Werkwoordspelling

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 8

Werkwoordspelling

Gebruik je wisbordje

Bekijk goed of het pv of vd is!

Afgelopen donderdag _____________ de kinderen hun fouten in de taaltoets.
(herstellen)

Leonie _____________ haar schoenen.
(poetsen)

Gisteren _____________ ik het om eerder thuis te zijn dan mijn zus.
(redden)

De brandweer haalde de mensen uit het _____________ gebouw.
(instorten)

Wij hebben de hele middag _____________.
(voetballen)

Afgelopen weekend _____________ Maaike in een koor.
(zingen)

Ramon heeft het goed _____________.
(bedoelen)

Vorige week _____________ ik een appelboom.
(planten)

Het _____________ papier ligt in de prullenbak.
(scheuren)

Het elftal _____________ 10 punten.
(scoren)

Vroeger _____________ wij de dieren op de kinderboerderij.
(filmen)

Renee en Yvonne _____________ met elkaar.
(lachen vt)

De kinderen maakten de _____________ sommen.
(begrijpen)