Meervoud

Welcome
We gaan beginnen met het overschrijven van de Engelse woordjes die je moet leren voor de toets.

Nodig:
  • Boek Sterk Engels Bladzijde 145-148
  • Pen en papier

timer
5:00
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welcome
We gaan beginnen met het overschrijven van de Engelse woordjes die je moet leren voor de toets.

Nodig:
  • Boek Sterk Engels Bladzijde 145-148
  • Pen en papier

timer
5:00

Slide 1 - Slide

Welcome
- Als ik iets uitleg ben je stil

- Toilet bezoek voor of na de les

- We behandelen elkaar respectvol     en fouten maken mag

Slide 2 - Slide

MEERVOUD (PLURAL)

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Na deze les...

De basisregel van het Engelse meervoud opnoemen.
De uitzonderingen van de regel herkennen.
Een aantal onregelmatige vormen herkennen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Meervoud (Plural)
We gaan even oefenen met het meervoud van Engelse woorden.
Eens kijken wat je van het filmpje hebt onthouden!

Nodig: 
  • Je laptop
  • LessonUp

Slide 6 - Slide

Wat is een meervoud?
A
Dat er meerdere dingen van iets zijn.
B
De, het & een.
C
Het onderwerp van een zin.
D
Een bijvoegelijk naamwoord.

Slide 7 - Quiz

Meervoud (plural)
DE BASISREGEL
Zelfstandig naamwoord + s

One apple                                                                                  Two apples

Slide 8 - Slide

book
A
bookes
B
bookies
C
books

Slide 9 - Quiz

Meervoud (plural)

Zelfstandig naamwoord eindigt op een sis - klank = + es

One watch                                                                          Two watches

Slide 10 - Slide

beach
A
beachs
B
beaches
C
beachis

Slide 11 - Quiz

Meervoud (plural)

Zelfstandig naamwoord eindigt op een -o = + es

One her                                                           Two heroes

Slide 12 - Slide

tomato
A
tomatoes
B
tomatos
C
tomaties

Slide 13 - Quiz

Meervoud (plural)

Zelfstandig naamwoord eindigt op een medeklinker + Y = -ies

One baby                                                                            Two babies

Slide 14 - Slide

lady
A
ladys
B
ladies
C
lades

Slide 15 - Quiz

Meervoud (plural)

Zelfstandig naamwoord eindigt op een -f of -fe = ves

One wolf                                                   Three wolves

Slide 16 - Slide

leaf
A
leaves
B
leafs
C
leafies
D
leavs

Slide 17 - Quiz

Meervoud

Slide 18 - Slide

Man
A
mans
B
manes
C
men

Slide 19 - Quiz

Hoe goed begrijp je de plurals/meervoud?

😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

Meervoud (Plural)
We maken een werkblad over de meervoudsvorm.

Nodig: 
  • Pen 
  • Het werkblad

Klaar?
Vraag om het antwoordblad en kijk je werkblad na.

timer
15:00

Slide 21 - Slide

Meervoud (Plural)
We maken een werkblad over de meervoudsvorm.

Nodig: 
  • Pen 
  • Het werkblad

Klaar?
Vraag om het antwoordblad en kijk je werkblad na.

timer
15:00
Ook hiermee klaar?

1. Ga naar Magister Learn
Bij de les van vandaag staan linkjes naar oefeningen met de meervoudsvormen.

2. Oefentoets maken

Slide 22 - Slide

Choose the correct plural of
CHILD
A
childs
B
childrens
C
childes
D
children

Slide 23 - Quiz

Choose the correct plural of
BOX
A
boxs
B
boxxes
C
boxes
D
boxess

Slide 24 - Quiz

Choose the correct plural of
PUPPY
A
puppys
B
puppy's
C
puppies
D
puppyes

Slide 25 - Quiz

The plural of "OX" (stier) is
A
Oxes
B
Ons
C
Oxan
D
Oxen

Slide 26 - Quiz

Whats the plural of:
DONKEY (ezel)
A
donkey
B
Donkeyed
C
donkeys
D
donkeyes

Slide 27 - Quiz

What is the plural of SHOE?
A
shoeves
B
shoes
C
shoez
D
shoeies

Slide 28 - Quiz