Passé composé

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Passé composé

Prenez vos livres à la page 24-25

"Je danse" betekent "Ik dans"
Wat zou "J'ai dansé" betekenen?

"Je mange" betekent "Ik eet"
Wat zou "J'ai mangé" betekenen?

"Il cherche" betekent "Hij zoekt"
Wat zou "Il a cherché" betekenen?

De passé composé

In het Nederlands maak je de verleden tijd met behulp van een hulpwerkwoord --> Ik heb gezien / Ik heb gefietst

In het Frans doe je dit ook.

Avoir!

J'

Tu

Il

Nous

Vous

Ils

Elles

Elle

On

ai

a

avons

avez

ont

as

Het voltooid deelwoord

Hoe maak je het voltooid deelwoord:

Hele werkwoord - er (manger - er = mang)

Stam (mang) + é = mangé

Wat is het voltooid deelwoord van regarder?
hele ww - er + é

Wat is het voltooid deelwoord van habiter
hele ww - er + é

Wat is het voltooid deelwoord van manger
hele ww - er + é

Wat is de juiste vertaling van:
Ik heb gegeten

1. j'ai mangé
2. je mangé
3. j'ai manger
4. je ai mangé

wat is de juiste vertaling van wij wonen

1. nous habité
2. nous avons habité
3. nous habité avons
4. nous avons habiter

wat is de juiste vertaling van jullie hebben gekeken

1. vous regardé
2. vous avez regarder
3. vous avez regardé
4. vous regardé avez

Voltooid deelwoord onregelmatige werkwoorden

Deze moet je uit je hoofd leren!

Avoir = eu

être = été

Faire = fait

Let op!

In het Nederlands zeg je: Ik ben geweest.
In het Frans zeg je: J'ai été.

Letterlijk vertaald dus: Ik heb geweest.

Vul het voltooid deelwoord in:
Qu'est-ce que tu as (faire)?

1. fait
2. eu
3. été

Vul het voltooid deelwoord in:
J'ai (être) _______ en Italie.

1. fait
2. eu
3. été

Vul het voltooid deelwoord in:
Nous avons (avoir) ________ un accident.

1. fait
2. eu
3. été

Ma mère a (être) ____________ à l'hôpital.

1. fait
2. eu
3. été

Vul het voltooid deelwoord in:
Mon père et ma soeur ont (être) à la brasserie de l'hôpital.

1. fait
2. eu
3. été