glucose door verbranding.
  • Je kunt uitleggen welke gassen overdag en ’s nachts een blad in- en uitgaan.
  • Je kunt beschrijven waarvoor planten glucose gebruiken.
  • Je kunt de delen van een plant noemen die mensen als voedsel gebruiken.
  • Je kunt drie soorten korrels beschrijven die in plantencellen voorkomen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Fotosynthese
Verbranding

Slide 6 - Slide

Welk of welke organismen doen aan fotosynthese?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels en bacteriën
D
Alle organismen

Slide 7 - Quiz

Welk of welke organismen doen aan verbranding?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels en bacteriën
D
Alle organismen

Slide 8 - Quiz

Wanneer vindt fotosynthese plaats? En wanneer vindt verbranding plaats? In het licht of in het donker of allebei?

Slide 9 - Open question


SCHEIKUNDE!

Slide 10 - Slide

Gaswisseling
Gaswisseling: CO2 en O2 gaan in en uit het blad via de huidmondjes

In het licht: .....

In het donker: .......

Slide 11 - Slide

Gaswisseling
Gaswisseling: CO2 en O2 gaan in en uit het blad via de huidmondjes

In het licht: fotosynthese > verbranding = 
  • O2 naar buiten (overschot)
  • CO2 naar binnen

In het donker: alleen verbranding
  • O2 naar binnen
  • CO2 naar buiten (overschot)

Slide 12 - Slide

Het huiswerk di 30 jan 4e uur

Aantekeningen 3.3 afmaken
Lees blz. 157 t/m 168 en maak 5, 6, 7, 9, 11, 12, 14, 15, 16.

Kijk de opdrachten na met een andere kleur pen.

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe een plant de energierijke stof glucose maakt door fotosynthese.
  • Je kunt beschrijven hoe een plant energie vrijmaakt uit glucose door verbranding.
  • Je kunt uitleggen welke gassen overdag en ’s nachts een blad in- en uitgaan.

  • Je kunt beschrijven waarvoor planten glucose gebruiken.
  • Je kunt de delen van een plant noemen die mensen als voedsel gebruiken.
  • Je kunt drie soorten korrels beschrijven die in plantencellen voorkomen.

Slide 14 - Slide

Gaswisseling
Gaswisseling: CO2 en O2 gaan in en uit het blad via de huidmondjes

In het licht: .....

In het donker: .......

Slide 15 - Slide

Gaswisseling
Gaswisseling: CO2 en O2 gaan in en uit het blad via de huidmondjes

In het licht: fotosynthese > verbranding = 
  • O2 naar buiten (overschot)
  • CO2 naar binnen

In het donker: alleen verbranding
  • O2 naar binnen
  • CO2 naar buiten (overschot)

Slide 16 - Slide

Glucose + mineralen -> andere voedingsstoffen

  • Bouwstoffen: eiwitten en cellulose 
  • Beschermende stoffen: vitaminen
  • Energierijke stoffen: zetmeel, suiker en vetten (reservevoedsel)

Slide 17 - Slide

Opslag reservevoedsel & wat eten wij op??

  • Knollen: verdikte wortels (rode biet)
  • Bollen: korte stengel met korte dikke bladeren (tulpen en rode ui)
  • Zaden: tijdens ontkieming (boon)

Slide 18 - Slide

Drie soorten korrels in plantencellen

Slide 19 - Slide

Als een banaan rijpt, kleurt de banaan van groen naar geel. Welke overgang in korrels heeft hier plaatsgevonden?

Slide 20 - Open question

Leerdoelen behaald???
  • Je kunt beschrijven hoe een plant de energierijke stof glucose maakt door fotosynthese.
  • Je kunt beschrijven hoe een plant energie vrijmaakt uit glucose door verbranding.
  • Je kunt uitleggen welke gassen overdag en ’s nachts een blad in- en uitgaan.
  • Je kunt beschrijven waarvoor planten glucose gebruiken.
  • Je kunt de delen van een plant noemen die mensen als voedsel gebruiken.
  • Je kunt drie soorten korrels beschrijven die in plantencellen voorkomen.

Slide 21 - Slide

Het huiswerk do 1 feb 7e uur
aantekeningen 3.3 af
Lees blz. 157 t/m 168 en maak 5, 6, 7, 9, 11, 12, 14, 15, 16, 18, 19, 24, 25.

Kijk de opdrachten na met een andere kleur pen.

Slide 22 - Slide