Herhalingsles vwo 2 woorden en spelling H5

Inplannen
- proeftoets spellen en woorden H4 t/m 6 (ma 8 juni)
- toets spellen en woorden H4 t/m 6 (11 of 15 juni)
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Inplannen
- proeftoets spellen en woorden H4 t/m 6 (ma 8 juni)
- toets spellen en woorden H4 t/m 6 (11 of 15 juni)

Slide 1 - Slide

De toets spellen inplannen op:
A
donderdag 11 juni
B
maandag 15 juni

Slide 2 - Quiz

Herhalingsles woorden en spelling H5
Wat gaan we doen?
- Spelling:
- Theorie en toepassing Engelse werkwoorden
- Toepassing weglatingsstreepje
- Theorie en toepassing koppelteken
- Woorden:
-Theorie en woorden herhalen

Slide 3 - Slide

Spelling 5.5

Slide 4 - Slide

Pelle (downloaden) zijn spelletjes van de website van Steam.
A
download
B
downloadt

Slide 5 - Quiz

Loulou heeft voor de coronacrisis nog in Amsterdam (shoppen).
A
geshopped
B
geshopd
C
geshoppet
D
geshopt

Slide 6 - Quiz

Pelle en Loulou hebben online (daten), maar in real life (matchen) ze totaal niet.

Slide 7 - Open question

Die jongen had (speechen) op het jubileum van zijn opa; hij (scoren) veel applaus, want hij (timen) zijn grapjes van nature perfect.
A
gespeecht, scoorde, timede
B
gespeechd, scoorde, timede
C
gespeecht, scoorde, timete
D
gespeechd, scorede, timede

Slide 8 - Quiz

Als ik midden in deze game stop, dan (crashen) het spel!

Slide 9 - Open question

(Uploaden) jij weleens foto's?

Slide 10 - Open question

Heb je je werkstuk wel (editen)?
A
edited
B
geëdit
C
geëdited
D
ge-edit

Slide 11 - Quiz

Wat zijn volgens jou de belangrijkste tips om het werkwoord goed te spellen?

Slide 12 - Open question

Gebruik het weglatingsstreepje:
taalonderwijs en rekenonderwijs

Slide 13 - Open question

Gebruik het weglatingsstreepje:
schooltoetsen en schoolexamens

Slide 14 - Open question

Gebruik het weglatingsstreepje indien mogelijk:
Hoge bomen en lage bomen

Slide 15 - Open question

Kortom, hoe werkt het weglatingssteken?

Slide 16 - Open question

Koppelteken: ja of nee?
vwo + leerling
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Koppelteken: ja of nee?
havo + leerling
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Koppelteken: ja of nee?
assistent + bondscoach
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Koppelteken: ja of nee?
politie + agent
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quiz

Koppelteken: ja of nee?
woon + werkverkeer
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

Koppelteken: ja of nee?
Noord + Friesland
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

Koppelteken: ja of nee?
pin + code
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quiz

Koppelteken: ja of nee?
niet + chronologisch
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quiz

Koppelteken: ja of nee?
40+ + kaas
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz

Het koppelteken: wanneer gebruiken we het? (blz. 209)

Slide 26 - Mind map

Theorie Engelse werkwoorden
Werkwoorden als saven, timen en daten behouden hun -e in de stam:

Slide 27 - Slide

Theorie Engelse werkwoorden
Werkwoorden met een dubbele medeklinker ‘vernederlandsen’ we, tenzij dat de uitspraak beïnvloedt:

Slide 28 - Slide

Theorie weglatingsstreepje
Soms kun je een deel van een samengesteld woord weglaten, omdat dat deel wordt herhaald. Plaats dan een weglatingsstreepje op de plek van het weggelaten deel: 

  • Dinsdagochtend en -avond ga ik altijd naar de sportschool.
  • Psychologie- en natuurkundestudenten zijn verschillend.
  • Fiets-, werk- en taalvakanties zijn populair onder jongeren.





Slide 29 - Slide

Theorie koppelteken

In samenstellingen die verkeerd gelezen kunnen worden, plaatsen we een koppelteken: 

zo-even, stage-uren, radio-omroep, na-apen.


We plaatsen ook een koppelteken in aardrijkskundige namen met een extra plaatstoevoeging: 

Noord-Brabant, Zuid-Amerika, Midden-Nederland.


Slide 30 - Slide

Theorie koppelteken
We gebruiken het koppelteken ook:
bij cijfers, letters en andere tekens:
  • €-teken, vmbo-leerling, 70-jarige, tbs-kliniek
  • bij dubbele achternamen: Hannie Werters-van de Hoek
  • bij een functie, rang of titel: assistent-bedrijfsleider, minister-president
  • in de combinatie niet-, non-, ex- en oud- + een zelfstandig naamwoord: niet-roker, non-stop, ex-collega, oud-medewerker 
  • bij gelijkwaardige delen (ze kunnen van plek wisselen):woon-werkverkeer, haat-liefdeverhouding, hang-en-sluitwerk. 

Slide 31 - Slide

Doel: ik weet hoe ik Engelse werkwoorden moet vervoegen.
A
Dit kan ik
B
Dit kan ik (nog) niet

Slide 32 - Quiz

Doel: ik weet wanneer ik een weglatingsstreepje moet gebruiken
A
Dit kan ik
B
Dit kan ik (nog) niet

Slide 33 - Quiz

Doel: ik weet wanneer ik het koppelteken moet gebruiken
A
Dit kan ik
B
Dit kan ik (nog) niet

Slide 34 - Quiz

Woorden 5.3
Woorden blz. 199 zorg ervoor dat je de betekenis kent.
Even 5 minuten leren en daarna gaan we dat testen met behulp van Quizletlive.


timer
1:00

Slide 35 - Slide