H10.4 titreren

Zorg dat je klaar bent
Boek
werkboek
pen
rekenmachine
inloggen in de lessonUP
1 / 24
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Zorg dat je klaar bent
Boek
werkboek
pen
rekenmachine
inloggen in de lessonUP

Slide 1 - Slide

Planning
Huiswerk nakijken 10.3
Uitleg 10.4
Uitleg praktische opdracht
opdrachten maken 95 t/m 100 en 104 t/m 113

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je leert:
  • Waarom producten gecontroleerd worden
  • Hoe je onderzoekt hoeveel zuur er in een oplossing zit
  • Je kunt de handelingswijze bij een titratie beschrijven.
  • Je kunt de concentratie van een zuur in een oplossing berekenen met behulp van een titratie. 

Slide 3 - Slide

Welke pH hebben zuren?
A
0-7
B
7
C
7-14

Slide 4 - Quiz

Zuren zijn
A
metalen
B
moleculaire stoffen
C
zouten

Slide 5 - Quiz

Welke stof is een zuur?

A
azijn
B
soda
C
gootsteenontstopper
D
water

Slide 6 - Quiz

Met een zuur schoonmaakmiddel kan ik?
A
vet verwijderen
B
de vaat wassen
C
ramen lappen
D
kalk verwijderen

Slide 7 - Quiz

Hoe maak je een zuur?
A
Een zout verhitten .
B
Een zout verhitten en dan water toevoegen?
C
Een zout verhitten, het gas opvangen en daar water aan toe voegen.
D
Een zout verhitten en water toevoegen.

Slide 8 - Quiz

Welk van de onderstaande schoonmaakmiddelen is een zuur schoonmaakmiddel?
A
Groene zeep
B
Ammonia
C
Gootsteenontstopper
D
wc ontkalker

Slide 9 - Quiz

Welke pH hebben basen?
A
0-7
B
7
C
7-14

Slide 10 - Quiz

basen zijn
A
metalen
B
moleculaire stoffen
C
zouten

Slide 11 - Quiz

Wat is de zuurgraad (pH) van water
A
0
B
7
C
10
D
14

Slide 12 - Quiz

10.4 "titraties"

Slide 13 - Slide

Waarom/wanneer titreren?
  • De NVWA controleert of fabrikanten zich houden aan de warenwet
  • In deze wet staan de eisen waaraan een product moet voldoen

Slide 14 - Slide

Voorbeeld: tafelazijn
Er is een ondergrens en een 
bovengrens voor de 
hoeveelheid azijnzuur er in 
tafelazijn mag zitten

Slide 15 - Slide

Chemisch analisten
van de NVWA zoeken uit of producten aan de eisen voldoen
Zo niet dan kan er een boete worden opgelegd.

Slide 16 - Slide

Titreren
Manier om de hoeveelheid zuur in een oplossing te bepalen.
Dat doe je door  proeven te doen:
1:  met een oplossing waarvan je weet hoeveelheid zuur er reageert met 1,0 ml oplossing.
2: met een oplossing die je wilt onderzoeken

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Titratie-opstelling
buret met base




erlenmeyer met 1 ml zuur 
aangevuld met water





Slide 19 - Slide

Titreren
1: afmeten van een aantal  1,0 mL  zuur aanvullen met water
2: indicator toevoegen
3: lees de beginstand van de buret af op 2 cijfers achter de komma
4: druppelsgewijs base toevoegen tot het omslagpunt van de indicator
6: lees de eindstand af op 2 cijfers achter de komma
7: doe dit nog een keer
8: ga rekenen

Slide 20 - Slide

rekenvoorbeeld
Hoeveel azijnzuur zit er in azijn?
1,0 ml natronloog reageert met 
1,2 mg azijnzuur
de beginstand is 12,8 ml
de eindstand is 17,4 ml

Slide 21 - Slide

vervolg
gegeven: beginstand = 12,80 ml, eindstand = 17,60 ml, 1,0 ml natronloog komt overeen met 1,2 mg azijnzuur
gevraagd: hoeveel azijnzuur zit er in de oplossing?
Berekening: eindstand - beginstand = 17,60 -12,80 = 4,60 ml



Er zit in 1,0 ml oplossing 5,52 mg azijnzuur

volume natronloog
1,0
1
4,6
massa azijnzuur
1,2
5,52

Slide 22 - Slide

Praktische opdracht
  1. Je hebt nu voldoende informatie gehad om de praktische opdracht uit te voeren.
  2. Zie opdracht via magister en teams
  3. Je kijkt het filmpje, beantwoord de vragen en maakt een verslag van het practicum in het filmpje. 
  4. Inleveren uiterlijk 26 maart 2021
  5. Dit cijfer telt mee voor natuurscheikundige vaardigheden 5 nask2

Slide 23 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 95 t/m 100 en 104 t/m 113, dit moet de volgende les af zijn, les daarna toets H10
Maak de praktische opdracht, dit moet 26 maart 2021 ingeleverd zijn via magister, opdrachten

Slide 24 - Slide