3H NN6 Formuleren H2 (Foutieve) samentrekkingen

Een (foutieve) samentrekking
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Een (foutieve) samentrekking

Slide 1 - Slide

Lesdoel
> Ik kan een foutieve samentrekking in een zin herkennen.

Slide 2 - Slide

Wat is een samentrekking?
  • Als in een samengestelde zin dezelfde woorden twee keer voorkomen, kun je die woorden meestal de tweede keer weglaten. 
  • Komt voor in zinnen waarin 'en' of 'maar' staat.



Jan at een appel en Piet at een peer. 
Jan at een appel en Piet een peer. 

Slide 3 - Slide

Welk(e) woord(en) zijn weggelaten?
Carol heeft gisteren deze berg beklommen en Wietze die berg.

Slide 4 - Open question

Welk(e) woord(en) zijn weggelaten?
Leontine heeft meer boeken gekocht dan Patty cd's

Slide 5 - Open question

3 Voorwaarden goede samentrekking:
  1. De woorden hebben dezelfde grammaticale betekenis (ow/ pv /lv /mv etc)
  2. De woorden hebben hetzelfde getal (enkelvoud, meervoud)
  3. De woorden hebben dezelfde functie (zinsdeel, woordsoort).


> Check de zinnen altijd op deze drie punten om te zien of de samentrekking klopt of niet.

Slide 6 - Slide

Voorbeeld
De zin:
Jerry keek naar een hond en daardoor niet uit bij het oversteken. 

Slide 7 - Slide

Splits de zin:
Jerry keek naar een hond en daardoor niet uit bij het oversteken. 

Splits de zin naar de oorspronkelijke zinnen:
Jerry keek naar een hond.
Daardoor keek Jerry niet uit bij het oversteken.
--> Weggelaten woord(en) = keek, Jerry

Slide 8 - Slide

a. Jerry keek naar een hond.
b. Daardoor keek Jerry niet uit bij het oversteken.

Jerry = in zin a en b zelfde grammaticale functie (ow), zelfde getal en zelfde betekenis - goede samentrekking
Keek = in zin a betekenis van kijken naar en in zin b betekenis van uitkijken. -> andere betekenis - foute samentrekking
Check de (1) grammaticale functie, (2) het getal en de (3) betekenis

Slide 9 - Slide

Uitwerking
Jerry keek naar een hond en keek daardoor niet uit bij het oversteken. 

Jerry is een juiste samentrekking, die kan ik dus weglaten.
Keek is een onjuiste samentrekking, die moet ik dus laten staan.

Slide 10 - Slide

Mevrouw Van der Wal heeft veel vrijwilligerswerk gedaan en daarvoor op Koningsdag een lintje gekregen.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 11 - Quiz

De ambulance bracht het slachtoffer naar het ziekenhuis en de agenten de dader naar het politiebureau.
A
Foutieve samentrekking (betekenis)
B
Foutieve samentrekking (getal)

Slide 12 - Quiz

Functie
  • Zinsdeel: De inbreker heeft de man een klap gegeven en daarna beroofd. 
Weggelaten woorden: De inbreker | heeft | de man
                                                       ow                  pv        mv/lv

Slide 13 - Slide

Marcel heeft zijn vriendin gefeliciteerd en een cadeau gegeven.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 14 - Quiz

Functie
  • Woordsoort: Tabitha heeft hoge cijfers, maar er ook hard voor gewerkt.
Weggelaten woorden: Tabitha  | heeft
                                                    zn         zww/hww

Slide 15 - Slide

Paul is ziek en naar huis gegaan.
A
Goede samentrekking
B
Foutieve samentrekking

Slide 16 - Quiz

Aan welke 3 voorwaarden moet een samentrekking voldoen?

Slide 17 - Open question

Opdrachten maken

Slide 18 - Slide

Aan de slag!
* Maak: H2 formuleren: startopdracht en opdracht 1, 3, 7 en 8 

Klaar?
NN Online > H2 > Trainen > Formuleren: samentrekking 
Of:
Werk door aan de planner.


Slide 19 - Slide