What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Praten over proza en spelling
1 / 44
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
This lesson contains
44 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
literaire begrippen
Slide 3 - Slide
Welke literaire begrippen zijn belangrijk op je mondeling?
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Wat betekent het literaire begrip 'motto'?
A
Een kort stukje aan het begin van het boek
B
Een kort stukje aan het eind van het boek
C
De reden waarom het boek geschreven is
D
Aan wie het boek is opgedragen
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Wat betekent het literaire begrip 'opdracht'?
A
Degene die opdracht heeft gegeven om het boek te schrijven
B
Aan wie het boek is opgedragen
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Wat betekent het literaire begrip 'thema'?
A
Het onderwerp waar het boek over gaat
B
Het genre waar het boek bij hoort
C
Het idee of de bedoeling achter een boek/verhaal
Slide 10 - Quiz
Wat is waar?
A
Het thema versterkt de motieven
B
De motieven versterken het thema
Slide 11 - Quiz
Wat betekent het literaire begrip 'motief'?
A
Dat iemand iets gedaan heeft in het verhaal met een reden
B
Iets wat vaak terugkomt in het verhaal
C
Een structuur die het verhaal aanhoudt
D
Een reden waarom het boek is geschreven
Slide 12 - Quiz
Motieven (concreet of abstract)
Iets wat vaak terugkomt in het verhaal
Voorbeeld in Het gouden ei: de dromen over het gouden ei / het getal 8 / toeval / vermissing
Slide 13 - Slide
Wat houdt een 'alwetend/ auctoriaal perspectief' in ?
A
Dat de personages alles weten
B
Dat er een verteller is die alles weet
Slide 14 - Quiz
Een personaal perspectief is hetzelfde als
A
Een ik-vertelwijze
B
Een hij/zij-vertelwijze
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Een hoofdpersoon wordt ook wel een ....... genoemd
A
Karakter
B
Type
C
Karikatuur
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Laat hem maar even rustig zitten; over een half uurtje zal hij wel bedaar... zijn. (bedaren)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 22 - Quiz
De dief was op de gestolen fiets gevlucht, maar hij werd door een agent achterhaal... (achterhalen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 23 - Quiz
Het bedroef... me zeer dat anderen goede sier willen maken met mijn verdiensten. (bedroeven)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 24 - Quiz
De politie gelas...e de betogers uiteen te gaan. (gelasten)
A
d
B
t
C
tt
D
dd
Slide 25 - Quiz
De (aflassen) wedstrijd kwam ons goed uit.
A
aflaste
B
afgelaste
C
afgelastte
D
afgelast
Slide 26 - Quiz
Hij heeft te veel tijd aan zijn hobby’s besteed, waardoor hij zijn studie heeft verwaarloos... (verwaarlozen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 27 - Quiz
Aan de horizon onderschei ... de stuurman duidelijk twee boortorens. (onderscheiden)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 28 - Quiz
Bij ons zilveren huwelijksfeest vorig jaar berei...en onze kinderen ons een grote verrassing. (bereiden)
A
d
B
t
C
tt
D
dd
Slide 29 - Quiz
Ik geloof niets van wat je me daar vertel... (vertellen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 30 - Quiz
Het is voor de veiligheid noodzakelijk dat je die contactdoos in de badkamer aar... (aarden).
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 31 - Quiz
De glassplinter moest zo snel mogelijk uit het oog van het slachtoffer verwijder... worden. (verwijderen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 32 - Quiz
Ik heb je wel wat lang laten wachten, maar ik hoop dat je je niet verveel... hebt. (vervelen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 33 - Quiz
Op mijn vorige school pes...en de kinderen elkaar vaak. (pesten)
A
d
B
t
C
tt
D
dd
Slide 34 - Quiz
Het is niet verstandig van hem dat hij zijn dochter zo verwen... (verwennen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 35 - Quiz
Hoewel de brandweer alles deed om de brand te blussen, bran...en het huis en de schuur tot de grond toe af. (afbranden)
A
d
B
t
C
tt
D
dd
Slide 36 - Quiz
Als een huis het verkeer in de weg staat, gebeurt het soms dat de gemeente het onteigen...(onteigenen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 37 - Quiz
Ik ben er zeker van dat men je in dit ziekenhuis uitstekend verpleeg... (verplegen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 38 - Quiz
Ik heb veel te lang in de zon gezeten; nu is mijn gezicht helemaal vervel... (vervellen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 39 - Quiz
Doordat het op het perron zo toch...e, heeft ze waarschijnlijk kougevat. (tochten)
A
d
B
t
C
tt
D
dd
Slide 40 - Quiz
Het (verrichten) klusje ging goed
A
verrichtte
B
verrichten
C
verrichte
D
verricht
Slide 41 - Quiz
Het getuigt niet van een hoogstaand karakter, als men zijn tegenstanders belaster... (belasteren)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 42 - Quiz
Onze vroegere buren voe...en hun kinderen indertijd op in een sfeer van vertrouwen. (opvoeden)
A
d
B
t
C
tt
D
dd
Slide 43 - Quiz
De reizigers werden overvallen en beroof... van al hun kostbaarheden.
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 44 - Quiz
More lessons like this
Oefening met werkwoordspelling
January 2023
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 4-6
Oefening met werkwoordspelling
September 2022
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 4-6
Hoe sta je ervoor met ww-spelling? (1)
February 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Hoe sta je ervoor met ww-spelling? (1)
January 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Aida ww-spelling
June 2020
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Les 2
November 2020
- Lesson with
38 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Hoe sta je ervoor met ww-spelling? (1)
April 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-6
Spellingquiz werkwoorden (toetsvoorbereiding)
October 2024
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4