Herhalingsles- periode 2 -Maatschappijkunde-Klas 4

Thema Politiek hoofdstuk 1 t/m 5
1 / 40
next
Slide 1: Mind map
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema Politiek hoofdstuk 1 t/m 5

Slide 1 - Mind map

Herhalingsles
Hoofdstuk 1 t/m 5 

Slide 2 - Slide

Wat is politiek?

Slide 3 - Open question

Ambtenaren zijn:
A
Mensen in dienst van de overheid
B
Mensen in dienst van een eigen bedrijf
C
Mensen in dienst van een sportvereniging
D
Mensen in dienst van een supermarkt

Slide 4 - Quiz

Overheid & overheidsbeleid
  • Alle politici en ambtenaren bij elkaar.
  • Verantwoordelijk voor voorzieningen die we allemaal nodig hebben. Bijv. gezondheidszorg, onderwijs en huisvesting.
  • Overheidsbeleid- het geheel van wettelijke regels en afspraken.

Slide 5 - Slide

Benoem de 4 kenmerken van een maatschappelijk probleem?

Slide 6 - Open question

Kenmerken maatschappelijke probleem
  • Veel mensen hebben er last van of keuren het af
  • Er bestaan veel verschillende meningen over de oorzaken van het probleem en hoe het moet worden opgelost.
  • Het vraagstuk krijgt veel aandacht in de media
  • Het probleem kan het best worden opgelost door de overheid(overheid moet oplossing vinden) 

Slide 7 - Slide

Hoe komen de onderwerpen van maatschappelijke problemen en algemeen belang op de politieke agenda en waarom is dat belangrijk?

Slide 8 - Open question

Wat is macht?
A
Baas zijn
B
Status
C
Aanzien
D
Mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden

Slide 9 - Quiz

Machtsmiddelen 
  • Aanzien of status
  • Aantal
  • Functie of beroep
  • Geweld
  • Overtuigingskracht

Slide 10 - Slide

Wat is een rechtstaat?
A
Een land waar er censuur is en alles wordt gecontroleerd
B
Een land die in vrijheid leeft
C
Een land waar de rechten en plichten van burgers en de overheid zijn vastgelegd
D
Een land met een parlementaire democratie

Slide 11 - Quiz

Kenmerken van een rechtstaat
  • Er is een grondwet(hoe overheid en burgers met elkaar om moeten gaan)
  • Grondrechten in grondwet(belangrijkste rechten die in de samenleving gelden)
  • De overheid moet zich houden aan wat in de wet staat.
  • De macht niet in de handen van één persoon of kleine groep zijn.
  • Burgers hebben invloed op de manier waarop het land wordt geregeerd.

Slide 12 - Slide

Benoem 5 kenmerken van een parlementaire democratie

Slide 13 - Open question

Kenmerken parlementaire democratie
  • Er zijn vrije en geheime verkiezingen en er is algemeen kiesrecht.
  • Politieke macht ligt namens burgers bij het parlement. (Eerste en Tweede kamer)
  • Elk besluit komt democratisch tot stand(meerderheid van stemmen)
  • Er is een Grondwet(rechten en plichten van burgers en overheid)
  • Scheiding der machten(trias politica, politieke macht in drie onderdelen) 

Slide 14 - Slide

Trias politica in Nederland
  • Wetgevende macht
Stelt wetten vast waaraan burgers en de overheid zich moeten houden.
  • Uitvoerende macht
Zorgt ervoor dat goedgekeurde wetten worden uitgevoerd.
  • Rechterlijke macht
Beoordeelt of wetten goed worden nageleefd en doet uit uitspraak in conflicten.

Slide 15 - Slide

Wat is legaliteitsbeginsel?
A
Burgers moeten zich aan de wetten houden

Slide 16 - Quiz

Wat is legaliteitsbeginsel?
A
Burgers moeten zich aan de wetten houden
B
Iedere handeling van de overheid moet gebaseerd zijn op een wet.

Slide 17 - Quiz

Wat is een dictatuur?
A
Wanneer de macht in handen is van het parlement
B
Wanneer de macht in handen is van het kabinet
C
Wanneer de macht in handen is van de bevolking
D
Wanneer de macht in handen is van één persoon of één partij

Slide 18 - Quiz

Wat zijn de kenmerken van een dictatuur?

