ovt, vvt, ott, vtt

Onvoltooid verleden tijd,
 voltooid verleden tijd, onvoltooid tegenwoordige tijd,
voltooid tegenwoordige tijd. 
1 / 11
next
Slide 1: Slide
ExcelBeroepsopleiding

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 16 min

Items in this lesson

Onvoltooid verleden tijd,
 voltooid verleden tijd, onvoltooid tegenwoordige tijd,
voltooid tegenwoordige tijd. 

Slide 1 - Slide

Om 9.20 uur ... de chef van de meldkamer dat er een beroving had plaatsgevonden. (melden)

Slide 2 - Open question

Wij, verbalisanten, ... ons toen naar buiten. (haasten)

Slide 3 - Open question

De man was .... van zijn tas.
(beroven)

Slide 4 - Open question

Ik hoorde dat hij de Nederlandse taal niet goed ....(beheersen)

Slide 5 - Open question

Wij raadden hem aan om aangifte te doen.
In welke tijd staat het eerste deel van deze zin?
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 6 - Quiz

De man heeft mij beloofd een verklaring af te leggen.
In welke tijd staat het eerste deel van deze zin?
A
ott
B
vtt
C
ovt
D
vvt

Slide 7 - Quiz

De verdachte ... het misdrijf direct ....
(vvt, bekennen)

Slide 8 - Open question

De verdachte vond dat hij verkeerd ... ....
(vtt, citeren)

Slide 9 - Open question

Hij zei dat hij elke maandagavond ....
(ovt, sporten)

Slide 10 - Open question

Het spoor ... naar de gestolen auto.
(ott, leiden)

Slide 11 - Open question