Herhaling H4

Herhaling H4
  1. Kennen en kunnen doornemen
  2. Bespreken opgave 32
  3. Opgave 'afremmen' oefentoets
  4. Klassikale herhaling arbeid
  5. Zelfstandig voorbereiden toets
  6. Uitleg PO (10 min)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling H4
  1. Kennen en kunnen doornemen
  2. Bespreken opgave 32
  3. Opgave 'afremmen' oefentoets
  4. Klassikale herhaling arbeid
  5. Zelfstandig voorbereiden toets
  6. Uitleg PO (10 min)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Je kan ...
  • Afstanden en snelheden uit een (v,t)- en (s,t)-diagram halen.
  • Rekenen met de formule s = v * t .
  • De resulterende kracht berekenen en nagaan of er sprake is van een versnelling, constante snelheid of een vertraging. 
  • De lengte van de stopafstand berekenen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Je kan ...
  • Uitleggen in welke situaties een kracht arbeid verricht.
  • Rekenen met W = F * s
  • Uitleggen of de arbeid positief of negatief is. 
  • De botskracht uitrekenen en uitleggen hoe je die kunt verkleinen.
  • Vijf veiligheidsmaatregelen in een auto noemen en uitleggen hoe ze werken. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Opgave 32a
  • Stopafstand = ?
  •  sstop = sreactie + srem

  • sreactie = vbegin * treactie
                        = 5 * 1,5 = 7,5 m

  • srem = 0,5 *  vbegin * trem
                 = 0,5 * 5 * 1,0 = 2,5 m 

  • De stopafstand is 10 m. 
Geen moeite met 32
start dan alvast met de oefentoets (p. 142)
vraag 1 t/m 12

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Opgave 32b
Isa reed naast Hilde, maar begon al na 0,8 s met remmen. Ze remde wel net zo hard als Hilde. 
Teken het v,t-diagram van Isa.
Geen moeite met 32
start dan alvast met de oefentoets (p. 142)
vraag 1 t/m 12

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Opgave 32c
Bereken hoe ver voor de stopstreep Isa tor stilstand komt.
  • sstop = sreactie + srem

  • sreactie = vbegin * treactie
                        = 5 * 0,8 = 4,0 m

  • srem = 0,5 *  vbegin * trem
                 = 0,5 * 5 * 1,0 = 2,5 m 

  • De stopafstand is 6,5 m. Dus staat ze 3,5 m voor de stopstreep stil.
Geen moeite met 32
start dan alvast met de oefentoets (p. 142)
vraag 1 t/m 12

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Opgave 32d


  • Gelijk aan die van Hilde dus 10 m.

  • Vreemd hij heeft geen reactietijd.  
Geen moeite met 32
start dan alvast met de oefentoets (p. 142)
vraag 1 t/m 12

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opgave 32e

  • srem = 10 m 
  • vbegin = 25 km/h = 6,94 m/s
  • srem = 0,5 * vbegin * treactie
           10 = 0,5 * 6,94 * treactie
  •      10 = 3,47 * treactie
  • treactie = 10 / 3,47 = 2,9 s
Geen moeite met 32
start dan alvast met de oefentoets (p. 142)
vraag 1 t/m 12

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Oefentoets  (p. 142) -  Afremmen (vraag 12) 
Klaar maak de andere vragen van de oefentoets (1 t/m 11)

Digitale oefentoets 1 t/m 6
timer
12:00
Uitdaging:
probeer opgave 35 te maken.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Arbeid
De hoeveelheid energie die  een voorwerp krijgt door het met een kracht over een afstand te verplaatsen. 
W=Fs

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Je fietst 10 m met een constante snelheid. Je spierkracht is 50 N. Je gewicht (zwaartekracht) is 600 N.
Bereken de arbeid die de onderstaande krachten verrichten.
Spierkracht
Wrijvingskracht
Zwaartekracht
500 Nm
0 Nm
6000 Nm
- 500 Nm
- 6000 Nm

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

Je fietst 10 m met een constante snelheid. Je spierkracht is 50 N. Je gewicht (zwaartekracht) is 600 N.
WFsp=5010=500Nm
WFw=5010=500Nm
WFz=6000=0Nm

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De airbag vangt de overige energie (1425 J) op. De sensoren in de airbag registreren een gemiddelde kracht van 4570 N. Bereken hoe ver de testpop de airbag indrukt.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Een acrobaat (55 kg) hangt 6,5 meter boven een veiligheidsnet, stil aan een trapesse. Wanneer de acrobaat zich laat vallen deukt het net 1,5 meter in. Hoeveel arbeid heeft het net uitgeoefend om de val te breken?
A
55 * 6,5 = 3,8*10² J
B
55 * 1,5 = 83 J
C
55 * 9,81 * 6,5 = 3,5*10³ J
D
55 * 9,81 * 1,5 = 8,1*10² J

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Een acrobaat (55 kg) hangt 6,5 meter boven een veiligheidsnet, stil aan een trapesse. Wanneer de acrobaat zich laat vallen deukt het net 1,5 meter in. Hoeveel arbeid heeft het net uitgeoefend om de val te breken?
  • Bij het naar beneden vallen heeft de acrobaat snelheid gekregen doordat de zwaartekracht positieve arbeid levert. 
  • Het net moet een even grootte arbeid leveren om de acrobaar af te remmmen.
  • W = F * s 
          = (55 * 9,81) * 6,5 
          = 3507 J
          = 3,5 * 10³ J.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Voorbereiden  op de toets
Oefentoets (p. 142) - vraag 1 t/m 11

Slide 17 - Slide

Bespreken via klaspapier
Eierproef
Zie classroom

Slide 18 - Slide

This item has no instructions