Slide 19 - Open question

Kenmerken dictatuur

  • Een persoon of een partij heeft alle macht.
  • Geen democratie en het land is geen rechtstaat.
  • Bevolking heeft geen (politieke) grondrechten.
  • Geen vrije pers.
  • De (geheime) politie en het leger spelen een grote rol. 

Slide 20 - Slide

Wat is actief kiesrecht en passief kiesrecht?
A
Actief kiesrecht: het recht om je verkiesbaar te stellen. Passief kiesrecht: het recht om te stemmen.
B
Actief kiesrecht: het recht om te stemmen. Passief kiesrecht: het recht om je verkiesbaar te stellen.
C
Actief kiesrecht: een lijsttrekker kunnen zijn. Passief kiesrecht: een eigen partij oprichten.
D
Actief kiesrecht: mensen mogen stemmen. Passief kiesrecht: mensen mogen niet stemmen.

Slide 21 - Quiz

Wat is progressief?
A
Behoudend
B
Veranderingsgezind

Slide 22 - Quiz

Wat is conservatief?
A
Veranderingsgezind
B
Behoudend

Slide 23 - Quiz

In Nederland hebben wij een meerderheidsstelsel
A
Niet waar
B
Waar

Slide 24 - Quiz

Een lijsttrekker is de belangrijkste persoon van een politieke partij in verkiezingstijd
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Een mening: "Mensen die het financieel moeilijk hebben, moeten door de overheid gesteund worden. Mensen die het financieel veel beter hebben, zullen meer moeten bijdragen aan die steun."
Dit is een mening van de:
A
Liberalen
B
Rechts-extremisten
C
Sociaaldemocraten
D
Christen democraten

Slide 26 - Quiz

Tot welke politieke stroming behoort het CDA?
A
Liberalisme
B
Sociaaldemocratie
C
Christendemocratie

Slide 27 - Quiz

VVD is afkomstig uit de stroming:
A
Sociaaldemocratie
B
Liberalisme
C
Christendemocratie

Slide 28 - Quiz

Opkomen voor de zwakkeren in de samenleving en
verbeteren van de positie van de laagste inkomensgroepen.

Bij welke politieke partij pas dit?

A
VVD
B
SGP
C
PVV
D
PvdA

Slide 29 - Quiz

Liberalisme
  • Vrijheid
  • Eigen verantwoordelijkheid
  • Persoonlijke en economische vrijheid
  • Particulier initiatief
  • Deregulering
  • Vrijemarkteconomie 
  • VVD 

Slide 30 - Slide

Sociaaldemocratie
  • Gelijkheid
  • Gelijkwaardigheid
  • Actieve overheid
  • Solidariteit 
  • PVDA, SP

Slide 31 - Slide

Christen-democratie
  • Verantwoordelijke samenleving
  • Harmonie
  • Rentmeesterschap
  • Gebaseerd op Bijbel
  • CDA, ChristenUnie

Slide 32 - Slide

Nationalisme
  • Vaderlandsliefde
  • Onafhankelijk
  • Zelfbestuur 

Slide 33 - Slide

Ecologische stroming
  • Natuur
  • Milieu
  • Duurzaam
  • Partij voor de Dieren en GroenLinks

Slide 34 - Slide

Extremistische partijen
  • Partijen die willen dat de samenleving radicaal anders wordt.
  • Haat
  • Angstgevoelens
  • Geweld
  • Ondemocratisch

Slide 35 - Slide

Populisme
  • De wil van het volk
  • Vaderlandsliefde
  • Charismatische leider
  • Partij voor Vrijheid(PVV) en Forum voor Democratie(FVD)

Slide 36 - Slide

Partijen die ministers leveren zijn:
A
Oppositie partijen
B
Coalitie partijen

Slide 37 - Quiz

Nederland is een constitutionele monarchie?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 38 - Quiz

Welke belangrijke taken heeft de Koning als staatshoofd?

Slide 39 - Open question

''Ik moet nog verder gaan met leren''
Ja
Beetje
Nee

Slide 40 - Poll