What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
1.1 persoonlijk voornaamwoorden + haben & sein
Personalpronomen
Persoonlijke voornaamwoorden
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Personalpronomen
Persoonlijke voornaamwoorden
Slide 1 - Slide
Ziele
Ich kann die Personal Pronomen benutzen
(ik kan de persoonlijke voornaamwoorden toepassen)
Slide 2 - Slide
Was sind Personalpronomen?
Slide 3 - Slide
Personalpronomen
persoonlijk voornaamwoord
Slide 4 - Mind map
Slide 5 - Video
Die Personalpronomen
ich ik
du jij
er, sie, es hij, zij, het
wir wij
ihr jullie
sie/ Sie zij/u
Slide 6 - Slide
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
zij/U
jullie
wij
hij/zij/het
jij
ik
Slide 7 - Drag question
(jullie) seid toll!
A
wir
B
ihr
Slide 8 - Quiz
Wo bist (jij)
A
du
B
es
Slide 9 - Quiz
(hij) ist nett
A
er
B
sie
C
es
Slide 10 - Quiz
Sabina wohnt
Sabina is hetzelfde als...
A
du
B
er
C
sie
D
es
Slide 11 - Quiz
Opa ist alt
Opa is hetzelfde als...
A
er
B
sie
C
es
D
ich
Slide 12 - Quiz
Ich, Kim und Sabine essen
Ich, Kim und Sabine zijn hetzelfde als..
A
ihr
B
wir
C
sie
Slide 13 - Quiz
Willst (jij) auch essen
Slide 14 - Open question
(ik) kann lernen
Slide 15 - Open question
(wij) haben Spaß
Slide 16 - Open question
Ik kan de persoonlijke voornaamwoorden gebruiken
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 17 - Poll
Und weiter geht's...
Slide 18 - Slide
haben und sein
Die wichtigste Verben!
Ik kan het werkwoord haben vervoegen in de tegenwoordige tijd
Ik kan het werkwoord sein vervoegen in de tegenwoordige tijd
Slide 19 - Slide
haben (hebben)
ich habe ik heb
du hast jij hebt
er/sie/es hat hij/zij/het heeft
wir haben wij hebben
ihr habt jullie hebben
Sie/sie haben u heeft/zij hebben
Slide 20 - Slide
ich habe
du hast
ihr habt
wir haben
jij hebt
wij hebben
ik heb
jullie hebben
Slide 21 - Drag question
Vul de juiste vorm van het werkwoord 'haben' in:
Ich .... keine Zeit.
Slide 22 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord haben in:
Warum ... du nichts gegessen?
Slide 23 - Open question
sein (zijn)
ich bin ik ben
du bist jij bent
er/sie/es ist hij/zij/het is
wir sind wij zijn
ihr seid jullie zijn
Sie/sie sind u bent / zij zijn
Slide 24 - Slide
ihr seid
Sie sind
er ist
du bist
jij bent
jullie zijn
hij is
u bent
Slide 25 - Drag question
Vul de juiste vorm van het werkwoord 'sein' in:
Wir .... Paula und Laura.
Slide 26 - Open question
Vul de juiste vorm van het werkwoord 'sein' in:
Das ... mein Hund Felix.
Slide 27 - Open question
Zet in de volgende slides de juiste vorm van het werkwoord.
Denk goed na of je "haben" of "sein" moet gebruiken!
Neem je tijd.
Slide 28 - Slide
Herr Ullrich, ... Sie der Opa von Lukas?
Slide 29 - Open question
Eline und Amber ... meine Freundinnen.
Slide 30 - Open question
... du die DVD gekauft?
Slide 31 - Open question
Meine Schwester ... eine Gitarre.
Slide 32 - Open question
More lessons like this
Grammatik E
November 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Het werkwoord 'sein' (K1)
September 2024
- Lesson with
38 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2
RL 6 Duits
October 2024
- Lesson with
32 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
1.1 persoonlijk voornaamwoorden
October 2024
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
persoonlijke voornaamwoorden, haben, sein en Brezeln
November 2024
- Lesson with
40 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Personalpronomen und verb sein
September 2022
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2019
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
1.1 persoonlijk voornaamwoorden
November 2024
- Lesson with
12 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1