Augustinus (Agora 5)

Augustinus (Agora 5)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FilosofieSecundair onderwijs

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Augustinus (Agora 5)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is de relatie tussen het geloof en het redelijke denken?
A
Het geloof maakt het redelijke denken overbodig
B
Het geloof en het redelijke denken zijn volledig gescheiden
C
Het redelijke denken verduidelijkt de inhoud van het geloof
D
Het redelijke denken is tegenstrijdig met het geloof

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat bedoelt Augustinus met de 'intelligibele wereld'?
A
eeuwige en onveranderlijke waarheden
B
menselijke verlichting
C
veranderlijke waarheden
D
zichtbare wereld

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Hoe worden de intelligibele wereld zichtbaar?
A
door wetenschappelijk onderzoek
B
dankzij de goddelijke verlichting van de geest
C
via de zintuiglijke waarneming
D
door menselijke inspanning

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat bedoelt Augustinus met het begrip transcendentie?
A
Transcendentie betekent het streven naar zelfontplooiing.
B
Transcendentie verwijst naar de menselijke geest.
C
God overstijgt de werkelijkheid, maar is er tegelijk ook de grondslag van.
D
God is de werkelijkheid zelf.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de betekenis van het woord 'immanent' volgens Augustinus?
A
dat wat buiten de wereld is
B
dat wat tot de wereld behoort
C
dat wat onder de wereld ligt
D
dat wat boven de wereld uitstijgt

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoe gaat Augustinus om met het probleem van het kwaad?
A
Hij negeert het probleem van het kwaad.
B
Hij gelooft dat er geen kwaad bestaat.
C
Hij beschouwt alle kwaad als noodzakelijk.
D
Hij maakt een onderscheid tussen twee soorten kwaad.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen de twee soorten kwaad volgens Augustinus?
A
Het kwaad dat onvermijdelijk is en het kwaad dat voorkomen kan worden.
B
Het kwaad waaronder mensen lijden en het kwaad dat mensen aanrichten.
C
Het fysieke kwaad en het morele kwaad.
D
Het kwaad dat God veroorzaakt en het kwaad dat mensen veroorzaken.

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is volgens Augustinus de oorzaak van het kwaad dat mensen aanrichten?
A
Het is een noodzakelijk gevolg van de vrije wil.
B
Het wordt veroorzaakt door externe factoren.
C
Het is een onvermijdelijke natuurlijke gebeurtenis.
D
Het is een straf van God voor zondige daden.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Wat betekent het begrip predestinatie?
  • Wat is het verschil tussen tussen predestinatie en determinisme 
  • Hoe verzoent Augustinus de 'alwetendheid van God' (predestinatie) met de vrije wil? 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 4 pp 26
Zelfstandig werk (15 min)
timer
15:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bespreking opdracht 4 pp 26

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

2 vragen (discussie)
Is predestinatie te verzoenen met vrije wil?
Lost de verklaring van Augustinus werkelijk de volgende vraag op: 'Wat deed God voor hij hemel en aarde schiep?'

Slide 13 - Slide

Welke implicaties heeft het voor jouw eigen leven en verantwoordelijkheid als je gelooft in predestinatie of in vrije wil? En hoe kun je die ideeën toepassen op andere filosofische kwesties, zoals moraliteit en verantwoordelijkheid?

Als god de grondslag is van hemel en aarde, wat was er dan voor? Hoe verklaar je god?
Wat betekent het begrip predestinatie?
A
Predestinatie is het idee dat iedereen zelf zijn toekomst kan bepalen.
B
Predestinatie is het concept van wedergeboorte en reïncarnatie.
C
God weet op voorhand welke mensen zullen zondigen en welke niet.
D
Predestinatie is het geloof in meerdere goden.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is determinisme?
A
Elke gebeurtenis is niet willekeurig, maar volgt uit het andere gebeurtenis. Er is geen religieuze laag.
B
Elke gebeurtenis is willekeurig en heeft geen oorzaak.
C
Determinisme is het geloof in bovennatuurlijke krachten.
D
Determinisme is het idee dat alles voorbestemd is en we geen vrije wil hebben.

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Hoe verzoent Augustinus predestinatie met vrije wil?
A
Mensen hebben geen vrije wil
B
God is ontheven aan de tijd
C
Augustinus ontkent predestinatie
D
God heeft geen controle over vrije wil

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions