BACS Jaar 1 Lesweek 1.2 Onderwerp en hoofdgedachte
Nederlands
Onderwerp en hoofdgedachte
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1
This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Nederlands
Onderwerp en hoofdgedachte
Slide 1 - Slide
Wat is ook alweer het onderwerp van een tekst?
Slide 2 - Mind map
Welke vraag stel je jezelf als je wilt weten wat het onderwerp van een tekst is?
A
Waar gaat de tekst over?
B
Wat is het belangrijkste argument van de schrijver?
C
Wat is het belangrijkste wat er in de tekst gezegd wordt?
Slide 3 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
Slide 4 - Mind map
Hoofdgedachte
De hoofdgedachte is altijd een complete zin. Je vindt de hoofdgedachte meestal in de inleiding of in het slot van een tekst, dus lees die twee gedeelten goed!
Let op: de hoofdgedachte is nooit een vraag!
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Wat is waar?
A
De hoofdgedachte is 1 woord
B
De hoofdgedachte is het belangrijkste wat de schrijver wil vertellen
C
De hoofdgedachte kan je uit de tekst halen
D
De hoofdgedachte moet je (soms) zelf verzinnen
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Wat is het onderwerp van de tekst
A
GPS-dienst
B
GPS-dienst pizzaketen
C
pizzaketen
D
Pizzaketen Domino’s gaat bezorgers volgen met gps-tracking.
Slide 9 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
A
Pizzaketen Domino’s gaat bezorgers volgen met gps-tracking.
B
Deze tekst heeft geen hoofdgedachte.
C
Domino's
D
GPS-dienst pizzaketen.
Slide 10 - Quiz
Nederlands - lezen
Globaal - Gericht - Intensief
Slide 11 - Slide
Globaal
Slide 12 - Slide
Globaal
Achterhalen belangrijkste van de tekst
Inleiding en het slot lezen
De kernzin van elke alinea: vaak de eerste en laatste zin van elke alinea