This lesson contains 21 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Week 14
Slide 1 - Slide
Belangrijke data
Slide 2 - Slide
Opzet week 14 - 5 t/m 9 maart
Les 1: grammatica/formuleren
Dubbelop
Les 2: LessonUp
weektaken maken
Les 3: grammatica/formuleren
Incongruentie
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Deze week oefen je met:
het herkennen van fouten in de categorie dubbelop.
het herkennen van incongruentie.
Slide 4 - Slide
Les 1
Grammatica en formuleren
Dubbelop
Lees de theorie door op bladzijde 5 van het boekje 'Grammatica'
Slide 5 - Slide
Pleonasme
Een pleonasme ontstaat wanneer je een eigenschap van een zaak of persoon nog eens uitdrukkelijk omschrijft. Vaak gaat het om woorden die niet tot dezelfde woordsoort behoren.
De padvinders zaten op een houten boomstam een boterham te eten.
In dit populaire restaurant moet je altijd van tevoren reserveren.
In het scheikundelokaal hing eigenlijk altijd een vieze stank.
Slide 6 - Slide
Tautologie
Een tautologie bestaat uit twee woorden van dezelfde woordsoort die hetzelfde betekenen: vrolijk en blij.
Haastig liep ik snel naar het station, maar ik heb de trein echter niet gehaald.
Hoewel we de catalogus reeds weken van tevoren al in huis hadden, konden we geen keuze maken uit het enorme aanbod van artikelen.
Slide 7 - Slide
Contaminatie
Een contaminatie ontstaat als je twee woorden of uitdrukkingen die ongeveer hetzelfde betekenen, verkeerd combineert.
Het wangedrag van de supporters rijst de spuigaten uit.
Deze zin is een verhaspeling van ‘rijst de pan uit’ en ‘loopt de spuigaten uit’. Beide uitdrukkingen betekenen: wordt té erg.