This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Burgerschap periode 4
Kunst, cultuur en wereldburgerschap
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Globalisering, wat is dat?
Slide 3 - Open question
Globalisering
Het proces waarbij mensen en bedrijven wereldwijd steeds meer met elkaar verbonden raken.
Denk bijvoorbeeld aan:
Wereldwijde handel, communicatie, uitwisseling van culturen
Slide 4 - Slide
Multinationals: bedrijven die producten in verschillende landen maken en verkopen. Wat is een voorbeeld van een multinational?
A
Albert Heijn
B
Bol.com
C
McDonald's
D
Bakker Bart
Slide 5 - Quiz
Nederland en de wereld
Slide 6 - Slide
Internationale organisaties
Globalisering maakt de internationale samenwerking makkelijker. Dit gebeurt vaak in internationale organisaties.
Internationale organisaties zijn organisaties opgericht per verdrag tussen minstens twee landen.
Er zijn 2 soorten:
Verbanden tussen burgers: Amnesty International, Wereldnatuurfonds en Greenpeace
Verbanden tussen landen: organisaties waar landen lid van zijn zoals de VN, NAVO en EU.
Slide 7 - Slide
NGO
NGO staat voor ''Niet-Gouvernementele-Organisaties''. Dit zijn organisaties die een maatschappelijk doel nastreven en onafhankelijk zijn van de overheid. Daarnaast werken er vrijwilligers, die geen winstdoel voor ogen hebben.
Slide 8 - Slide
VN, NAVO en EU
Slide 9 - Slide
VN
Verenigde Naties: opgericht in 1945 om wereldoorlog te voorkomen:
Bemiddeling tussen landen in conflict, soms militair
Hulp bieden aan mensen in nood (natuurramp, hongersnood etc)
Regeringen vragen mensenrechten te respecteren
Slide 10 - Slide
De NAVO
Sinds 1949 is Nederland lid van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie. Een militair bondgenootschap van 29 landen uit Noord-Amerika en Europa.
De lidstaten helpen elkaar als ze aangevallen worden.
Na WOII hoorden de landen uit het westblok bij de NAVO
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Europese Unie
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Europese integratie:
Het proces waarbij Europese landen steeds meer gaan samenwerken.
Bijvoorbeeld:
Er komen steeds nieuwe Europese regels.
Er zijn geen grenscontroles meer tussen EU-lidstaten.
De euro is ingevoerd.
Steeds meer mensen gaan in een ander EU-land wonen of werken.
Slide 15 - Slide
Schrijf 2 landen die lid zijn van de EU
Slide 16 - Mind map
Wat is de belangrijkste taak van de Verenigde Naties?