20230525 DVLG221AH niveau 2 leerjaar 2 spreken 3v4

Nederlands
DVLG221AK
Donderdag 25 mei 2023
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Nederlands
DVLG221AK
Donderdag 25 mei 2023

Slide 1 - Slide

Planning DVLG221AH

1. CENTRAAL EXAMEN LEZEN & LUISTEREN – LOCATIE SPORTLAAN – 90 MINUTEN:
14 november 2022
2. EXAMEN SCHRIJVEN – LOCATIE HOFSTRAAT – 60 MINUTEN: 26 januari 2023  & herkansing donderdag 16 februari 2023
3. EXAMEN GESPREKKEN – LOCATIE HOFSTRAAT – GESPREK 6-8 MINUTEN: 16 & 23 maart 2023.

4. EXAMEN SPREKEN – LOCATIE HOFSTRAAT – PRESENTATIE 4-6 MINUTEN: 15-06-2023.

                       Onderdeel LEZEN & LUISTEREN:                              50% eindcijfer Nederlands
                       Onderdeel Schrijven, spreken en gesprekken: 50% eindcijfer Nederlands




Slide 2 - Slide

Planning DVLG221AH
  1. 20230511: Spreken 1v4
  2. 20230515: Spreken 2v4
  3. 20230525: Spreken 3v4
  4. 20230608: Spreken 4v4
  5. 20230615: Spreken examen




Slide 3 - Slide

Planning DVLG221AH
15-06:
Aya
Kevin
Romy
Elise
Ami
Trinity
Xamayra
Gwenn
Zoë





Britt
Rugenson
Sam
Cindy
Anoeska
Sara
Juwel


Slide 4 - Slide

25-05: Lesdoelen
  • Verdergaan met de voorbereiding op het examen Spreken

Slide 5 - Slide

Het examen Spreken: inhoud

1. Je vertelt bij welk bedrijf jij je BPV hebt gedaan.
2. Je geeft meer informatie over het bedrijf. 
Denk aan wat voor bedrijf het is, hoeveel mensen er werken,
wat voor mensen er werken, enzovoorts;
3. Je geeft minimaal twee redenen waarom je bij dit bedrijf je BPV hebt gedaan; (niet school zocht dit uit)
4. Je vertelt wat voor soort werkzaamheden je hebt gedaan;
5. Je vertelt over jouw algemene ervaringen binnen dit bedrijf;
6. Je geeft een advies aan de studenten over hun BPV. Leg ook uit waarom je dit advies geeft.

BPV (beroepspraktijkvorming) = stage

Slide 6 - Slide

Het examen Spreken: beoordeling
  • Samenhang: heb je een logische opbouw aangebracht in je presentatie?
  • Afstemming op doel: heb je je gehouden aan de opdracht? Is de presentatie doelgericht?
  • Afstemming op publiek: heb je het woordgebruik en de toon aangepast aan de doelgroep?
  • Woordenschat en woordgebruik: heb je een redelijk goede woordenschat? Dit laat je zien door te variëren in woordgebruik. Je gebruikt veelvoorkomende voorzetsels (zoals voor, achter, boven, door) vrijwel altijd goed.
  • Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing: Je bent duidelijk verstaanbaar. Je spreektempo is normaal. Je laat zien dat je de grammatica redelijk beheerst doordat de meeste zinnen goed gevormd zijn. De werkwoordsvormen zijn over het algemeen correct.

Slide 7 - Slide

Het examen Spreken: voorbereiding
Hulpmiddelen
  1. PowerPoint of Prezi gebruik je niet om de aandacht te trekken;
  2. Gebruik niet te veel kleurtjes, bewegingseffecten en emoticons. Dit leidt je publiek alleen maar af.
  3. Gebruik afbeeldingen, tabellen en filmpjes alleen ter ondersteuning van je verhaal. Je kunt deze natuurlijk wel verwerken in PowerPoint of Prezi en laten zien tijdens je presentatie.

Slide 8 - Slide

Het examen Spreken: voorbereiding
Houding
  1. Sta rechtop, schouders recht en adem rustig (geen handen in je zakken!);
  2. Loop een keer heen en weer in plaats van stil te staan op één plek;
  3. Ga aan de zijkant van het scherm of bord staan als je iets laat zien;
  4. Gebruik je armen en je handen als je iets uitlegt;
  5. Kijk je publiek zo veel mogelijk aan als je praat en maak oogcontact;
  6. Straal trots en enthousiasme uit. Jij bent de expert van jouw verhaal.

Slide 9 - Slide

Het examen Spreken: voorbereiding
Stemgebruik
  1. Spreek duidelijk, rustig en verstaanbaar. Articuleer!
  2. Laat af en toe pauzes vallen tussen je zinnen;
  3. Doe alsof je een verhaal vertelt aan een bekende, dit helpt om je stem zo natuurlijk mogelijk te gebruiken;
  4. Spreek op een boeiende manier: gebruik intonatie, dit maakt je publiek nieuwsgierig;
  5. Benadruk bepaalde uitspraken om verschil te maken of iets te laten opvallen.

Slide 10 - Slide

Het examen Spreken: voorbereiding
Afstemming
  1. Stem je informatie en taalgebruik af op je publiek;
  2. Gebruik bij een presentatie aan onbekenden en volwassenen ‘u’;
  3. Gebruik bij een presentatie aan leeftijdsgenoten ‘je’ en ‘jij’;
  4. Gebruik bij een uitleg aan kinderen gemakkelijke woorden en korte zinnen.

Slide 11 - Slide

Het examen Spreken

  • Presentatie voor de klas: 4-6 minuten: onderwerp van het examenboekje.
  • Een monoloog: jij praat en de examinatoren luisteren.
  • Na afloop: stellen de examinatoren nog een paar inhoudelijke vragen.
  • Deelonderwerpen.
    Minder dan 80% van de deelonderwerpen besproken? = een onvoldoende.
  • Je mag een PowerPoint of Prezi presentatie gebruiken.
  • Leg elke medische term uit. Spreek alle afkortingen uit.
  • Spreek met u.

Slide 12 - Slide

Het examen Spreken
  • Inleiding, middenstuk en slot heeft (opbouw en samenhang), dat het doel van de presentatie duidelijk is en dat je rekening houdt met de (voorkennis van) de luisteraar.
  • Verder moet je tijdens de presentatie laten zien dat je woordenschat voldoende is en dat je presentatie goed verstaanbaar en in begrijpelijk Nederlands is.
  • Een uitgeschreven presentatie voorlezen mag niet. Een lijst met steekwoorden mag.

Slide 13 - Slide

25-05: Terugblik
  • Introductie examen Spreken

Slide 14 - Slide