Workshop Afasie

afasie
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 54 min

Items in this lesson

afasie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Problemen met taal

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is Afasie, en waardoor krijg je het?
Taalstoornis
Dominante kant
Spreken, lezen en schrijven
Beroerte
Hersentumor
Ongeval

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Afasie van Wernicke
  • Beschadiging posterieur
  • Problematiek taalproductie
  • Problematiek taalbegrip

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Afasie van Wernicke (Sensorisch)
Patiënt begrijpt niet wat er word gezegd
Geen betekenis
Kan wel spreken, maar haspelt woorden en woorddelen door elkaar tot een onbegrijpelijke woordsalade

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Praten
• Je kunt vloeiend praten.
• Je bent geneigd om veel te praten.
• Je vervormd soms woorden of vervangt ze door 'onzinwoorden' (woorden die niet bestaan)
• Je komt bovengenoemde problemen ook tegen als je wilt lezen of schrijven.

Begrijpen
• Je hebt veel problemen met het begrijpen van taal.
• Je bent je niet goed bewust van je situatie en je problemen en begrijpt niet goed waarom je omgeving je niet verstaat.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Zorg bij Afasie
• Behandel de persoon rustig en met respect.
• Spreek zelf in rustige, korte, eenvoudige, eenduidige zinnen.
• Laat de persoon kiezen hoe ze willen communiceren. Soms kan iets beter geduid worden met handgebaren of opgeschreven of aangewezen worden. Gebruik dan ook de passende hulpmiddelen voor afasie als een aanwijsboek of afasie-apps.
• Zorg voor oogcontact.
• Vraag naar verduidelijking. Wie? Hoe? Waar? Wat? Wanneer?
• Geef rust als het niet lukt.
NIET UITMAKEN VOOR GEK!!!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

receptieve afasie Wernicke’s afasie
  • Dagelijkse problemen
  •    Moeite met het begrijpen wat anderen zeggen
  •    Moeite met begrijpen van geschreven woorden
  •    Het verkeerd interpreteren van woorden, gebaren of plaatjes
  •    Verkeerde antwoorden geven op vragen
  •    Het gebruik van zelfverzonnen woorden
  •    Frustratie omdat de ander niet begrijpt wat je zegt
  •    Het niet bewust zijn van eigen problemen met begrip van taal of taalfouten
  • Moeite met het herhalen van zinnen.

Slide 14 - Slide

Tips bij receptieve afasie:
   (voor familie en vrienden) zorg dat je gesprekken simpel houdt (zonder kinderachtige taal te gebruiken). Gebruik bijvoorbeeld korte zinnen met 1 vraag per zin ( “Ga je mee wandelen?” i.p.v. “Zullen we gaan wandelen en dan straks bij Piet koffie drinken?”)
   (voor familie en vrienden) probeer visuele hulpmiddelen of gebaren te gebruiken om duidelijk te maken wat je bedoelt.
   (voor familie en vrienden) schrijf steekwoorden op terwijl je praat
   (voor familie en vrienden) geef degene met afasie de tijd
   (voor familie en vrienden) maak oogcontact
   (voor familie en vrienden) gebruik je eigen stem op dezelfde manier
   (voor familie en vrienden) blijf degene met afasie betrokken houden bij dagelijkse gebeurtenissen en gesprekken.
Afasie van Broca
  • Beschadiging anterieur
  • Problematiek taalproductie
  • Fragmentarische zinnen
  • Aggrammatisme
  • Begrip grotendeels onaangetast


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Afasie van Broca (Motorisch)
Spreken weinig, langzaam en niet vloeiend
Moeite om te gaan praten
Korte zinnen
Verdraaien van woorden
Verwisselen van lettergrepen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Praten
• Je weet wel wat je wilt zeggen, maar kunt dit moeilijk onder woorden brengen. Spreken gaat niet vloeiend.
• Je maakt korte zinnen en last veel pauzes in.
• Je moet vaak lang zoeken naar het juiste woord.
• Je zegt gekke woorden. Als je lezen wilt zeggen zeg je leten bijvoorbeeld.
• Je kunt je moeilijk uitdrukken in het algemeen en dit geldt ook voor schrijven en gebaren.


Begrijpen
• Je begrijpt korte en simpele zinnen vaak wel.
• Je bent je heel bewust van je situatie en je problemen. Dat maakt je soms wanhopig en boos.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Expressieve afasie ‘Broca’s afasie’ 
Dagelijkse problemen

  •   Langzaam en haperende manier van praten
  •    Weinig intonatie in de spraak
  •    Zoeken naar woorden of naar een beginletter / woordvindingsproblemen
  •    De inhoud van een gesprek is soms in telegramstijl, kort en onvolledig
  •    Moeite met spelling en grammatica
  •    Een bepaald woord noemen, terwijl een ander woord bedoeld wordt
  •    Letters in woorden wel eens per ongeluk verwisselen
  •    Woorden binnen zinnen per ongeluk verwisselen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Verwerkingsopdracht





Luister goed.
Welke symptomen van afasie hoor je?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Welke symptomen
heb je gehoord?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Amnestische afasie
  • Supramarginale gyrus
  • Problematiek taalproductie
         -  Woordvindingsproblemen
         -  Leeg taalgebruik
  • Grammaticaal correct en vloeiend
  • Taalbegrip en herhaling intact


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Zijn er nog
vragen?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions